Paul Verheijen

ANTONIO PUGLIESCHI

Vincentius a Paulo

Lazaristen

Vincentius a Paolo werd in 1578 of 1581 uit een boerenfamilie te Pouy (nu Saint-Vincent-de-Paul) geboren. Hij werd in 1600 priester gewijd. Hij verbleef enkele jaren in Rome, behaalde te Parijs het licentiaat in het kerkelijk recht en werd huispriester en leraar bij een generaal van de koninklijke galeien. Deze positie stelde hem in staat het lot van galeiboeven en slaven op de schepen te verbeteren. Hij zou zelfs eens de plaats van een mishandelde en afgematte man ingenomen hebben.
Intussen werkte Vincentius ook onder de arme plattelandsbevolking. Hij nam zich voor zijn leven volledig aan de zorg voor de armen te wijden en begon priesters als medewerkers rond zich te verzamelen. Dat leidde tot de stichting van zijn Congregatio Missionis, begonnen te Parijs in het College des Bons Enfants, spoedig verlegd naar het klooster van Saint-Lazare. Naar dit klooster werden zijn volgelingen 'lazaristen' genoemd. Hij bracht een vereniging van vrouwen tot stand gebracht voor de verzorging van armen en eenzame zieken, de Confrerie des Dames de la Charite, die zich spoedig overal verspreidde. De Parijse groep daarvan groeide uit tot de Filles de la Charité. Dit werd de eerste congregatie van religieuze vrouwen in de geschiedenis die zich zonder belemmering van bindende geloften en kloostermuren kon wijden aan caritatieve taken. Vincentius richtte in Saint- Lazare gaarkeukens op en zette zich in voor leniging van de hongersnood en voor de wederopbouw in de verwoeste provincies rond Parijs.
In 1660 stierf Vincentius en werd zijn lichaam bijgezet in het moederhuis van de lazaristen in Parijs, zijn hart in een kapel aan dezelfde straat.
Vincentius werd in 1729 zalig en in 1737 heiligverklaard. Leo XIII (paus van 1878-1903) riep hem uit tot patroon van alle katholieke verenigingen die zich aan werken van naastenliefde wijden. Het Roomse Martelaarsboek herdenkt hem op 19 juli en 27 september.

Barbarije

Toen Vincentius eens per schip onderweg was van Marseille naar Toulouse, werd de boot overvallen door moslimpiraten. De christenen zagen zich al snel gedwongen zich over te geven. Daarop hakten de piraten de kapitein in stukken, sloegen de rest in de ketenen en zetten koers naar Barbarije. In Tunis werd Vincentius gekocht door een visser, die hem weer doorverkocht aan een oude dokter, vervolgens aan een afvallige christen. Deze laatste had oprecht berouw van zijn afvalligheid en kwam met Vincentius overeen dat ze samen zouden vluchten. Ze staken de Middellandse Zee over in een klein bootje en kwamen tenslotte veilig in de buurt van Marseille aan land.
Dit verhaal is waarschijnlijk ontstaan vanwege de zorg die Vincentius had voor galeiboeven. Het zeeroververhaal past echter beter in een avontuurlijke context met prachtige namen als Barbarije dat van de 16e tot in de 19e eeuw de benaming was van een gedeelte van de kustgebieden van Noord-Afrika. In die periode zouden er ruim een miljoen Europeanen zijn ontvoerd. Sommige werden vrijgelaten voor losgeld, andere werden gehouden onder slechte condities. Barbarije stamt af van het Griekse barbaros, barbaar, een onomatopee van de onverstaanbare talen die vreemdelingen spraken in de oren van de oude Grieken dat klonk als gebrabbel, rabarberrabarber. Het woord kwam weer in gebruik, nadat tussen de 16de en 19de eeuw de Middellandse Zee constant geplaagd werd door moslimpiraten en kapers. Hierdoor waren de Europese opkomende machten geneigd de moslims te zien als ver van de wereld van beschaving en dus Barbarijns. Vincentius wist deze barbaren natuurlijk te ontvluchten.

Jansenisme

In de bul van zijn heiligverklaring wordt Vincentius geroemd als een der eerste aanklagers van het jansenisme dat door hem meer dan door wie ook is bestreden. Het jansenisme was een religieuze en politieke beweging uit de 17e en 18e eeuw, die vooral in Frankrijk ontstond als reactie op bepaalde ontwikkelingen in de Kerk en de toenmalige absolute monarchie. De beweging was genoemd naar de Leuvense hoogleraar en bisschop van Ieper Cornelius Jansenius (1585-1638). Zijn boek Augustinus dat na zijn dood verscheen, legde sterk de nadruk op de predestinatie en werd door de paus als ketters veroordeeld.
N.B.: Dit jansenisme vormde overigens ook indirect de aanleiding voor het Utrechtse Schisma, een kerkscheuring in de Noordelijke Nederlanden. Petrus Codde (1648-1710) was apostolisch vicaris in Utrecht. Hij werd verdacht en door de jezuïeten beschuldigd van jansenistische sympathieën. Hij verdedigde zich vergeeft tegenover Rome en dit leidde tot zijn schorsing door Clemens XI (paus van 1700-1721), en zijn definitieve ontslag uit het ambt. De hoge Utrechtse geestelijkheid, verenigd in het kapittel, koos daarop eigenmachtig een 'jansenistische' opvolger, Cornelius Steenoven (1661-1725), als nieuwe aartsbisschop van Utrecht. Dit veroorzaakte een schisma tussen de Rome-getrouwe clerus en de volgelingen van bisschop Steenoven, de Oud-Bisschoppelijke Cleresie, later oudkatholieke kerk, ook wel jansenistenkerk geheten.

Vincentiusvereniging

Naast de voortzetting van Vincentius' werk door zijn lazaristen, wier kloosters zich over de hele wereld verspreidden, ontstond in de 18e eeuw een niet onbelangrijke lekenbeweging, waarvan de leden zich inzetten voor de zorg voor de armen. In 1833 werd te Parijs een discussiegroep opgericht met als doel het beoefenen van liefdadigheid in de geest van 'Monsieur Vincent'. Na twee jaar werd de groep zo groot dat met het oog op het werk een duidelijke organisatie noodzakelijk werd. Men noemde de vereniging, die al na een decennium in andere Europese landen vertakkingen begon te krijgen, Societé de Saint Vincent de Paul. In Nederland werd dat de Vincentius-vereniging en voor vrouwen de Elisabethvereniging.

Afbeelding

Vrijwel alle afbeeldingen van Vincentius, zoals van zoveel anderen uit de periode van de contrareformatie gaan terug op een tijdens zijn leven vervaardigd realistisch portret.
Het hier afgebeelde grote schilderij is vervaardigd door Antonio Puglieschi. In 1739, twee jaar na Vincentius' heiligverklaring, werd het geplaatst in een kapel van de San Jacopo sopr'Arno in Florence. Een schilderij met een afbeelding van Jozef door Ottavio Dandini werd daarom verwijderd. Het is onduidelijk wanneer en waarom Puglieschi het werk heeft geschilderd.
Als in een visioen wordt Vincentius door Maria gepresenteerd aan Jezus die zetelt op een wolk. De vrouw met het lammetje op haar schoot aan de voeten van Vincentius moet mogelijk Agnes voorstellen.
Antonio Puglieschi (1660-1732)
La Visione di San Vincenzo de'Paul (1716 / 1729-31?)
Olieverf op doek, 320 x 216 cm
Florence - Chiesa di San Jacopo sopr'Arno (Cappella di San Giuseppe)
2016 Paul Verheijen / Nijmegen