Paul Verheijen

IGOR MITORAJ

Hoofd Johannes de Doper

Synopsis

Matteüs Marcus Lucas
In die tijd hoorde ook Herodes, de tetrarch, over Jezus vertellen, en hij zei tegen zijn hovelingen: ‘Dat moet Johannes de Doper zijn; hij is opgewekt uit de dood en daardoor beschikt hij over zulke wonderbaarlijke krachten.’ Herodes had Johannes destijds laten arresteren en in de boeien laten slaan en hem in de gevangenis geworpen vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus. Johannes had namelijk tegen hem gezegd: ‘U mag haar niet tot vrouw nemen.’ En hoewel hij hem wilde doden, deed hij dat niet uit vrees voor het volk, dat hem voor een profeet hield.
Toen Herodes een feest gaf ter gelegenheid van zijn verjaardag, danste de dochter* van Herodias te midden van de aanwezigen, en dat viel bij Herodes in de smaak. Daarom beloofde hij haar te geven wat ze maar zou vragen, en hij bezegelde die belofte met een eed. Door haar moeder daartoe aangezet zei ze: ‘Breng me dan op een schaal het hoofd van Johannes de Doper.’ Dit bedroefde de koning, maar omdat hij in het bijzijn van zijn gasten een eed gezworen had, beval hij dat men het haar zou brengen, en hij gaf opdracht Johannes in de gevangenis te onthoofden. Het hoofd werd op een schaal binnengebracht en aan het meisje gegeven, en zij bracht het naar haar moeder. Zijn leerlingen kwamen het lijk halen, begroeven het en gingen daarna naar Jezus om het Hem te vertellen.
(Mt 14,01-12)
Koning Herodes hoorde van Hem, want zijn naam was overal bekend geworden. Sommigen zeiden: ‘Johannes de Doper is opgewekt uit de dood en daardoor beschikt Hij over zulke wonderbaarlijke krachten.’ Maar anderen zeiden: ‘Het is Elia,’ en weer anderen zeiden: ‘Hij is een profeet zoals die er vroeger waren.’ Toen Herodes dit allemaal hoorde, zei hij: ‘Het is Johannes, die ik heb onthoofd, die weer is opgestaan.’ Want Herodes had Johannes gevangen laten nemen en hem, aan handen en voeten geketend, laten opsluiten vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, met wie hij getrouwd was. Johannes had namelijk tegen Herodes gezegd: ‘U mag niet trouwen met de vrouw van uw broer.’ Sindsdien had Herodias het op hem gemunt en wilde ze hem doden, maar ze kreeg er de kans niet toe, want Herodes had ontzag voor Johannes, omdat hij wist dat hij een rechtvaardig en heilig man was, en hij nam hem in bescherming. En hoewel hij altijd in grote onzekerheid verkeerde als hij naar hem geluisterd had, bleef hij hem toch graag horen. Op een keer deed zich echter een gunstige gelegenheid voor, toen Herodes op zijn verjaardag een feest gaf voor zijn hovelingen en de hoge militairen en de voornaamste inwoners van Galilea. De dochter van Herodias kwam binnen om voor Herodes en zijn gasten te dansen, wat bij hen erg in de smaak viel. De koning zei tegen het meisje: ‘Vraag me wat je maar wilt, en ik zal het je geven.’ En hij bezwoer haar: ‘Wat je ook vraagt, ik zal het je geven, al was het de helft van mijn koninkrijk!’ Ze ging naar haar moeder en vroeg: ‘Wat zal ik vragen?’ Haar moeder zei: ‘Het hoofd van Johannes de Doper.’ Haastig ging ze weer naar binnen, stapte recht op de koning af en zei tegen hem: ‘Ik wil dat u me nu meteen op een schaal het hoofd van Johannes de Doper geeft.’ Dit bedroefde de koning zeer, maar hij wilde het haar niet weigeren omdat hij in het bijzijn van zijn gasten een eed had gezworen. Hij stuurde meteen iemand van zijn garde weg met het bevel hem het hoofd te brengen. De soldaat ging naar de gevangenis en onthoofdde Johannes. Hij bracht het hoofd binnen op een schaal en gaf het aan het meisje, en zij gaf het aan haar moeder. Toen zijn leerlingen hiervan hoorden, gingen ze zijn lijk halen en legden het in een graf.
(Mc 6,14-29)
Maar de tetrarch Herodes, die door Johannes was terechtgewezen in verband met Herodias, de vrouw van zijn broer, en vanwege al zijn andere wandaden, voegde aan alle slechte dingen die hij had gedaan nog toe dat hij Johannes opsloot in de gevangenis.

[...]

Herodes, de tetrarch, hoorde wat er allemaal gebeurde en raakte in grote verwarring omdat sommigen zeiden dat Johannes uit de dood was opgewekt, terwijl anderen beweerden dat Elia was verschenen, en weer anderen dat een van de oude profeten was opgestaan. Herodes zei: ‘Johannes heb ik laten onthoofden; wie is dan degene over wie ik dergelijke dingen hoor?’ Hij zocht naar een gelegenheid om Hem te ontmoeten.
(Lc 6,19-20 en 9,7-9)
Opmerkelijk in deze synopsis is dat de evangelist Lucas Johannes' levenseinde slechts summier en fragmentarisch meldt en dat de vierde evangelist, Johannes, over Johannes' dood helemaal niets schrijft.
* De dochter heeft geen naam, maar Flavius Josephus noemt haar Salomé als dochter van Herodias en Philippus; zij is in dat geval dus een stiefdochter van Herodes.

Het hoofd

Niet alleen tegenwoordig, ook in de middeleeuwen, maakte men zich al vrolijk over de hoeveelheid hoofden van Johannes de Doper die op verschillende plaatsen als relieken werden getoond.
Johannes' stoffelijke resten werden wijd verspreid en veroorzaakten tevens een enorme hoeveelheid aan afbeeldingen van deze heilige.
Daar kwam bij dat het Rituale Romanum uit 1614 verplicht stelde dat elke doopkerk of -kapel een afbeelding van De Doper diende te hebben.
Vanaf de 13de eeuw was het hoofd op een schotel al een geliefd geïsoleerd thema in de christelijke iconografie.

Omzwachteld

Igor Mitoraj ontwierp voor de Santa Maria degli Angeli e Martiri in Rome in 2006 nieuwe bronzen deuren.
Als dank voor deze opdracht schonk hij de kerk dit hoofd op een schotel van Johannes de Doper in neo-klassieke stijl.
Het marmer kwam uit Carrara.
Het hoofd van Johannes de Doper staat in de lijn van andere omzwachtelde hoofden die Mitoraj maakte in zijn carrière.
Met dit beeld voldoet de Petruskapel in deze kerk - waar het hoofd is opgesteld - waarschijnlijk ten overvloede - aan de eis van het Rituale Romanum.
Igor Mitoraj (1944-2014)
Hoofd Johannes de Doper (2006)
Marmer
Rome - Basilica Santa Maria degli Angeli e dei Martiri (Petruskapel)
2016 Paul Verheijen / Nijmegen