Paul Verheijen

JHERONYMUS BOSCH (atelier)

Ecce Homotriptiek


Memorietafel

Vermoedelijk omdat Jheronimus Bosch afwezig was in Den Bosch hebben medewerkers van hem deze epitaaf geschilderd.
Op het middenpaneel beeldden zij de Ecce homo-scène af.
Naast geslaagde figuren en de schenkersportretten is de weergave van de figuren achteraan op het middenpaneel, naast Christus, hier en daar minder trefzeker. (Fischer, 261)
De medewerkers grepen voor dit drieluik terug op eerder werk van Bosch zelf.
Rechts op het plein in de achtergrond is het vervolg op de Ecce Homo-scène afgebeeld: de kruisdraging.
Dankzij de twee toegevoegde wapenschilden en de twee kloostergewaden konden de afgebeelde personen op de voor- en achterzijde van de luiken worden geïdentificeerd.
Op het geopende linkerluik zien we een wapenschild met een os dat verwijst naar de Bossche stadssecretaris Peter van Os (1467/69-1542).
Op het rechterluik zijn rond 1500 overleden vrouw Henrickxen (Hendrixke) van Langel (Langhel) met een baby.
Ernstige complicaties tijdens haar eerste zwangerschap veroorzaakten dat ze stierf kort na de geboorte van dit kind.
De baby is later toegevoegd op het schilderij
Op de gesloten luiken is haar familie afgebeeld: notaris Franco (Vranck) van Langel (±1440-1497) en diens vrouw Heylwich van der Rullen met achter hen hun vijf zonen en zes dochters.
De tweede dochter achter Heylwich is wederom Henrickxen.
De afgebeelde heiligen zijn achter Peter van Os Petrus, zijn eigen patroonheilige en tevens van de dominicanerkerk waar beide families begraven liggen.
Achter Henrickxen staat Catharina van Alexandrië, hetgeen een verband doet vermoeden met de Bossche Catharinabroederschap.
De schoonfamilie van Peter van Os wordt bijgestaan door Johannes de Evangelist, mogelijk omdat een van Franco's zonen, cisterciënzer monnik was, Jan heette en naast Johannes is afgebeeld in witte pij, en Maria Magdalena die patroonheilige was van het Bethaniëklooster waar dochter Lysbeth was ingetreden als kanunnikes, afgebeeld direct achter haar moeder Heylwich.
Peter van Os en Franco van Langel dragen beiden het zilveren insigne van de Lieve Vrouwe Broederschap - waarvan Bosch ook lid was - op hun gewijde resp. blauwe en groene losse kledingstuk.

Er zijn verschillende aanleidingen waarvoor Van Os de memorietafel kan hebben besteld:
  • Zijn huwelijk medio / eind 1498
  • Zijn aanstelling als stadssecretaris
  • Het overlijden van zijn vrouw rond 1500
  • De intrede van hun zoon Jan in het klooster Mariëndonk in Heusden op 24 juni 1503

Predella

Op de wat primitiever geschilderde predella wordt aan de hand van onder andere de zogenaamde Arma Christi verwezen naar lijden en dood van Christus.
Van links naar rechts zien we een nijptang, een rietstok met spons, Kajafas en Judas, met tussen beiden een van de dertig zilverlingen, een geselkolom met gesel, drie spijkers, het kruisopschrift INRI, het kruis, de doek van Veronica met Christus' gelaat, een spottende (spuwende?) man, een lantaarn, drie balsemvaatjes, een dienstmeisje en Petrus, een lans en tot slot een hamer.
Jheronimus Bosch (atelier)
Ecce homotriptiek (1495-1503)
Olieverf op eiken, 73 x 58 cm (middenpaneel), 69 x 26 (zijpanelen), 16 x 68 cm (predella)
Boston - Museum of Fine Arts
2016 Paul Verheijen / Nijmegen