Paul Verheijen

IJSHEILIGEN

Half mei

Vier heiligen staan op de kerkelijke kalender van 11-14 mei, een tijd dat er nog nachtvorst kan komen.
Om die reden worden Mamertus, Pancratius, Servatius en Bonifatius de IJsheiligen genoemd.
Behalve dat ze heilig zijn en het de bedoeling is dat na hun feestdagen de winter definitief voorbij is, hebben ze verder niets met elkaar gemeen.
Het zijn ook relatief onbekende heiligen, op 'onze' Servatius van Maastricht na.
Aan hem is een aparte pagina gewijd.
Kunstwerken met afbeeldingen van de ijsheiligen liggen niet voor het oprapen.
Soms wordt een van de vier heiligen geschrapt als IJsheilige om tot het heilige getal drie te komen.
In Nederland heeft men bijvoorbeeld slechts 'Drie gestrenge Heren' en doet Mamertus niet mee.
In het Alpengebied wordt Sophia van Rome als vijfde heilige toegevoegd, ook Koude Sophie of Sophia IJsvrouw geheten.
Hieronder worden ze kort beschreven, telkens voorafgegaan door de liturgische gedenktekst van het Roomse Martelaarsboek.

11 mei - Mamertus van Vienne

Te Vienne in Frankrijk de heilige bisschop Mamertus. Om een dreigend onheil af te weren, liet hij op de drie dagen vóór 's Heren Hemelvaart in die stad plechtig de litanie bidden. Later heeft de gehele kerk dit gebruik overgenomen en aldus goedgekeurd.
Mamertus was een bisschop in Frankrijk in de 5e eeuw toen de Goten binnenvielen. Tussen al dat geweld en geroof bedacht hij als pleister op de wonde de drie nu zogenoemde kruisdagen, waarop wordt gebeden voor de vruchtbaarheid van het land, een gebruik dat zich vier eeuwen later over heel Europa verspreidde.
In het hoofdstuk van de Legenda Aurea dat gaat over de Grote en de Kleinde Litanie, betitelt Jacobus de Voragine dit gebruik als Kleine Litanie, Smekingen en Processie. (Legenda Aurea 66,20-21)
Bij de behandeling van de heilige Julianus weet hij verder over Mamertus nog te vertellen dat Mamertinus het hoofd vond van in de handen van de heilige Ferreolus dat zo ongeschonden en gaaf was alsof het diezelfde dag was begraven. (Legenda Aurea 30,20)
Mamertus is patroon van bakers (in zijn naam zit 'mama' = borst) en wordt aangeroepen bij ziektes van de ingewanden en afgebeeld met brandend licht en / of opgerolde streng darmen.
Afbeelding: pagina 269 uit Little Pictorial Lives of the Saints, Benzinger Brothers 1878

12 mei - Pancratius van Rome

Eveneens te Rome aan de Via Aurelia de heilige martelaar Pancratius. Hij was pas veertien jaar oud, toen hij onder Diocletianus door onthoofding als martelaar stierf.
De Legenda Aurea schrijft een korte hagiografie over hem in hoofdstuk 71.



Pancratius werd geboren uit hoogadellijke ouders. Toen hij in Frygië zijn vader en zijn moeder had verloren, bleef hij achter onder de hoede van zijn oom van vaderskant, Dionysius. Samen gingen zij terug naar Rome, waar ze een groot familiegoed hadden. In hun wijk hield paus Cornelius zich met zijn gelovigen schuil. Nadat Dionysius en Pancratius van deze Cornelius het geloof in Christus bhadden ontvangen, stierf Dionysius in vrede. Pancratius werd gegrepen en voor de keizer gebracht. Hij was ongeveer 14 jaar oud. Keizer Diocletianus zei tegen hem: 'Mijn kind, ik wil je aanraden geen ellendige dood te sterven. Je bent nog een kind en dus makkelijk te misleiden. Je bent onmiskenbaar van adel en bovendien de zoon van iemand die mij zeer dierbaar was. Daarom vraag ik je, houd op met deze waanzin. Dan kan ik je als mijn zoon beschouwen.' Pancratius antwoordde: 'Al ben ik naar lichaam een kind, ik heb het hart van een grijsaard. Dankzij de kracht van onze Heer Jezus Christus boezemt u ons net zo veel angst in als de schildering die wij hier zien. Die goden van u, die u mij wilt laten vereren, waren be- driegers en pleegden ontucht met hun zusters; zelfs hun ouders spaarden ze niet. Als u vandaag zou weten dat uw dienaren zich zo gedroegen, zou u ze onmiddellijk ter dood laten brengen. Ik sta verbaasd dat u zich niet schaamt zulke goden te vereren.' De keizer besefte dat hij door een knaap was overwonnen en gaf bevel hem te onthoofden aan de Via Aurelia, omstreeks het jaar des Heren 287. Octavilla, de vrouw van een senator, begroef zijn lichaam met zorg.
Als iemand bij zijn graf een valse eed wil afleggen, zo vertelt Gregorius van Tours, wordt hij nog voordat hij bij het koorhek komt ofwel meteen door een demon gegrepen en met waanzin geslagen ofwel hij valt op de vloer en blijft ter plaatse dood. Er was een belangrijk rechtsgeding tussen twee personen en de rechter wist heel goed wie de schuldige was. Uit ijver voor de gerechtigheid leidde hij beiden naar het altaar van sint Petrus en dwong daar de schuldige zijn beweerde onschuld met een eed te bekrachtigen, waarbij hij de apostel vroeg met een teken de waarheid aan het licht te brengen, De man legde de eed af, maar er overkwam hem niets. Toen riep de rechter, die 's mans slechtheid kende, in zijn ijver voor de gerechtigheid uit: 'Die oude Petrus is ofwel te barmhartig of hij laat het aan een jongere over. Laten we naar de jonge Pancratius gaan en het aan hem vragen.' Ze gingen erheen en toen de aangeklaagde zonder blikken of blozen een valse eed op zijn graf had gezworen, kon hij zijn hand niet meer van het graf wegtrekken en stierf korte tijd later ter plaatse. Daarom wordt tot op de dag van vandaag door velen het gebruik in stand gehouden om in moeilijke gevallen te zweren op de relieken van de heilige Pancratius.
(Legenda Aurea 71,4-24)

