Paul Verheijen

TITUS BRANDSMA

Moderne heilige

Verzet

Anno Sjoerd Brandsma (23-02-1881 Oegeklooster (bij Bolsward) - 26-07-1942 Dachau) werd op 17-jarig leeftijd karmeliet in Boxmeer met de kloosternaam Titus.
Van de zes kinderen (4 meisjes en 2 jongens) van dit gezin uit een oud Fries boerengeslacht gingen er overigens vijf het klooster in.
Brandsma koos op 17-jarige leeftijd voor de karmelieten omdat deze orde voor hem - kampend met een zwakke gezondheid - een combinatie mogelijk maakte van praktijk en bezinning.
Hij studeerde filosofie in Rome, werd docent filosofie aan het studiehuis van de karmelieten in Oss en in 1923 hoogleraar wijsbegeerte en geschiedenis van de vroomheid in Nijmegen.
Hier richtte hij het Instituut voor Nederlandse mystiek op en vertaalde hij met anderen de werken van Theresia van Avila.
Omdat hij de katholieke media - als geestelijk adviseur van de rooms-katholieke journalistenvereniging - aanspoorde propaganda van Nazi-Duitsland en advertenties van de NSB niet af te drukken, werd hij gearresteerd.
De kopstukken van het nationaal-socialisme omschreef hij als 'pseudogoden' en hun leer als 'pseudoreligie'.
In geschriften toonde hij zich pacifist en voorstander van onvoorwaardelijke ontwapening.

Arrestatie

In januari 1942 wordt Brandsma in zijn klooster gearresteerd.
Zijn toenmalige secretaris Jan Haagen is ooggetuige.
Om half vijf werd er door de portier gebeld. Er zouden twee studenten voor Titus zijn. Titus nam een kistje sigaren mee, iets wat hij altijd deed als er studenten aan de deur waren en ging naar beneden. De twee studenten bleken een SD'er en een NSB'er te zijn. Pater Titus bleef rustig onder de mededeling dat hij gearresteerd was. Door zijn rust werden de twee steeds zenuwachtiger. In hun zenuwen konden ze het telefoonnummer van de gevangenis niet vinden. Brandsma zocht het voor ze op en zei: Draait u u dit nummer maar heren. Toen het tijd was om te vertrekken zei hij: Heren, laten we gaan. De trein wacht niet, zelfs niet voor de SD.
Een dergelijke getuigenis begint al aardig op een hagiografie te lijken.

Na gevangenschap in Arnhem, Scheveningen, kamp Amersfoort en Kleef, belandde hij in concentratiekamp Dachau.
Op 19 juli werd Titus aldaar opgenomen in het Krankenrevier.
Een anonieme bron meldt dat er experimenten op hem zijn uitgevoerd: 'Hij is vernederd en onteerd.'
Desondanks beschouwde hij zijn bewakers als 'kinderen van de goede God'.
Na enige dagen is hij bewusteloos geraakt en abgespritzt, met een injectie om het leven gebracht, op 26 juli 1942 om 14.00 uur.

Johannes Paulus II (paus van 1978-2005; feestdag 22 oktober) verklaarde hem in 1985 zalig en paus Franciscus in 2022 heilig (15 mei).
Zijn kerkelijke feestdag is 27 juli.
Naar hem zijn in veel Nederlandse gemeenten kerken, scholen of straten, vooral in steden waar karmelieten zich hadden en hebben gevestigd.

Zes panelen

In 1909 werd in Nijmegen de Jozefkerk gebouwd als parochiekerk, in eerste instantie bediend door jezuïeten, maar in 1995 overgenomen door de karmelieten.
De kerk kreeg toen een nieuwe naam: Titus Brandsma Gedachteniskerk.
In deze kerk zijn de hierboven afgebeelde zes grote panelen aan de muur bevestigd, gemaakt door Arie Trum, die elk iets uitbeelden van dit leven van Titus Brandsma:
  • 1 - Geboren op een boerderij in Oegeklooster
  • 2 - Toegetreden tot de orde van de Karmel
  • 3 - Mysticus die God aan het werk zag in de natuur (Niagara-Falls) en in mensen
  • 4 - Hoogleraar aan de universiteit van Nijmegen
  • 5 - Adviseur van de katholieke pers
  • 6 - Kamp Dachau
In deze kerk bevindt zich ook het unieke Apostelraam van Jan Toorop.

Voorbeeld

Het leven van Titus Brandsma is niet gestileerd naar middeleeuwse modellen, zoals de meeste zaligen en heiligen uit de moderne tijd.
Zijn leven verzet zich feitelijk ook tegen een traditionele katholieke vorm van verering, ondanks de toenemende belangstelling voor de bedevaart die ter ere van hem in Nijmegen wordt gehouden.
Authentiek is zijn voorbeeldfunctie te noemen: hij biedt troost en hoop en is een moderne martelaar.

In 1942 tekende medegevangene John Dons - een Utrechtse schilder en verzetsman (op 9 juli 1942 bij Fort Rhijnauwen geëxecuteerd) - hem clandestien in de ziekenbarak van het Polizei-Durchgangslager Amersfoort (PDA).
Het is een realistisch portret van gevangene 58, geenszins lijkend op zoete heilige devotieprentjes.

Wonder

Het wonder dat Titus Brandsma als zalige nog nodig had om ook heilig te kunnen worden, betreft de genezing van de Amerikaanse priester Michael Driscoll.
Bij hem werd in 2004 uitgezaaide huidkanker geconstateerd en tijdens zijn ziekte bad hij dagelijks tot Titus Brandsma, waarbij hij een stukje van Brandsma's habijt, verpakt in een gouden kandelaar, in zijn hand hield.
Een door de paus ingesteld team van medisch adviseurs stelde eind 2019 vast dat de genezing van Driscoll, die tevens werd geopereerd en 35 dagen werd bestraald, 'uit wetenschappelijk oogpunt onverklaarbaar' was.

Verfilming?

De Friese regisseur Steven de Jong, geboren 26 juni 1962 Scharsterbrug bij Heerenveen, werkt al een aantal jaren met Dick van den Heuvel aan een script over zijn provinciegenoot.
De nadruk ligt daarin op de laatste maanden van het leven van Titus Brandsma.
Het is de bedoeling dat de opnames in 2022 plaatsvinden.
Pater Titus, zoals de werktitel luidt, zou begin mei 2023 in de bioscopen te zien moeten zijn.
KRO-NCRV heeft volgens de regisseur interesse om deel te nemen aan het project.
Wie de hoofdrol gaat spelen, is nog niet bekend.
Arie Trum (1946)
Titus Brandsma (2010)
Zes panelen
Nijmegen - Titus Brandsma Gedachteniskerk (v/h Sint Jozefkerk)

John Dons (1915-1942)
Gevangene 58 (1942)
Potloodtekening, 15 x 21 cm
Boxmeer - Nederlands Carmelitaans Instituut
2016 Paul Verheijen / Nijmegen