Paul Verheijen

GUSTAV KLIMT

Judit

Femme Fatale

De schilderijen Judth I en Judith II zijn ontstaan met een tussentijd van acht jaar en vormen een verdere ontwikkeling van het type femme fatale in het oeuvre van Gustav Klimt.
Klimts Judit is geen bijbelse heldin, maar een typische tijdgenote, wat bijvoorbeeld duidelijk wordt uit de kostbare hondehalsband van Judith I die toen in de mode was.
Met deze schilderijen schiep hij een type vrouw à la filmdiva's als Greta Garbo en Marlene Dietrich lang voordat het woord vamp bestond.
Trots, afwijzend en raadselachtig houden ze de toeschouwer - de man - in de ban.
In Judit verenigen zich Eros en Thanatos, Liefde en Dood, waarvoor in die tijd zeer veel interesse was.
De dood is nog net zichtbaar in de rechterbenedenhoek: het afgehakte hoofd van Holofernes.
Ze kijkt de toeschouwer liefdevol en zelfverzekerd aan en zonder gêne toont ze haar blote borst.
Klimt beeldt Judit af buiten de dan geldende conventies, maar doet dat op een respectvolle manier.
Het Judit-thema is bij Klimt een indringend symbool voor de door de vrouw gestrafte man die moet betalen met zijn leven en is de vrouw een perfect voorbeeld van grote moed en vastberadenheid in dienst van een ideaal.
Judit kun je eveneens zien als een statement: een vrijgevochten vrouw heeft ook het recht om op deze manier te poseren.

Provocatie

Klimt provoceerde hiermee de joodse bourgeoisie door aan een religieus taboe te komen.
De halfgesloten ogen en iets geopende lippen drukken een orgastische vervoering uit van een volgens het verhaal vrome joodse weduwe.
Judit lijkt dan ook meer op Salome uit het Tweede Testament die om het hoofd van Johannes de Doper vraagt.
In catalogi en tijdschriften krijgen deze werken dan ook vaak de titel Salome.

Lijst

Beide werken zijn niet los te zien van hun lijsten die zijn verguld en zo het aanzien krijgen van een Byzanthijnse icoon.
De lijst van Judith I is een product van Gustavs broer Georg Klimt die goudsmid was.
In de lijst wordt het decor van het schilderij voortgezet op een manier die de prerafaëlieten hadden ontwikkeld en die in Klimts tijd erg populair was.
Alsof het een fotomontage betreft contrasteert het plastisch gemodelleerde geschminkte gezicht met het ornamentieke decor.
Gustav Klimt (1862-1918)

afbeelding links:
Judth I (1901)
Olieverf op linnen, 84 x 42 cm
Wenen - Östereichische Galerie

afbeelding rechts:
Judth II (Salome) (1909)
Olieverf op linnen, 178 x 46 cm
Venetië - Galleria d'Arte Moderna
2016 Paul Verheijen / Nijmegen