Paul Verheijen

BENJAMIN WEST

Overtocht over de Jordaan

Droge voeten

De inname van Kanaän, het door God aan de Israëlieten beloofde land, begint onder leiding van Mozes' opvolger Jozua met de overtocht over de Jordaan op een wonderbaarlijke wijze. De bijbel verhaalt dat aldus:
De volgende ochtend vroeg trok Jozua met het hele volk weg uit Sittim. Ze kwamen tot aan de Jordaan, waar ze drie dagen bleven voor ze overtrokken. Toen die drie dagen voorbij waren, gingen de schrijvers het kamp door om het volk te zeggen: ‘Wanneer u de Levitische priesters de ark van het verbond met de HEER, uw God, ziet dragen, dan moet u het kamp opbreken en de ark volgen. Maar blijf op grote afstand, ongeveer tweeduizend el, kom niet dichterbij. Dan kunt u zien welke weg u moet volgen, want u bent hier nooit eerder geweest.’ En Jozua zei tegen het volk: ‘Reinig u, want morgen zal de HEER in uw midden wonderen verrichten.’
De volgende dag gaf hij de priesters de opdracht: ‘Ga met de ark van het verbond voor het volk uit.’ De priesters namen toen de ark van het verbond op en gingen voor het volk uit, en de HEER zei tegen Jozua: ‘Vanaf vandaag zal Ik je aanzien bij de Israëlieten verhogen, zodat ze weten dat Ik je bijsta, zoals Ik Mozes heb bijgestaan. Zeg tegen de priesters die de ark van het verbond dragen dat ze, zodra ze bij de oever van de Jordaan zijn gekomen, in het water moeten blijven staan.’ Jozua riep toen het volk bij elkaar en zei: ‘Luister naar de woorden van de HEER, uw God.’ En hij vervolgde: ‘U zult merken dat de levende God in uw midden is en beseffen dat Hij het is die de Kanaänieten en de Hethieten, de Chiwwieten en de Perizzieten, de Girgasieten, de Amorieten en de Jebusieten voor u verdrijft. De ark van het verbond met de Heer van de hele aarde gaat immers voor u uit de Jordaan in. Kies nu twaalf mannen, één uit elke stam van Israël. De priesters dragen de ark van de HEER, de Heer van de hele aarde. Zodra hun voeten het water van de Jordaan raken, zal de stroom tot stilstand komen en zal het water oprijzen als een dam.’
Toen het volk het kamp had opgebroken om de Jordaan over te trekken, gingen de priesters die de ark van het verbond droegen voor het volk uit. Zodra de priesters bij de Jordaan waren gekomen en hun voeten door het water werden omspoeld – de Jordaan stond de hele oogsttijd buiten haar oevers –, kwam het water tot stilstand en vormde het een dam, heel in de verte bij de stad Adam, die vlak bij Saretan ligt. Hierdoor werd de stroom in de richting van de Dode Zee, ofwel de Zoutzee, volledig afgesneden en kon het volk ter hoogte van Jericho oversteken. De priesters die de ark van het verbond met de HEER droegen bleven precies in het midden van de rivierbedding staan, terwijl heel Israël overstak, tot iedereen aan de overkant van de Jordaan was.

(Jozua 3)

Historiestuk

De autodidactische Engels-Amerikaanse kunstschilder Benjamin West schilderde de overtocht door de Jordaan als een historiestuk, waarop veel figuren zijn afgebeeld. In dit geval zijn dat ook personen die in het verhaal geen of pas later een rol spelen. Zo zien we hier links het leger dat later ten strijde trekt naar de vlakte van Jericho (Jozua 4:13). West schilderde ook de wolkkolom waarin God het volk overdag voorging om het de weg te wijzen (Exodus 13:21-22). Er is nogal wat volk dat vóór de ark uitloopt wat in het verhaal niet is toegestaan. Met de figuur vlak voor de ark die zijn handen omhoogheft, heeft hij vermoedelijk Jozua willen weergeven. De ark van het verbond die door de Levieten door de Jordaan wordt gedragen beantwoordt aan de gangbare afbeeldingen ervan.

