Paul Verheijen

RAFAËL

Ontmoeting paus Leo de Grote en Attila de Hun

Legenda Aurea

Leo I de Grote redde Rome en het Westromeinse Rijk tweemaal van een fatale aanval door Hunnen en Vandalen.
De eerste ontmoeting is onder andere door Jacobus de Voragine beschreven in zijn Legenda Aurea.
In diezelfde tijd trok Attila een spoor van verwoesting door Italie. Sint Leo gaf zich in de kerk van de apostelen drie dagen en nachten lang over aan gebed. Daarna zei hij tot zijn medewerkers: ‘Wie mij wil volgen, hij volge!' Toen hij Attila dicht genaderd was, steeg deze, zodra hij de heilige Leo zag, van zijn paard, wierp zich aan zijn voeten neer en verzocht hem te vragen wat hij maar wenste. Leo vroeg hem uit Italië weg te gaan en de krijgsgevangenen vrij te laten. Toen Attila's mannen hem verweten dat de overwinnaar van de hele wereld door een priester was verslagen, antwoordde hij: ‘Ik heb het voor jullie en voor mij gedaan. Want ik zag aan zijn rechterzijde een ontzagwekkende ridder met getrokken zwaard staan die tegen mij zei: "Als u deze man niet gehoorzaamt, zult u met al uw manschappen ten onder gaan".’
(Legenda Aurea 83,9-17)
Deze ontmoeting met Attila de Hun, de 'Gesel Gods', vond plaats in 452 bij Mantua aan de oever van de Mincio ten zuiden van het Gardameer toen Attila Milaan had geplunderd en op weg was naar Rome om daar hetzelfde te doen.
Uit andere bronnen weten we dat Attila het prima vond Rome niet aan te vallen en op zijn schreden terug te keren als hij in plaats daarvan een passende jaarlijkse bijdrage van Leo zou verkrijgen.

Drie jaar later belegerde en plunderde Geiserik de Vandaal Rome echter wel, maar Leo voorkwam dat de stad in brand werd gestoken en de bevolking afgeslacht.

Wijziging ontwerp

De schets die Rafaël in opdracht van paus Julius II voor dit fresco maakte had betrekking op de slag van Ravenna in 1512 waar paus Julius II de Fransen uit Italië verdreef.
Julius II stierf echter in 1513 en zijn opvolger Leo X liet het onderwerp wijzigen in de ontmoeting tussen Leo I en Attila.
Of hij ook opdracht heeft gegeven dat Leo I op hem moest lijken, lijkt voor de hand te liggen, want Leo I vertoont nu de trekken van Leo X zoals we die kennen uit een ander werk van Rafaël.

Rafaël wijzigde verder de versie van de Legenda Aurea door in plaats van de ontzagwekkende ridder de zwaarddragende Petrus en Paulus, de leiders van de Kerk, aan de hemel af te beelden.
Bovendien plaatste Rafaël op de achtergrond Romeinse gebouwen die pas in beeld kwamen bij de plundering door Geiserik de Vandaal.
De heuvel rechts waar een brand woedt, wordt gewoonlijk herkend als de Monte Mario.

Giorgio Vasari

De Stanze di Raffaello worden door Vasari in zijn Vite uitgebreid beschreven.
Hij wijst bij dit fresco ook op de artistieke vrijheid die Rafaël zich heeft veroorloofd wat betreft Petrus en Paulus.
Zelf is hij niet nauwkeurig wat betreft de nummering van de pausen Leo door te spreken over Leo III (paus van 795-816; feestdag 12 juni) in plaats van Leo I.
Hij merkt wel op dat het Leo X is die op het witte pauselijke paard zit.
Op de volgende wand schilderde hij hoe Attila bij Rome aankwam, waar hij aan de voet van de Monte Mario op de pontifex Leo III stuitte, wiens zegeningen alleen al voldoende waren om hem te verjagen. Op dit tafereel bracht Rafaël in de lucht Petrus en Paulus aan, die met zwaarden in de hand de Kerk komen verdedigen: en hoewel de geschiedenis van Leo III dit niet vermeldt, was Rafaël niettemin zo oorspronkelijk haar aldus te willen uitbeelden (zowel in schilder- als in dichtwerk komt het vrij vaak voor dat men iets verandert ter verfraaiing van het geheel, zonder evenwel op ongepaste wijze van de oorspronkelijke bedoeling af te wijken). In deze apostelen wordt men de hemelse trots en stoutmoedigheid gewaar die het goddelijk gericht menigmaal verleent aan de gelaatstrekken van zijn dienaren ter verdediging van de allerheiligste religie; dit ziet men duidelijk aan Attila die - gezeten op een onvoorstelbaar mooi, zwart blespaard met witte strepen bij de voeten - in hevige schrik het gelaat opheft en het lichaam afwendt om te vluchten. En er zijn nog meer prachtige paarden, met name een gevlekt genet, bereden door een figuur die het naakte lichaam heeft bedekt met schubben, als van een vis: deze figuur is gekopieerd naar de zuil van Trajanus, waarop zich krijgers bevinden in een dergelijke uitrusting waarvan men veronderstelt dat ze is vervaardigd van krokodillehuid. We zien de Monte Mario branden, wat aangeeft dat na de aftocht van de soldaten hun kwartieren altijd aan de vlammen worden prijsgegeven. Ook portretteerde Rafaël naar het leven enige stafdragers te paard die de paus vergezellen, zeer goed gelijkend, wat eveneens geldt voor het gevolg van kardinalen en voor enige rijknechten die het witte pauselijke paard in bedwang houden - waarop, niet minder levensecht dan de anderen, Leo X zit, in pontificaal - en voor tal van hovelingen; van dit gedeelte gaat een grote bekoring uit, want het past in het geheel van het werk en is van zeer veel nut voor andere kunstenaars, met name voor hen die dergelijke dingen ontberen.
2016 Paul Verheijen / Nijmegen