Paul Verheijen

QUIRICUS & JULITTA

Catalaans antependium

Legenda Aurea

Quiricus was de zoon van Julitta, een zeer voorname dame uit Iconium. Om aan de vervolging te ontkomen reisde zij naar Tarsus in Cilicië met haar kind, Quiricus, die drie jaar oud was. Toch werd zij voor de rechter, Alexander, gebracht, met haar zoontje op de arm. Toen haar twee dienaressen dat zagen, vluchtten ze weg en lieten haar in de steek. De rechter nam het kind op zijn arm en liet de moeder, die niet wilde offeren, met bullenpezen geselen. Toen het kind zag hoe zijn moeder werd gegeseld, begon het bitter te schreien met klagelijke uithalen. De rechter wiegde het kind in zijn armen en zette het op zijn knie en probeerde hem met kusjes en andere liefkozingen te kalmeren. Maar het jongetje bleef naar zijn moeder kijken en moest niets hebben van de rechterlijke kussen. Hij keerde boos zijn hoofd af en krabde met zijn nagels het gezicht van de rechter open. Hij brabbelde zijn moeder na, alsof hij wilde zeggen: 'Ik ben ook christen.' Hij stribbelde lang tegen en beet de rechter ten slotte in zijn schouder. Daarop smeet de rechter, woedend en krimpend van de pijn, het kind van de trappen af naar beneden, zodat de tere hersentjes aan de rechterstoel kleefden. Maar Julitta, die zag dat haar zoon haar was voorgegaan naar het koninkrijk, bracht vol vreugde dank aan God. Toen werd opdracht gegeven Julitta te villen, haar met kokende pek te overgieten en haar tot slot het hoofd af te hakken.
In een legende is te vinden dat Quiricus de tiran, of die nu vleide of dreigde, als lucht beschouwde en beleed dat hij christen was. Naar zijn leeftijd was hij een kind dat nog niet kon praten, maar het was de Heilige Geest die in hem sprak. Toen de rechter hem vroeg wie zijn leermeester was geweest, antwoordde hij: 'Rechter, ik sta verbaasd over uw onverstand. U ziet hoe klein ik ben, nog geen drie jaar oud, en u vraagt wie mij de goddelijke wijsheid heeft geleerd.' Terwijl hij werd geslagen, riep hij: 'Ik ben christen.' En telkens als hij dit riep, ontving hij tegelijk met de folteringen nieuwe krachten. De rechter liet moeder en kind in stukken scheuren. Om te voorkomen dat de christenen hun lichaamsdelen zouden begraven, gaf hij orders die uit te strooien, Maar ze werden door een engel verzameld en 's nachts door de christenen begraven.
Hun lichamen werden in de tijd van Constantijn de Grote, toen de vrede aan de Kerk werd teruggegeven, door een van de dienaressen, die nog in leven was, aangewezen. Ze worden door het hele volk met grote toewijding vereerd.
Ze stierven de marteldood omstreeks het jaar des Heren 220, onder Alexander.
(Legenda Aurea 78,8-28)

Gruwelijker

Jacobus de Voragina schrijft hier twee versies van de legende. In de loop van de middeleeuwen werden in nog weer andere legendes de folteringen van de beide martelaars steeds gruwelijker. Dat blijkt uit de afbeeldingen die men bij dit verhaal maakte. Op het hier afgebeelde antependium zien we:
  • In het midden Julitta met haar zoontje Quiricus
    Hij strekt zijn armpjes naar zijn moeder uit en vormt een evenbeeld van Maria met Jezus.
  • Rechts beneden: Julitta met bullepezen afgeranseld
  • Links beneden: Julitta en Quiricus in kokende pek
  • Rechts boven: Julitta krijgt spijkers in haar hoofd
  • Links boven: Julitta doormidden gezaagd
Het Roomse Martelaarsboek herdenkt moeder en kind op 16 juni.
Anoniem
Quiricus en Julitta (midden 12e eeuw)
Tempera op paneel, 98 x 129 cm
Barcelona - Museu Nacional d'Art de Catalunya
2016 Paul Verheijen / Nijmegen