Paul Verheijen

REMBRANDT

Kinderoffer

Molochoffer?

In Genesis stelt God de joodse aartsvader Abraham op de proef door hem te bevelen zijn zoon Isaak aan hem te offeren.
Dit verhaal en deze opdracht komt ons moderne mensen bij eerste en oppervlakkige lezing nogal bizar over.
Anders wordt het wanneer we het bezien als een polemisch verhaal tegen de in Kanaän toentertijd heersende cultus van mensen- of Molochoffers.
De opdracht eerstgeborenen aan een godheid toe te wijden was ook het jodendom bekend.
Voor eerstgeborenen betekende toewijding dat het werd geofferd, maar eerstgeboren ezels(!) en mensen mochten worden vrijgekocht * (Exodus 13, 1-13).
Een kinderoffer heeft naar men aanneemt nooit deel uitgemaakt van het joodse offerritueel.
Wel is er twee keer sprake van een vader die zijn zoon 'door het vuur liet gaan, naar de gruwelijke gewoonten van de volken die JHWH voor de Israëlieten had verdreven' (koning Achaz in 2 Koningen 16, 3 en koning Manasse in 2 Koningen 21, 6), maar dit wordt door de schrijver ten strengste afgekeurd.

Het begin van het Genesisverhaal lijkt 'gewoon' aan te sluiten bij zo'n Molochoffer, maar de clou is nu juist dat dit kinderoffer uiteindelijk wordt afgewezen.
(Genesis 22)
* Eén lid van de stam Levi nam dan de plaats in van een eerstgeborene en kocht deze op die manier vrij; die Leviet was a.h.w. zijn losgeld; als het aantal eerstgeborenen het aantal Levieten te boven ging, werden deze boventalligen met vijf sikkel vrijgekocht (Numeri 3, 5-51).

Flavius Josephus

De joodse historicus Flavius Josephus is veel uitgebreider dan de schrijver van het boek Genesis in zijn beschrijving van deze scène.
Wanneer het altaar in gereedheid is gebracht laat hij Abraham een klassiek vormgegeven redevoering houden.
Mijn zoon, ontelbaar waren de gebeden waarin ik God om jouw geboorte heb gevraagd, en toen je eenmaal geboren was, was geen moeite mij te veel om jou groot te brengen, en ik meende dat niets mij gelukkiger zou maken dan wanneer ik jou zou hebben zien opgroeien tot een man en ik aan het eind van mijn leven mijn heerschappij aan jou had nagelaten. Door Gods wil ben ik jouw vader geworden, en nu doe ik afstand van je omdat dat opnieuw Gods wil is. Draag het offer manmoedig. Ik sta jou af aan God, want dat is het eerbewijs dat hij van ons verlangt, als tegenprestatie voor de welwillendheid waarmee hij mij steeds heeft bijgestaan en geholpen. Je geboorte heeft plaatsgevonden in afwijking van wat in de natuur de regel is, ga dan nu heen uit dit leven op een manier die niet gewoon is, op weg gestuurd door je eigen vader naar God, de vader van alle mensen, bij wijze van offer. Ik denk dat jij het naar zijn oordeel niet verdient dat je het leven laat als gevolg van een ziekte of van een oorlog of van welk ander onheil de mensen maar kan treffen. Hij wil jouw ziel tot zich laten komen onder gebeden en heilig ritueel en haar bij zich houden. Voor mij zul je een beschermer en behoeder zijn in mijn ouderdom. Het is juist hiertoe dat ik je heb grootgebracht opdat ik mij verzekerd weet van God in ruil voor jou.
(Joodse Geschiedenis, Boek I, 228-231)

Typologie

Nogal wat christenen beschouwen het verhaal van Abraham en Isaak als een belangrijke prefiguratie van Christus, die zichzelf offerde om de mensheid vrij te kopen, te verlossen.
Protestanten zien daarbij Abrahams optreden als exemplarisch voor een rotsvast geloof, katholieken wijzen er met name op dat geloof altijd zichtbaar moet worden gemaakt in daden.
Dit verhaal werd dan ook veelvuldig in schilderijen uitgebeeld, waarbij de kunstenaars de bijbelse tekst op verschillende wijze interpreteerden, naar gelang het hun uitkwam.

De Koran

Ook de Koran schrijft over dit offer nadat Abraham God gebeden heeft om een zoon, antwoordt deze:

Daarop verkondigden Wij hem het goede nieuws van een zachtmoedige jongen. Toen die zover was dat hij met hem mee kon gaan zei hij: 'Mijn zoon, ik heb in de slaap gezien dat ik je zal offeren. Zie eens wat jij ervan vindt.' Hij zei: 'Mijn vader, doe wat je bevolen is. Je zult merken dat ik, als God het wil, iemand ben die geduldig volhardt.' Toen zij zich beiden [aan Gods wil] overgegeven haaden en hij hem op zijn voorhoofd had neergelegd, riepen Wij hem: 'Ibrahiem! Jij hebt de droom doen uitkomen. Zo belonen Wij hen die goed doen. Dit was duidelijk een beproeving.' En Wij gaven voor hem een geweldig offer in de plaats. En Wij lieten voor hem een goede naam bij het nageslacht na.

