Paul Verheijen

CHRISTIAEN COUWENBERGH

Klop

Armoede en deemoed?

Aan God en werk toegewijde begijnen kennen we uit de middeleeuwen, doorgaans verbonden aan een al dan niet belendend klooster.
Over kloppen vernemen we pas na de Reformatie.
Kloosters mochten geen novicen meer aannemen waren tot uitsterven gedoemd.
Vrome vrouwen meldden zich bij de plaatselijke priester, bij hun biechtvader, en legden de gelofte van kuisheid af.
Zij stonden in dienst van de geloofsgemeenschap door het bijstaan van de armen en zieken en met het schoonhouden van de religieuze gebouwen.
Zij onderhielden zichzelf en waren verantwoordelijk voor hun eigen inkomen.

Christiaen van Couwenbergh portretteerde op dit schilderij zo'n klop als Elisabeth van Hongarije.
Ze begeleidte een uitgeputte vrouw en een invalide man naar de aartsengel Gabriël, ook patroon van de geneeskunde, vergezeld door een hond.
Van Couwenbergh vervaardigde dit werk in zijn Delftse periode waar hij - na zijn opleiding in Utrecht - van 1627 tot 1647 verbleef.
Nadien werkte hij voor Frederik Hendrik in Den Haag onder meer aan de verfraaiing van Paleis Noordeinde en Huis ten Bosch.

De anonieme opdrachtgeefster moet wel een rijke klop zijn geweest, want een portret kostte meer dan een grijpstuiver.
De klop woonde waarschijnlijk op het terrein van het begijnhof in Delft, maar was zelf geen begijn.

Rijke vrouwen namen zich voor als volgeling van de derde orde van Franciscus in eenvoud en armoede te leven.
Paradoxaal genoeg liet een in armoede en deemoed willen levende klop zich hier portretteren als een heilige.
Verantwoordelijke biechtvaders moesten er voor zorgen dat deze zelfstandige vrouwen binnen het kerkelijk gareel bleven.
De vele goede werken konden niet voorkomen dat er geroddeld werd over vrome kwezels en biechtvaders die de kat knijpen in het donker.

In de negentiende eeuw werd de aanwas van de kloosters weer getolereerd.
Langzaam maar zeker stierven de kloppengemeenschappen toen weer uit.
Christiaen Gillisz van Couwenbergh (1604-1667)
De H. Elisabeth van Hongarije begeleidt zieken naar de hemelpoort (1640)
Olieverf op doek, 120 x 147 cm
Utrecht - Catharijneconvent
2016 Paul Verheijen / Nijmegen