Paul Verheijen

CLEMENS I ROMANUS

paus van 88/92-97/99

De Oosterse kerk viert de feestdag van Clemens op 24 november.
Het Roomse Martelaarsboek herdenkt hem op 23 november:
De geboorte van de heilige martelaar paus Clemens I, die als derde opvolger van de zalige apostel Petrus het hoge-priesterambt bekleedde en in de vervolging van Trajanus naar de Chersonesus werd verbannen. Daar werd hij met een anker aan de hals in zee geworpen en aldus als martelaar gekroond. Zijn lichaam werd onder paus Adrianus II door de heilige gebroeders Cyrillus en Methodius naar Rome overgebracht en in de kerk, die reeds vroeger tot zijn eer gebouwd was, plechtig bijgezet.
De Legenda Aurea besteedt in hoofdstuk 166 uitgebreid aandacht aan Clemens I die hier wordt opgevoerd als leerling van Petrus.
Wanneer Petrus zich naar Rome begeeft, omdat hij weet dat zijn martelaarschap nadert, draagt hij Clemens op zijn opvolger te worden.
Als Petrus inderdaad in Rome ondersteboven wordt gekruisigd volgt Clemens hem echter niet onmiddellijk op, want hij is voorzichtig en wil voorkomen dat een paus zijn eigen opvolger kiest.
Daarom maakt hij eerst plaats voor Linus en vervolgens ook nog voor Cletus *.
Pas na diens dood wordt Clemens tot paus gekozen.
(Legenda Aurea 166,40-176)
* Cletus was waarschijnlijk paus van 76 of 79 - 88 of 92 (feestdag 26 april) en is vermoedelijk dezelfde als Anacletus (feestdag 13 juli); beide namen zijn in 1969 geschrapt


In theologische kringen is Clemens bekend geworden om de aan hem toegeschreven brief aan de Korintiërs, een epistel over het gezag van ambtsdragers in de kerk.
Door zijn reputatie steeg het gezag van Rome.
Eusebius van Caesarea schrijft overigens dat Clemens een natuurlijke dood stierf.
Zijn verering als martelaar en de wijze waarop dat is gebeurd zijn dus pas daarna op gang gekomen en bedacht.

Clemens werd verbannen naar Cherson, een stad op de Krim waar hij op bevel van keizer Trajanus met een anker om zijn nek in zee is geworpen en verdronken (zie het werk van Paul Bril).
De grote menigte die hier getuige van is, bidt dat God hun het licham van Clemens zou tonen.
Onmiddelijk week de zee drie mijl terug en in het drooggevallen gebied vond men een woning in de vorm van een marmeren tempel die door God was gebouwd.
In een schrijn lag daarin het lichaam van Clemens met het anker naast zich.
Ieder jaar in de tijd van zijn marteldood week de zee zeven dagen lang drie mijl terug om de bezoekers een droog pad te verschaffen.
Maar dit wonder hield op toen de bewoners zondig werden, waarna barbaren de tempel verwoestten en de schrijn met het lichaam verdwenen in de golven van de zee.
(Legenda Aurea 166,212-251)

Volgens een andere legende werd hij te Rome in de Tiber verdronken.
Mogelijk is zijn martelaarschap een gevolg van verwarring tussen hem en de tot het christendom bekeerde en heilig verklaarde Romeinse senator Titus Flavius Clemens (±96; feestdag 22 juni).
De kerk van de bijzetting van Clemens' relieken waarover het Roomse Martelaarsboek spreekt, is de San Clemente te Rome.
Cyrillus en Methodius hadden deze ontdekt en meegenomen.

Het anker is traditioneel het oude christelijke symbool van rotsvast geloof.
Mogelijk is de legende van Clemens' marteldood hierdoor ingegeven.
Het anker werd ook het meest afgebeelde attribuut bij hem.

Na Clemens I zijn er nog dertien pausen geweest die als pausnaam hebben gekozen voor Clemens (drie tegenpausen niet meegerekend).
De laatste in die rij, Clemens XIV, was paus van 1769-1774.
2016 Paul Verheijen / Nijmegen