Paul Verheijen

ANTONIO BALESTRA

Hilarius van Poitiers

Beroemde leerling

Hilarius van Poitiers was tijdens de vroeg-christelijke periode in het Westen de eerste die een synthese tot stand bracht tussen het westerse en oosterse christelijke denken over theologische problemen.
Over zijn jeugd is zeer weinig bekend.
Hij moet ca. 310/15 te Poitiers uit een aanzienlijke Romeinse familie in Gallië geboren zijn en opgevoed zijn in het neoplatoonse denken.
Verder is bekend dat hij in het huwelijk trad en het waarschijnlijk bracht tot een hoge positie in de rijksambtenarij.
Op ongeveer 40-jarige leeftijd maakte hij, bezig met de vraag naar 's mensen bestemming en een antwoord daarop zoekend in de bijbel, een bekeringsproces door, liet zich dopen en werd ca. 351/52 tot bisschop van de stad gekozen.
Zijn hoofdwerk De Trinitate, over de Drie-eenheid, omvat maar liefst 12 boeken.
Hilarius raakte betrokken bij kerkpolitieke controverses die de kerk na het concilie van Nicea teisterden en hij voerde het zingen van hymnen in de liturgie in.
Van zijn hymnen zijn echter slechts enkele fragmenten bewaard gebleven.

Het Roomse Martelaarsboek herdenkt Hilarius zowel op 13 januari als de dag erna en schrijft:
Te Poitiers in Frankrijk de geboortedag van de heilige bisschop Hilarius, belijder. Voor het katholieke geloof, dat hij met kracht verdedigde, moest hij een vierjarige ballingschap in Phrygië ondergaan, waar hij onder andere wonderen een dode heeft opgewekt. Paus Pius IX heeft door zijn verklaring hem zijn titel van kerkleraar bevestigd. * Zijn feest viert men echter de volgende dag.
Martinus van Tours - als heilige veel bekender geworden en meer vereerd dan Hilarius - was zijn leerling.
Hilarius nam hem op in de clerus van zijn bisdom en wijdde hem tot priester.
Totdat Sintmaarten zelf tot bisschop van Tours gekozen werd, bleef hij Hilarius' medewerker.

Het graf van Hilarius bevindt zich in de - maar liefst zevenbeukige - basiliek Saint-Hilaire-le-Grand in Poitiers, een bekende halte- en bedevaartplaats op weg naar Santiago de Compostella.

Antonio Balestra heeft Hilarius hier afgebeeld zoals dat vanaf de 12e eeuw gebruikelijke werd: een baardeloze bisschop met mijter, staf en boek.
* Paus van 1846-1878; feestdag 7 februari verklaarde Hilarius tot kerkleraar op 29 maart 1851

Legenda Aurea

Aan deze heiligverklaarde en gehuwde bisschop is hoofdstuk 17 van de Legenda Aurea - vol wonderlijke voorvallen - gewijd.