(Koran, Soera 37, 100-108)
Ondanks het feit dat de naam van Abrahams zoon hier niet wordt genoemd en er in de volgende verzen wordt gesproken over Ishaak, menen de meeste Korangeleerden dat het Abrahams zoon Ismaël is die geofferd zou moeten worden.

Lijfelijk verbod

Overeenkomstig de gevestigde beeldtraditie heeft Rembrandt het beslissende punt van het verhaal geschilderd.
De engel van JHWH komt tussenbeide op het moment dat Abraham zijn hand uitstak naar het mes, zoals de bijbeltekst schrijft.
Maar Rembrandt laat Abraham daarentegen het mes uit zijn handen vallen, omdat de engel hem lijfelijk tegenhoudt zijn zoon te kelen, in plaats van Abraham uit de hemel toe te spreken.
Hij laat verder duidelijk zien dat de handeling plaatsvindt op een bergtop, terwijl we links in de verte een nevelige vallei zien.
Ook zien we rechtsonder gekloofd hout als brandstapel.
Het is goed mogelijk dat Rembrandts tijdgenoten de vondst het mes in vrije val te schilderen bewonderd hebben.

Verschillen

Zelf schijnt Rembrandt niet helemaal tevreden te zijn geweest met de eerste versie, want een jaar later schilderde hij een tweede.
Hij signeerde dit werk als volgt: Rembrandt. verandert. En over geschildert. 1636.
Nu komt de engel niet van opzij aanzweven, maar recht van achteren.
De greep van de engel om Abrahams pols is krachtiger en met zijn linkerhand maakt hij een waarschuwend gebaar, dat wat minder theatraal aandoet dan in de eerste versie.
De in plaats van Isaak geofferde ram is in deze tweede versie toegevoegd, hoewel hij in het donkere landschap aan de linkerrand nauwelijks is te zien.

Gruwelijk?

Het ging Rembrandt in beide schilderijen om de grote lijn van het verhaal.
Gebruikmakend van het verticale doek koppelt hij de drie figuren aan elkaar, uitgaande van de engel linksboven, via de boog van Abrahams armen, naar het verlichte lichaam van Isaak.
Binnen deze boog valt het mes uit Abrahams rechterhand, terwijl hij opkijkt en beseft dat zijn zoon wordt gespaard.
Rembrandt heeft de textuur van Isaaks huid en spieren uitgewerkt in zacht licht, maar laat Isaaks gelaatsuitdrukking in het midden, omdat die wordt verborgen onder de hand van zijn vader, mogelijk om de gruwelijkheid van het verhaal daardoor ook te 'verbergen'.


Een kleine 20 jaar later maakte Rembrandt een ets met hetzelfde verhaal.
Als dit een voorstudie is voor een derde schilderij over het offer van Isaak, duikt dit werk misschien ooit nog een keer op.
De hoop is dan gevestigd op kunsthandelaar en kunsthistoricus Jan Six XI die een neus schijnt te hebben Rembrandts te ontdekken.
[Zie: 'Laat de kindertjes tot mij komen']

Caravaggeske engel?

Voor zover wij weten is Rembrandt nooit in het buitenland geweest, ondanks aanbevelingen eens in Rome kennis te maken met de scheppingen van grote kunstenaars.
Waarschijnlijk wilde Rembrandt geen tijd verdoen aan verre reizen.
Zijn beide leermeesters Jacob van Swanenburg (1571-1638) en Pieter Lastman (1583-1633) dachten daar anders over.
Van Swanenburg had 25 jaar in Italië gewoond en was getrouwd met een Napolitaanse en Lastman verkeerde vijf jaar lang in kunstenaarskringen in Rome en signeerde zijn werk met 'Pietro'.
Rembrandt kende dit werk uiteraard en bestuurde tevens schilderijen van de Utrechtse caravaggisten.
Zou Rembrandt de engel van Caravaggio uit de San Luigi dei Francesi in Rome horizontaal hebben gespiegeld (zie afbeelding) om model te staan voor zijn engel die Abrahams arm vastpakt?
Rembrandt van Rijn (1606-1669)
Het offer van Isaak
Olieverf op doek, 193 x 133 cm (1635, linkerafbeelding)
Sint Petersburg - Hermitage
Olieverf op doek, 195 x 132 cm (1636, rechterafbeelding)
München - Alte Pinakothek
Ets, 16 x 13 cm (1655)
Amsterdam - Rijksmuseum
2016 Paul Verheijen / Nijmegen