Paul Verheijen

VAN EYCK

Madonna in de kerk

Diptiek en lijst

De meeste kunsthistorici beschouwen dit paneeltje als de linkervleugel van een oorspronkelijk tweeluik.
Vermoedelijk bevatte de tegenoverliggende vleugel een portret van de opdrachtgever.
Nadat het in 1874 was gekocht door de Berlijnse Gemäldegalerie, werd het drie jaar later gestolen.
Het keerde snel terug, maar zonder de originele lijst die nooit werd teruggevonden.
Uit een gedetailleerde inventaris kennen we de tekst die op de originele lijst is ingeschreven.
FLOS FLORIOLORUM APPELARIS
(Gij wordt de bloem onder de bloemen genoemd) op de onderkant en een verwijzing naar een van de vele eretitels voor Maria.
MATER HEC EST FILIA - PATER HEC EST NATUS - QUIS AUDIVIT TALIA - DEUS HOMO NATUS ETCET
(Deze moeder is dochter - deze vader is geboren - wie heeft hiervan vernomen - God is als mens geboren etcetera), op de zijkant.
Het zijn de beginwoorden van de derde strofe van de anonieme middeleeuwse kersthymne Dies est laetitiae.

De afmetingen van het paneeltje zijn zodanig klein dat het gezien moet worden als een devotioneel tweeluik.
Een kleinere omvang verhoogde de draagbaarheid en de betaalbaarheid en moedigde de kijker aan om de ingewikkelde details beter te zien.
Over de datering van het paneeltje bestaat geen overeenstemming.

Drievoudige presentatie

Dit paneeltje toont een gekroonde Maagd Maria die het kind Jezus in een gotische kathedraal vasthoudt.
Maria wordt door Van Eyck aldus op drievoudige wijze gepresenteerd als
  • koningin van de hemel met een met juwelen bezaaide kroon
  • moeder van Christus
  • personificatie van de ecclesia triomphans, de zegevierende kerk.
De Mariafiguur herinnert aan een beeldtype dat rond 1400 gangbaar was.
Het stond bekend als Schöne Madonna in tegenstelling tot de blokachtige, in hoekige gewaden geklede Maria.
Kenmerkend zijn de S-vormige kromming in Maria's houding, haar tengere gestalte, meisjesachtig gezicht, de kroon en de weelderige draperie met verfijnde kaligrafie op de zoom.

De manier waarop Madonna en Kind zijn afgebeeld - Jezus kijkt naar zijn moeder en grijpt op speelse wijze de kraag van haar rode jurk vast - herinnert aan de 13e-eeuwse Byzantijnse traditie van de Eleousa-iconen (Moeder van altijddurende bijstand).
Ze draagt een donkerblauwe mantel ​​- de kleur die traditioneel werd gebruikt om haar menselijkheid te benadrukken - over een rode jurk van verschillende geweven stoffen.
Op de zoom zijn nog enkele met goud vergulde Latijnse letters te lezen: R:SOL ... / LV[N]A.
De zon en maan verwijzen naar licht in kosmische verbanden.
Sommige kunstcritici menen dat de volledige tekst mogelijk zou kunnen verwijzen naar de Latijnse vertaling van het bijbelboek Wijsheid:
Est enim haec speciosiOR SOLE, Et super omnem dispositionem stellarum: LUCI comparata invenitur prior.
Deze tekst vinden we wel zo goed als volledig terug bij Maria op Het Lam Gods in Gent.

Het gotische maaswerk in de boog aan de achterkant van het schip bevat houten gravures met scènes uit het leven van Maria, terwijl een imitatie sculptuur in de linkernis laat zien dat ze het kind in een vergelijkbare houding houdt.

Net als andere Byzantijnse afbeeldingen van de Madonna, beeldt Van Eyck een monumentale Maria af, onrealistisch groot in vergelijking met haar omgeving.
Dat wordt des te duidelijker als we kijken in een doorkijk aan de rechterkant.
Twee personen gekleed in pluviale, een koorkap, zingen daar uit een hymneboek, mogelijk de tekst die op de lijst geschreven is.
De linker figuur is een engel met rode vleugels, de rechter duidelijk een mens, een diaken?
Zij zijn in verhouding tot het kerkinterieur veel kleiner weergegeven dan Maria.

Lichtstralen vallen door de ramen de kathedraal binnen en monden uit in twee lichtbaden op de vloer.
Wanneer we er vanuit gaan dat de afgebeelde kerk zoals gebruikelijk met de apsis naar het oosten is gericht, betekent dit dat het zonlicht vanuit de noordelijke ramen binnenvalt, hetgeen feitelijk niet mogelijk is.
Het licht is dus waarschijnlijk bedoeld om symbolisch het goddelijke te vertegenwoordigen.
Licht dat door glas stroomt zonder het te verbrijzelen was bovendien een populair middel om het mysterie van de incarnatie te laten zien, symbool voor de virgo intacta, de ongerepte maagd.

Kathedraal

Van Eycks eerdere werk toont vaak kerken en kathedralen in Romaanse stijl, soms om de tempel in Jeruzalem te vertegenwoordigen als een geschikte historische setting, met decoratie die uitsluitend uit het Eerste Testament afkomstig is.
Dat is hier duidelijk niet het geval, want de kerk is hedendaags gotisch - een keuze die werd bepaald om Maria te presenteren als personificatie van de ecclesia triumphans - terwijl haar pose en extra grote schaal vallen binnen de vormen en conventies van de Byzantijnse kunst en de internationale gotiek.
Van Eyck detailleert de architectuur met een precisie die nog niet eerder werd gezien in de Noord-Europese schilderkunst.
Men heeft geprobeerd de kerk op het schilderij aan een bepaalde kathedraal te koppelen, maar waarschijnlijk gaat het om een geïdealiseerde kathedraal die Van Eyck als een perfecte architecturale ruimte beschouwde om Maria in te plaatsen.
Ongewoon voor een 13e-eeuwse gotische kathedraal is bijvoorbeeld dat de meeste ramen van helder glas zijn.
Jan van Eyck (ca 1390-1441)
Madonna in de kerk (1438-40?)
Olieverf op eiken paneel, 31 x 14 cm
Berlijn - Gemäldegalerie
2016 Paul Verheijen / Nijmegen