Paul Verheijen

SIXTIJNSE KAPEL - WESTWAND

Laatste Oordeel

Stupito

In 1535 werd Michelangelo benaderd voor een schilderopdracht in de kapel.
De westwand achter het altaar moest beschilderd worden met een afbeelding van het Laatste Oordeel.
Het fresco werd in 1541 voltooid.
Toen Giorgio Vasari in datzelfde jaar de Sixtijnse kapel bezocht en oog in oog kwam te staan met het enorme fresco was hij stupito, 'verbaasd'.
In zijn Vite schreef hij er uitsluitend lovende woorden over:
Vandaar dat iedere geestrijke persoon die verstand heeft van schilderkunst ziet hoe indrukwekkend dit kunstwerk is, waar hij in deze figuren gedachten en gemoedsbewegingen ontwaart zoals ze nooit door een ander werden geshilderd; ook ziet hij er hoe men te werk dient te gaan bij het uitbeelden van allerlei verschillende en ongebruikelijke houdingen en gebaren, zowel van jongeren als van ouderen, van mannen en van vrouwen: wie zou hier niet diep onder de indruk raken van Michelangelo's kunst en van de hem door de natuur geschonken gratie?
De drie 'verdiepingen' waarin de 15e-eeuwse versiering van de kapel de muren verdeelt, liep oorspronkelijk door over de altaarmuur.
De verbreking van het oude schema door de invoeging van het Laatste Oordeel was enorm en vereist ook nu nog van de toeschouwer een flinke aanpassing.
De Zwitserse kunsthistoricus Heinrich Wölfflin (1864-1945) stelde ooit voor dit enorme fresco gewoon de rug toe te keren als je ongestoord het gewelf wil kunnen bestuderen.

Ondanks de vele personages, zo'n 400, de verscheidenheid van hun houdingen en de onevenredige lichaamsafmetingen is het fresco vrij makkelijk te lezen omdat Michelangelo zich in grote lijnen houdt aan het traditionele schema zoals dat in de kunst werd gehanteerd.

Bovenaan (A) houden engelen de Arma Christi, de passiewerktuigen, vast.
Daaronder zien het enorme fries met de hemelbewoners, de gelukzaligen, die zich scharen rond de dubbele figuur van Christus en zijn moeder Maria.
Op het niveau daaronder zien we links de uitverkorenen die de hemel betreden (C) en rechts de verdoemden die veroordeeld zijn tot de hel (D).
Tussen die twee groepen kondigt trompetgeschal het einde van de wereld aan (B).
Helemaal onderaan ten slotte verrijzen links de doden uit de graven (E), terwijl de rest van het onderste gedeelte wordt ingenomen door de onheilspellende boot van de veerman Charon (F), een personage uit de Griekse mythologie dat tot taak heeft de verdoemden over de rivieren van de hel naar het rijk van Satan te brengen.

SUBPAGINA'S

2016 Paul Verheijen / Nijmegen