Het plaatsje San Pancras in Noord-Holland dankt zijn naam aan hem. In Nederland dragen een kleine 25 parochiekerken zijn naam. Pancratius is verder patroon van communicantjes, edelen en ridders en (huilende) kinderen.
Oorspronkelijk werd hij afgebeeld als jongeman in burgerkleding, later in ridderdracht of als soldaat met lans of wimpel. Op devotieprentjes is hij een knaapje met een korfje rozen.

Giovanni Francesco Barbieri (genaamd Guercino) (1591-1666)
Madonna met Kind en de heiligen Pancratius en Monica (1615-16)
Olieverf op doek, 254 x 170 cm
Renazzo in Cento - San Sebastiano

13 mei - Servatius van Maastricht

14 mei - Bonifatius van Tarsus

Te Tarsus in Cilicië de geboortedag van de heilige martelaar Bonifatius. Hij onderging zijn lijden onder Diocletianus en Maximianus. Hij werd later naar Rome vervoerd en er aan de Via Latija begraven.
Deze Bonifatius is dus niet de ons bekende Bonifatius, de in Dokkum vermoorde missionaris in het jaar 754.
Het betreft hier een jonge Romein die een zondig leven leidde met zijn rijke en mooie huismeesteres Aglaë.
Beiden bekeerden zich echter en Aglaë stuurde Bonifatius erop uit om relieken van martelaren te zoeken in de Turkse plaats Tarsus, de geboorteplaats van Paulus.
Daar raakte hij verstrikt in een christenvervolging en stierf waarschijnlijk in 306 de marteldood.
Verschillende legendes melden dat zijn lichaam met ijzeren haken werd ontvleesd, dat hij gesmolten lood in zijn mond gegoten kreeg, dat hij in kokende pek werd gegooid of dat hij werd onthoofd.
Hoe hij ook zijn einde kwam: zijn relieken kreeg Aglaë keurig thuisbezorgd en zo had zo toch relieken van een martelaar uit Tarsus.
Aglaë trad in het klooster en liet ter zijner ere een kerk bouwen in Rome, nu bekend als de Santi Bonifacio e Alessio.
Bij de canonhervorming van 1969 is deze Bonifatius geschrapt van de heiligenlijst.

Alexandre Cabanel (1823-1889)
Aglaë en Bonifatius (±1857)
Olieverf op canvas, 62 x 68 cm
Cleveland - Museum of Art

15 mei - Sophia van Rome

Te Rome de heilige weduwe Sophia, de moeder van de heilige maagden Fides, Spes en Charitas.
(Echter herdacht op 30 september)
Sophia was volgens een 7e-eeuwse bron een vrouw uit een niet nader bekende groep vroegchristelijke martelaren, die te Rome aan de Via Latina begraven zijn.
In de 8e eeuw werd de ditmaal als weduwe opgevoerde Sophia geïdentificeerd met de moeder van een legendarische groep van drie zusjes met de Griekse namen Pistis, Elpis en Agape (Geloof, Hoop en Liefde), eveneens martelaressen, die aan de Via Aurelia begraven zouden zijn.
Volgens weer een andere Latijnse bron heetten de vrouwen Sapientia, Fides, Spes en Caritas, kwamen zij uit Milaan en ondergingen de zusjes een marteldood: Fides door het afstropen van haar huid, Spes door geseling, Caritas door het zwaard.
In de iconografie komen ook andere martelscènes voor.
Hun moeder Sapientia begroef haar dochters daarna aan de Via Appia en zou voor haar eigen dood de communie hebben ontvangen uit handen van de paus.

In de middeleeuwen verspreidde zich een intense Sophia-verering en de Byzantijnse verering van de gepersonifieerde, goddelijke Sophia uit de oosterse theologie, aan wie kerken werden gewijd onder meer te Constantinopel (Hagia Sophia), Ochrid in Servië, Kiev en Novgorod, maakte vanuit Sicilië en Italië het westerse respect voor moeder Sophia alleen maar groter.
Sophia en haar dochters komen voor in de middeleeuwse martyrologia en te Milaan waren haar drie kerken en drie altaren toegewijd.
Leo III (paus van 795-816; feestdag 12 juni) zou ter ere van hen een mistekst hebben samengesteld die in tijden van nood (met name op bevel van Karel de Grote) werd gelezen.
Hun relieken werden op 15 mei 778 overgebracht naar het klooster Eschau bij Straatsburg en deze translatie wordt op deze dag dan ook kerkelijk herdacht.
Drie andere feestdagen voor haar vallen verder op 1 augustus (met haar dochters), 17 september (oosters-orthodox) en 30 september (westen).
Afbeelding: Icoon uit de Novgorod school - 16e eeuw (Moskou - Tretyakov)
2016 Paul Verheijen / Nijmegen