De Latijnse naam Vincentius is afgeleid van het werkwoord vincere en betekent 'de overwinnende', doelend op de overwinning van het christendom op het heidendom.
Jacobus de Voragine verklaart het met zijn gebruikelijke symbolische etymologie in zijn Legenda Aurea als komend van vitia incendens, 'de zonden verbrandend', of vincens incendia, 'branden overwinnend', of victoriam tenens, 'de overwinning vasthoudend'.
De rooms-katholieke kerk vereert circa dertig mannen met die naam als zalige (ZA) of heilige.
Hieronder een chronologisch lijstje en de liturgische feestdag:
- Vincentius van Lyon - eerste eeuwen - 2 juni
- Vincentius van Rome - 192(?) - 25 augustus
- Vincentius subdiaken van Sixtus II - 3e eeuw - 7 augustus
- Vincentius van Agen - ±292 - 9 juni
- Vincentius van Ávila - 303 - 27 oktober
- Vincentius van Zaragoza - 304 - 22 januari
- Vincentius van Puigcerdá / Embrun - 305 - 22 januari
- Vincentius van Lérins - ±445 - 24 mei
- Vincentius van Xaintes - 5e eeuw(?) - 1 september
- Vincentius van Santo Clodio - 6e eeuw - 11 maart
- Vincentius Madelgarius - 677 - 14 juli
- Vincentius Kadlubek (ZA) - 1160-1223 - 8 maart
- Vincentius Ferrer / Ferrerius - 1350-1419 - 5 april
- Vincentius a Paulo - 1581-1660 - 27 september
- Vincentius van Sint-Jozef (ZA) - 1622 - 10 september
|
- Vincentius Caun (ZA) - 1626 - 20 juni
- Vincentius Carvalho / Carvaglio (ZA) - 1632 - 3 september
- Vincentius Shiwozuka - 1637 - 29 september
- Vincentius Le Rousseau de Rosencoat (ZA) - 1726-1792 - 2 september
- Vincentius de Cunha (ZA) - 1737 - 12 januari
- Vincentius Abraham (ZA) - 1740-1792 - 2 september
- Vincentius Strambi - 1745-1824 - 1 januari
- Vincentius Romano (ZA) - 1751-1831 - 20 december
- Vincentius Liem - 1773 - 7 november
- Vincentius Pallotti - 1795-1850 - 22 januari
- Vincentius Duong - tussen 1798 en 1853 - 24 november
- Vincentius Diem - 1838 - 24 november
- Vincentius Grossi (ZA) - 1845-1917 - 27 november
- Vincentius Tuong - tussen 1856 en 1862 - 24 november
|
|