Paul Verheijen

ALBRECHT DÜRER

Paumgartner altaar


De Paumgartners

De familie Paumgartner of Baumgartner (ook: Paumgartner von Holnstein en Grünsberg) was een van de oudste koopmanfamilies van de keizerstad Neurenberg van 1255 tot 1726.
In 1498 gaven de broers Stephan en Lukas Paumgartner aan Albrecht Dürer de opdracht een triptiek te schilderen voor het Sint Catharinaklooster aldaar.
Stephan is afgebeeld op de linkervleugel als Sint Joris met een draak en Lukas aan de rechterkant als Eustachius.

Op het centrale paneel schilderde Dürer een typische weergave van de geboorte van Christus.
Onderaan zijn zeven leden van de familie Paumgartner in het klein afgebeeld.
Aan de linkerkant van rechts naar links: de (overleden) vader Martin Paumgartner, zijn zoons Lukas en Stephan en een oudere bebaarde man, die waarschijnlijk de stiefvader Hans Schönbach is, de tweede echtgenoot van moeder Barbara Paumgartner, zal vertegenwoordigen.
Aan de rechterkant van het beeld knielt de moeder Barbara, geboren Volckamer (met Volckamer wapenschild), en de dochters Maria (ongehuwd, met Paumgartner wapen) en Barbara (met het vierde wapen Paumgartner/Reich, omdat haar eerste huwelijk met Hans Reich was.

In gesloten toestand is een Annunciatie afgebeeld waarvan slechts de Maagd nog aanwezig is.
Het monogram van Dürer bevindt zich onder op de steunbalk van het dak.
Het centrale paneel kan zijn geschilderd een paar jaar voor de vleugels, rond 1502 of kort daarna.
Het kleine lichaam van de pasgeborene verdwijnt bijna in een zwerm engelen.
Hoewel meestal afgebeeld als een nachtscène, is de aanbidding hier helder verlicht na de geboorte met een felle zon linksboven.

Het altaar werd verkocht rond 1614 aan keurvorst Maximiliaan van Beieren en verhuisde naar München.
Omdat het niet beantwoordde aan de esthetische smaak van die tijd, werd het altaar bewerkt.
Op het centrale paneel werd de donorfamilie overgeschilderd.
De vleugels kregen er een stuk bij om ze te vergroten.
De ridders kregen helmen en paarden (zie de afbeelding van Eustachius) en de zijpanelen een landschap op de achtergrond om een doorlopende horizonlijn op het altaar te verkrijgen.
Aan het begin van de vorige eeuw werden deze veranderingen ongedaan gemaakt.
In 1988 overgoot 'een verwarde man' het drieluik met zwavelzuur dat in het hout vrat, waardoor 70 procent werd vernietigd.
Het altaar verloor daardoor ongeveer 30 procent van zijn waarde.
Na 21 jaar restauratie werd het weer tentoongesteld.
Albrecht Dürer (1471-1528)
Paumgartner altar (<1503)
Olieverf op panelen, 157 x 126 cm (middenpaneel), 157 x 61 cm (zijpanelen elk)
München - Alte Pinakothek
2016 Paul Verheijen / Nijmegen