Paul Verheijen

REMBRANDT

Honderdguldenprent

Oog van een naald

De De Honderdguldenprent is de bijnaam voor een ets van Rembrandt die waarschijnlijk is ontstaan doordat de prent al in de 17e eeuw zeldzaam en gewild was. Later ontstond het verhaal dat Rembrandt honderd gulden had moeten neertellen om een exemplaar terug te kopen.

Op de prent is hoofdstuk 19 uit het Matteüsevangelie afgebeeld:
Toen Jezus deze rede beëindigd had, verliet Hij Galilea en ging Hij langs de overkant van de Jordaan naar Judea. Grote massa’s mensen volgden Hem, en Hij genas hen ter plekke. Toen kwamen er farizeeën op Hem af om Hem op de proef te stellen. Ze vroegen: ‘Mag een man zijn vrouw om willekeurig welke reden verstoten?’ Hij zei: ‘Hebt u niet gelezen dat de schepper de mens bij het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt? En dat Hij gezegd heeft: “Daarom zal een man zich losmaken van zijn vader en moeder en zich hechten aan zijn vrouw en die twee zullen één lichaam zijn"? Ze zijn dus niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden. Toen vroegen ze hem: 'Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven haar een scheidingsbrief te geven en haar zo te verstoten?' Hij antwoordde: 'Omdat u halsstarrig bent, daarom heeft Mozes u toegestaan uw vrouw te verstoten. Maar dat is niet vanaf het begin zo geweest. Ik zeg u dit: een man die om een andere reden dan ontucht zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel.'
Hierop zeiden zijn leerlingen: ‘Als het met de verhouding tussen man en vrouw zo gesteld is, kun je maar beter niet trouwen.’ Hij zei tegen hen: ‘Niet iedereen kan deze kwestie begrijpen, alleen degenen aan wie het gegeven is. Er zijn mannen die niet trouwen omdat ze onvruchtbaar geboren zijn, andere omdat ze door mensen onvruchtbaar gemaakt zijn, en er zijn mannen die niet trouwen omdat ze zichzelf onvruchtbaar gemaakt hebben met het oog op het koninkrijk van de hemel. Laat wie bij machte is dit te begrijpen het begrijpen!’ Daarop brachten de mensen kinderen bij Hem; ze wilden dat Hij hun de handen zou opleggen en zou bidden. Toen de leerlingen hen berispten, zei Jezus: ‘Laat die kinderen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie is zoals zij.’ En nadat Hij hun de handen had opgelegd, trok Hij weer verder.
Nu kwam er iemand naar Jezus toe met de vraag: ‘Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?’ Hij antwoordde: ‘Waarom vraagt u Me naar het goede? Er is er maar één die goed is. Als u het leven wilt binnengaan, houd u dan aan zijn geboden.’ ‘Welke?’ vroeg hij. ‘Deze,’ antwoordde Jezus, ‘pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, toon eerbied voor uw vader en moeder, en ook: heb uw naaste lief als uzelf.’ De jongeman zei: ‘Daar houd ik me aan. Wat kan ik nog meer doen?’ Jezus antwoordde hem: ‘Als u volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat u bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zult u een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg Mij.’ Na dit antwoord ging de jongeman terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen.
Jezus wendde zich tot zijn leerlingen: ‘Ik verzeker jullie: slechts met grote moeite zal een rijke het koninkrijk van de hemel binnengaan. Ik zeg het jullie nog eens: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ Toen de leerlingen dit hoorden, waren ze hevig ontzet en vroegen: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ Jezus keek hen aan en antwoordde hun: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk.’ Daarop zei Petrus: ‘Maar wij hebben alles achtergelaten en zijn U gevolgd. Welk vooruitzicht hebben wij dan?’ Jezus zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: wanneer de tijd aanbreekt dat alles vernieuwd wordt, wanneer de Mensenzoon in majesteit zetelt op zijn troon, zullen ook jullie die Mij gevolgd zijn plaatsnemen op twaalf tronen en rechtspreken over de twaalf stammen van Israël. En ieder die broers of zussen, vader, moeder of kinderen, akkers of huizen heeft achtergelaten omwille van mijn naam, zal het honderdvoudige ontvangen en deel krijgen aan het eeuwige leven. Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.
Een meer passende titel voor de ets zou dus bijvoorbeeld Matteüs 19 of Oog van een naald geweest kunnen zijn.

Rechts op de achtergrond zien we een kameel (feitelijk is het een dromedaris met één bult) die door een poort loopt overeenkomstig de uitspraak van Jezus. Het oog van een naald wordt in de - discutabele maar meest voorkomende - bijbeluitleg dan geïnterpreteerd als de naam van een poort in de stadsmuur van Jeruzalem. Griekse tekstvarianten lezen hier niet kameel (kamêlon), maar ankertouw (kamilon), hetgeen in de vergelijking meer voor de hand zou liggen.

Aan de rechterkant zien we een zieke op een kruiwagen die naar Jezus gebracht wordt en andere smekende zieken.
Vlak bij Jezus staat een moeder met een kind op haar arm, terwijl een apostel (met hete iconografisch gebruikelijke uiterlijk van Petrus) haar lijkt weg te duwen.
De man daarnaast met de hand voor zijn mond is de rijke jongeman die schrikt van Jezus' opdracht. Rembrandt heeft hem rijk gekleed.
Geheel links staan andere apostelen en farizeeën.

Techniek

Rembrandt combineerde voor deze plaat de etstechniek met burijn en droge naald. Een burijn is het gereedschap van een kopergraveur en zorgt voor scherpe, dunne lijnen, terwijl de droge naald groeven met een braam maakt, die tijdens het afdrukken inkt opnemen en resulteren in rafelige of fluwelige lijnen die meer op penseelstreken lijken.
Vanwege deze twee verschillende technieken is lange tijd gedacht dat Rembrandt ook in twee verschillende periodes aan de prent heeft gewerkt en zelfs al in de jaren 1630 aan de prent was begonnen, maar sinds de jaren 1980 is de consensus onder kunsthistorici dat de ets grotendeels in 1647-1649 is gemaakt. Er bestaan ook maar twee versies van die alleen in details verschillen. Het verschil in stijl tussen met name de linker- en de rechterhelft kan verschillende oorzaken hebben. Rembrandt was juist in deze periode aan het experimenteren en maakte een grondige stijlontwikkeling door. Het is ook mogelijk dat Rembrandt bewust een tegenstelling heeft gecreëerd tussen lichte, schetsmatige en donkere, uitgewerkte passages. Door deze twee stijlen te combineren tot een harmonisch geheel bewees hij zijn virtuositeit. Er zijn vrij veel tekeningen bewaard gebleven met schetsen voor afzonderlijke figuren en groepen, die van rond 1647 dateren.
Rembrandt van Rijn (1606-1669)
Honderdguldenprent (±1648)
Ets, 28 x 39 cm
Amsterdam - Rijksmuseum
2016 Paul Verheijen / Nijmegen