Hilarius, bisschop van Poitiers en afkomstig uit Aquitanië, verscheen als de schitterende morgenster te midden van de sterren. Eerst had hij een vrouw en een dochter en leidde hij in het uiterlijk van een leek het leven van een monnik. Later, bij het toenemen van zijn jaren en zijn kennis, werd hij tot bisschop gekozen. De heilige Hilarius beschermde niet alleen zijn stad, maar het hele Frankenland tegen de ketters. Daarom werd hij op aandringen van twee bisschoppen die door ketterij waren misleid, door de keizer, die op de hand was van de ketters, samen met de heilige Eusebius van Vercelli in ballingschap gezonden. De ketterij van de arianen woekerde overal en de keizer stemde erin toe dat alle bisschoppen bijeenkwamen om over de waarheid van het geloof te disputeren. Maar toen sint Hilarius daar was aangekomen, werd hij op verzoek van de twee bisschoppen, die zijn welsprekendheid niet konden verdragen, gedwongen naar Poitiers terug te gaan. Aangekomen bij Gallinara, een eiland dat krioelde van de slangen, ging hij van boord en verjoeg ze allemaal door zijn aanblik. Hij sloeg een grenspaal midden op het eiland en verbood de slangen daar voorbij te gaan, alsof dat gedeelte van het eiland geen land was maar zee. Terug in Poitiers wekte hij een klein kind, dat zonder doopsel gestorven was, door zijn gebeden weer tot leven. Hij bleef lang in het stof liggen, tot zij tegelijk opstonden, de oude man van zijn gebed, het kindje uit de dood. Toen zijn dochter Apra wilde trouwen, onderrichtte haar vader Hilarius haar en wekte haar op te kiezen voor de gewijde maagdelijkheid. Hij zag dat ze vastberaden was, maar uit vrees dat zij toch eens van gedachten zou veranderen, bad hij dringend tot de Heer dat Hij haar tot zich zou nemen en haar niet langer zou laten leven. En zo geschiedde, want enige dagen later ging zij over naar de Heer. Hij begroef haar met eigen handen. Toen de moeder van de heilige Apra dit zag, smeekte zij de bisschop voor haar hetzelfde te verkrijgen als voor zijn dochter. Hij deed dit ook en zond haar door zijn gebed vooruit naar het koninkrijk.
In die tijd riep paus Leo, die door het wangeloof van de ketters was bedorven, een vergadering van alle bisschoppen bijeen. Ook Hilarius, die niet was uitgenodigd, voegde zich bij hen. Toen de paus dat hoorde, verordende hij dat niemand voor hem mocht opstaan of hem een plaats mocht aanbieden. Zodra hij binnen was, zei de paus tegen hem: 'U bent Hilarius, de haan?' 'Ik ben geen haan', zei hij, 'maar ik kom uit Hanenland, dat wil zeggen, ik ben niet in Gallië geboren, maar ik ben een bisschop uit Gallië.' De paus: 'U bent dan misschien Hilarius uit Gallië, ik ben Leo, apostolisch bisschop en rechter van de zetel van Rome.' Hilarius antwoordde: 'U mag dan al een leeuw zijn, dan toch niet van de stam van Juda; en ook al zetelt u om recht te spreken, dan toch niet op de zetel van de majesteit.' Toen stond de paus geërgerd op en zei: 'Wacht een ogenblik tot ik terugkom. Dan zal ik u antwoorden wat u verdient.' Hilarius zei: 'En als u niet terugkomt, wie zal mij dan in uw plaats van antwoord dienen?' En hij weer: 'Ik ben zo terug en dan zal ik uw hoogmoed vernederen.' De paus trok zich terug voor een natuurlijke behoefte, maar hij stierf door een aanval van buikloop. Al zijn ingewanden kwamen naar buiten en zo kwam hij ellendig aan zijn einde. Ondertussen zag Hilarius dat er niemand voor hem opstond. Hij nam dat kalm op en ging op de grond zitten, terwijl hij zei: 'Van de Heer is de aarde'. En meteen kwam door Gods beschikking het stukje aarde waarop hij zat, omhoog en tilde hem op tot gelijke hoogte met de andere bisschoppen. Toen er gemeld werd dat de paus op een ellendige manier was gestorven, stond Hilarius op. Hij bevestigde alle bisschoppen in het katholieke geloof en zond hen, aldus bevestigd, naar hun eigen zetels terug.

[De Voragine schrijft vervolgens dat hij twijfelt aan dit wonderlijke voorval (18,36-39)]

Toen de heilige Hilarius ten slotte, nadat hij vele wonderen had verricht, ziek werd en zijn einde voelde naderen, riep hij de priester Leontius bij zich, op wie hij erg gesteld was. Bij het vallen van de nacht vroeg hij hem naar buiten te gaan en hem te vertellen of hij iets hoorde. Leontius deed wat hem werd gevraagd en kwam terug met de mededeling dat hij nog steeds de geluiden en het rumoer van de stad hoorde. Hij bleef bij Hilarius waken, omdat hij zijn einde verwachtte. Midden in de nacht kreeg hij opnieuw opdracht naar buiten te gaan en aan de zieke te melden wat hij hoorde. Toen hij kwam zeggen dat hij niets had gehoord, viel ineens een helle lichtglans, die ook de priester niet kon verdragen, bij Hilarius binnen en zo ging hij, terwijl het licht langzaam verdween, over naar de Heer.
Hij leefde omstreeks het jaar des Heren 340, onder Constantijn.
Twee kooplieden hadden samen een beeld van bijenwas. Toen de een het onder protest van de ander offerde op het altaar van sint Hilarius, brak het prompt in tweeën. De ene helft bleef daar, de andere keerde terug naar degene die bezwaar maakte. Die zuchtte beschaamd en offerde grotere gaven.
(Legenda Aurea 18,5-45)
Antonio Balestra (1666-1740)
Ilario (1733)
Olieverf op doek, 189 x 132 cm
Parma - Dom
2016 Paul Verheijen / Nijmegen