Eerste TondoDit werk met een Piëta als onderwerp, is een van de belangrijkste uit de Bourgondische schilderkunst.Op grond van materiële en stilistische redenen wordt het toegeschreven aan Johan Maelwael (circa 1370-1415), oom van de Nijmeegse Gebroeders Van Lymborch. Maelwael, zijn naam betekent letterlijk Het is hoogstwaarschijnlijk de eerste tondo uit de westerse kunstgeschiedenis. Het bijzondere van dit werk is dat het op de voorzijde afbeeldingen van een kruisafneming combineert met het thema van de Man van Smarten. We zien de pas van het kruis genomen Christus die onder zijn oksels wordt opgetild door God de Vader. Tussen de hoofden van God en Christus vliegt de Heilige Geest in de vorm van een duif, gebruikelijk bij afbeeldingen van de Genadestoel. Maria, met licht gefronste wenkbrauwen, houdt haar zoon bij de arm, geflankeerd door een treurende Johannes en links zes engelen. Deze afgebeelde engelen passen bij een Man van Smarten-uitbeelding. Het thema was rond 1400 zeer populair in Frans aristocratische kring, in het bijzonder de koninklijke familie. Hoewel het hier de dode Christus betreft, ligt er toch bijzonder veel nadruk op de passiewonden. Zie hoe het bloed, geschilderd met karmozijn rode lak, nog rijkelijk stroomt uit zijde en handen, als ware het een koraalrood sieraad. |
CompositieDe ronde vorm van de Piëta betekende dat Maelwael de figuren compact moest weergeven en zich moest focussen op de hoofdgroep bestaande uit God de Vader, Christus, Maria en Johannes.Hoogst expressief drukt elke figuur een eigen emotie uit. We zien het subtiel gekleurde rood van de mantel van Johannes terugkeren in de gewaden van enkele engelen. Het blauw van de mantels van God en Maria, geschilderd in ultramarijn blauw pigment (in die tijd duurder dan bladgoud), complementeren elkaar ondanks een licht chromatisch verschil. Maelwael heeft dit mogelijk opzettelijk aangebracht om het verschil tussen beiden aan te geven. De dode Christus wordt overeind gehouden door zijn Vader en twee engelen, terwijl de overige engelen op de achtergrond enig leven en variëteit aanbrengen. Hun gezichten drukken lijden en wanhoop uit. Maria klemt zich vast aan het levenloze lichaam van haar zoon, terwijl Johannes bedroefd toekijkt. Maelwael geeft de hele groep in realistisch verdriet weer tegen een abstract bladgouden achtergrond. |
![]() WapenschildAan de achterzijde van het werk, werd het wapenschild van de hertog van Bourgondië, Filips de Stoute (1363-1404), geschilderd.Het werk is kort na 1400 ontstaan in zijn opdracht en wordt mogelijk beschreven in een inventaris van Filips de Goede uit 1420. Maelwael was de hofschilder van deze Filips de Stoute, een van de redenen om dit niet gesigneerde werk aan hem toe te schrijven. Filips de Stoute schijnt een speciale verering te hebben gehad voor de Heilige Drievuldigheid. Vermoedelijk gebruikte hij de tondo als draagbaar retabel tijdens zijn reizen wanneer hij zijn huiskapellen bezocht van zijn verschillende residenties. |
Johan Maelwael (Jean Malouel) (±1371-1415)
Pietà (±1400) Olieverf (tempera?) en goud op eikenhout, diameter 52 cm / 64,5 cm (met lijst) Parijs - Louvre |