Paul Verheijen

AARTSVADERS (& AARTSMOEDERS)

Terminologie

De benaming aartsvader is de Nederlandse benaming en vertaling van Patriarch in de zin van 'voornaamste vader, stamvader'.
Het begrip wordt in allerlei bronnen nogal verwarrend zowel beperkt als vrij ruim gehanteerd voor
  • De afstammelingen vanaf de eerste mens
    Adam, Set, Enos, Kenan, Mahalalel, Jered, Henoch, Metuselach, Lamech en Noach
  • De afstammelingen vanaf de oudste zoon van Noach
    Sem, Arpachsad, Selach, Eber, Peleg, Reü, Serug, Nachor en Terach
  • De afstammelingen vanaf Terach
    Abraham
    Isaak
    Jakob
  • De 12 zonen van Jakob
    Ruben, Simeon, Levi, Juda, Zebulon, Issachar, Dan, Gad, Aser, Naftali, Jozef en Benjamin
In het gewone taalgebruik slaat 'aartsvader' gewoonlijk alleen op Abraham, Isaak en Jakob.
Met hen staan ook hun vrouw als matriarch of aartsmoeder in verband: Sara, Rebekka en Rachel, soms nog aanvullend voorafgegaan door Eva.
Het groots opgezette epos van de drie aartsvaders bestaat uit losse verhalen, anekdotes en novellen, die op veel en zeer verschillende bronnen en tradities teruggaan.
Het epos heeft een enorme hoeveelheid stof verleend aan de joods-christelijke iconografie.
Ze zijn te lezen vanaf hoofdstuk 12 van Genesis, het eerste boek van de Bijbel.
De verhalen van Abraham en Isaak zijn verweven met elkaar en de figuur van Jozef treedt bijzonder op de voorgrond in het deel van Jakob.

Heiligen

Alle drie aartsvaders hebben een plek gekregen op de christelijke liturgische kalender.
Abraham op 9 oktober, soms op 20 december als 'vader van alle gelovigen'.
Op 25 maart kreeg Isaak zijn feestdag als 'voorloper van Christus'
Hoewel er onduidelijkheid bestaat of Jakob als heilige van het Eerste Testament mag worden beschouwd vanwege zijn bedriegelijke activiteiten, heeft hij een herdenkdag, te weten op 5 februari (in andere bronnen ook op 2 januari, 6 oktober of 19 december).

Ook de (hoofd)vrouwen van de aartsvaders worden geschaard onder de heiligen van het Eerste Testament: Sara op 9 oktober, Rebekka op 30 augustus en Rachel op 15 januari (of 11 juli).

In de Koran

De drie aartsvaders komen ook voor in de Koran.

Ibrahiem (Abraham) wordt met Ismaël door de islam beschouwd als de oprichter van de Kaäba in Mekka en daarmee als de eerste pijler van deze religie (Soera 2,124-29).

Ishaak (Isaak) wordt in de Koran verschillende malen genoemd, maar altijd in namenreeksen behalve in Soera 11,71, waar de belofte van zijn geboorte in verband wordt gebracht met het lachen van Abrahams vrouw. Men strijdt over de vraag of - als er in de Koran over de zoon van Abraham wordt gesproken - daar Isaak of Ismaël bedoeld is, een vraag die verband houdt met de afstamming van de joden en de Arabische volkeren.

Ja'koeb (Jakob) is volgens de Koran in vijf teksten geen zoon van Isaak maar van Abraham (Soera 6,84; 11,71; 19,49; 21,72 en 29,27).
2016 Paul Verheijen / Nijmegen