Ark van het verbond

De Levieten dragen de ark van het verbond met zich mee, een heilige kist die was gemaakt tijdens de uittocht uit Egypte. De gegevens over deze ark zijn afkomstig uit zeer verschillende en elkaar tegensprekende bronnen. In afbeeldingen baseren kunstenaars zich gewoonlijk op de beschrijving in Exodus, hoewel de gegevens aldaar feitelijk onvoldoende zijn voor een juiste reconstructie.
In de Hebreeuwse tekst staat er aroon haberit. De benaming 'Ark' is in het Nederlands terechtgekomen vanuit de Latijnse Vulgaatvertaling die het Hebreeuwse aroon vertaalt met arca. Bij de Sinaï kreeg Mozes van God de opdracht tot het maken van een tent als heiligdom zodat God temidden van het volk kan wonen. God liet hem vervolgens een ontwerp zien van de tabernakel en van alle voorwerpen die bij deze tent horen: een ark, een tafel en een kandelaar. God gaf het materiaal op en de maten. De ark van het verbond moest als volgt worden gemaakt:
Laat van acaciahout een ark maken, een kist van tweeënhalve el lang, anderhalve el breed en anderhalve el hoog. Overtrek die met zuiver goud, zowel vanbinnen als vanbuiten; aan de bovenkant moet je rondom een gouden sierlijst aanbrengen. Giet vier gouden ringen en bevestig ze aan de vier poten: twee ringen aan elke kant van de ark. Maak draagbomen van acaciahout, verguld ze en steek ze door de ringen aan weerszijden; zo kan de ark gedragen worden. De draagbomen moeten in de ringen blijven, ze mogen er niet uit gehaald worden.
In de ark moet je de verbondstekst leggen die Ik je zal geven. Je moet ook een verzoeningsplaat maken van zuiver goud, tweeënhalve el lang en anderhalve el breed. Maak aan de beide uiteinden daarvan een cherub, eveneens van goud, één aan het ene uiteinde en één aan het andere uiteinde. Het moet drijfwerk zijn, de twee cherubs moeten één geheel met de plaat vormen. Ze moeten tegenover elkaar staan, met het gezicht naar de verzoeningsplaat gekeerd, en hun vleugels moeten gespreid zijn zodat ze zich daar beschermend over uitstrekken. Leg de verzoeningsplaat op de ark; leg de verbondstekst die Ik je zal geven in de ark. Daar zal Ik je ontmoeten, en vanaf die plaats, boven de verzoeningsplaat, tussen de twee cherubs op de ark met de verbondstekst, zal Ik met je spreken en je alles zeggen wat Ik van de Israëlieten verlang.

(Exodus 25:10-22)
Verderop in het boek Exodus is te lezen dat de opdracht wordt uitgevoerd door een zekere Besaleël (Exodus 37:1-9). Wat er verder met de ark is gebeurd is gehuld in duisternis.
In datzelfde geschrift is te lezen hoe de profeet na een goddelijke ingeving opdracht gaf om de tent en de ark achter hem aan te dragen en hoe hij de berg op ging waar Mozes Gods land had zien liggen. Daar aangekomen ontdekte hij een grot. Hij liet de tent, de ark en het reukofferaltaar naar binnen brengen en sloot de toegang af. Enkelen van hen die hem hadden vergezeld, gingen later terug om de weg met tekens te markeren, maar ze konden de grot niet meer vinden. Toen Jeremia dit te horen kreeg, zei hij verwijtend: ‘Die plek zal onbekend blijven totdat God zijn volk weer samenbrengt en zich erover ontfermt. Dan zal de Heer deze voorwerpen weer tevoorschijn brengen, en zijn majesteit zal verschijnen in de wolk die ook zichtbaar was in de tijd van Mozes, en ook later, toen Salomo bad dat de Heer de tempel op grootse wijze in bezit zou nemen.’
(2 Makkabeeën 2:4-8)
De gangbare theorie is echter dat de ark - zo hij er al werkelijk is geweest - werd vernietigd bij de verwoesting van de eerste tempel in Jeruzalem. Volgens andere verhalen zou de ware ark van het verbond in de kathedraal van onze heilige Maria van Zion in Aksum (Ethiopië) gehuisvest zijn.
De ark van het verbond is zeker fictie wanneer die wordt vereenzelvigd met de Heilige Graal, volgens de gangbare mening de door Christus gebruikte beker bij het Laatste Avondmaal. Een bekende film over de zoektocht naar de ark is de Indiana Jones-film Raiders of the Lost Ark (1981) van Steven Spielberg. In Harry Mulisch' roman De Ontdekking van de Hemel (1992) gaat de hoofdpersoon op zoek naar de ark om de Stenen Tafelen terug te kunnen geven aan God.

N.B.: In de bijbel staan nog twee andere verhalen over een kist of ark. Daar is dat een vertaling van het Hebreeuwse woord tevah. Het betreft de ark die Noach en zijn gezin behoedde voor de zondvloed en het mandje dat Mozes redde van de verdrinkingsdood in de Nijl.
Benjamin West (1738-1820)
Joshua passing the river Jordan with the Ark of the Covenant (1800)
Olieverf op paneel, 68 x 90 cm
Sydney - Art Gallery of New South Wales
2016 Paul Verheijen / Nijmegen