Paul Verheijen

IL VANGELO SECONDO MATTEO

Het Evangelie volgens Pasolini

Scriptie

Op 26 mei 1978 studeerde ik af aan de toen nog geheten Katholieke Universiteit Nijmegen met een doctoraalscriptie getiteld Het Evangelie volgens Pasolini - Op zoek naar Pier Paolo Pasolini's interpretatie van Mattheus in de film "Il Vangelo secondo Matteo". Hier vindt u een voor deze site bewerkte samenvatting van scriptie en film.

Weerstand

Begin jaren 60 van de vorige eeuw werd bekend dat Pier Paolo Pasolini ((1922-1975) van plan was het leven van Jezus te gaan verfilmen. In Italië ontstond hevige beroering. Pasolini, de marxist, de aperte homoseksueel, die het jaar daarvóór nog was veroordeeld tot vier maanden voorwaardelijk wegens blasfemie. Moest uitgerekend híj een film over Jezus maken?

Toen Il Vangelo secondo Matteo op 4 september 1964 op het Filmfestival van Venetië zijn wereldpremière beleefde, lag de hal van het Filmpaleis na afloop van de voorstelling dan ook bezaaid met de resten van eieren en tomaten, met daartussen een handvol lires. De eieren en tomaten waren Pasolini door conservatieve katholieken naar het hoofd gegooid.
Pasolini had het gedurfd met zijn vuile rode handen Christus aan te raken. Linkse marxisten wierpen met lires: Pasolini was een verrader, de Judas van het marxisme.

Ik verzin dit niet en je kunt het je nu waarschijnlijk nauwelijks meer voorstellen, want de vraag of een marxist het evangelie volgens Matteüs mag verfilmen is nu om twee redenen tamelijk irrelevant. Immers: Pasolini hééft een film over het evangelie gemaakt en vrijwel niemand ervaart het nog als shockerend dat er wezenlijke overeenkomsten tussen de leer van Jezus en de leer van Marx zijn aan te wijzen.
Hoe marxistisch heeft Pasolini dan het evangelie van Matteüs geïnterpreteerd, wat is zijn standpunt? Hoe marxistisch is zijn beeldtaal?
Setfoto: Pier Paolo Pasolini en Enrique Irazoqui (Jezus)

Letterlijk verfilmd?

Oppervlakkig gezien lijkt het dat Pasolini het evangelie volgens Matteüs letterlijk heeft verfilmd. Ook de recensies van de film indertijd, veronderstellen dat de in de film uitgesproken teksten allemaal letterlijk van Matteüs komen en dat zijn evangelie op de voet wordt gevolgd. Niets is minder waar.

Het evangelie volgens Matteüs telt 1079 verzen. Hiervan heeft Pasolini er ongeveer 500 verfilmd. Dat wil dus zeggen: Pasolini heeft ongeveer de helft van dit evangelie gebruikt. Dan rijst natuurlijk onmiddellijk de vraag of Pasolini’s visie op Jezus blijkt uit wat hij wèl of juist uit wat hij niet verfilmd heeft.
Pasolini heeft flink geschrapt in de toespraken van Jezus. En toch komt Jezus in de film over als iemand die veel aan het woord is. Ook in de wonderen is geschrapt.

Een andere opvallende wijziging ten opzichte van het evangelie volgens Matteüs is dat Pasolini de rollen van Judas, de apostel Johannes en de oude Maria gemodelleerd heeft naar een ander evangelie. Dit komt uit het evangelie volgens Johannes.
Judas draagt de geldbeurs waarmee hij voedsel koopt. Bij de zalving van Jezus door een vrouw in Betanië is het Judas die de opmerking over de kapitaalvernietiging maakt. Ook dat komt uit het evangelie volgens Johannes. Matteüs schrijft dat de leerlingen met zijn allen verontwaardigd zijn.

De hele uitbeelding van de Judasfiguur door Pasolini ligt dus dichter bij het evangelie volgens Johannes dan volgens Matteüs. En dat geldt ook voor het optreden van Maria en de apostel Johannes bij de kruisiging. De band die Pasolini tussen deze twee laat zien, komt ook uit het evangelie volgens Johannes, niet volgens Matteüs.
Pasolini heeft soms geschoven in de volgorde van de tekst en heeft twee door Jezus uitgesproken teksten toegevoegd die niet in het Matteüsevangelie zijn te lezen.
  • Een samengesteld citaat van de profeet Jesaja.
    Urla o porta, grida o città, struggiti Palestina tutta. Poichè vienne un fumo dal settentrione.
    E ognuno si cingerà di sacci per le sue strade e tutti quanti urlaranno sopra i suoi tetti e nelle sue piazze, struggendosi in pianto.

    Weeklaag, poorten, steden, schreeuw het uit, beef van angst, Filistijnen. Want uit het noorden nadert rook.
    In de straten dragen allen een rouwkleed, overal, op daken en pleinen, klinkt gejammer, in tranen gaat men over straat.
    (Jesaja 14:31 en 15:3)
    Heel Matteüs staat vol met citaten van Jesaja en Pasolini meende dat dit wel toegevoegd konden worden.
  • Een subtiel klein zinnetje dat Jezus' zegt nadat hij de twaalf leerlingen met het noemen van hun naam uitzendt: Voi sarete gli operai della messe, 'jullie zijn de werkers van de oogst.'

De karakters


De karakters, de rollen heeft Pasolini op zijn eigen manier ingevuld in hun aankleding, hun emoties en hun reacties. Pasolini regisseert in de film uitsluitend amateurs die op een of andere manier met hem bevriend zijn of familie van hem zijn. De leerlingen van Jezus koos hij volgens de schaarse informatie die over hen bekend is. De meeste apostelen waren mensen van eenvoudige komaf, dus koos Pasolini daarvoor mensen met eenvoudige beroepen. Maar de apostel Matteüs had een intellectuele achtergrond als schrijver van het evangelie, dus koos Pasolini voor diens rol een muziekcriticus. De rol van Andreas wordt vervuld door een dichter. De jonge Maria is een dorpsmeisje en de oude Maria is Pasolini’s eigen moeder Susanna. Dat laatste is opvallend. De joodse overheid wordt vertolkt door hoogleraren en dichters, ook vrienden van Pasolini. Sommigen kregen later opnieuw een rol in een van zijn films.
De rol van Jezus bood Pasolini aan aan een Catalaanse student in de economie en politieke wetenschappen. Deze Spanjaard, zoon van een Baskische vader en een joodse moeder, had nog nooit geacteerd en weigerde dus prompt. Hij vond films bovendien niet serieus genoeg. Het verzet tegen het fascisme van het Francoregime was voor hem het enige serieuze. Dat verzet kon geen tijd verliezen. Maar Pasolini wist hem toch (om die reden?) te overtuigen de rol wél te nemen.
Stills: Jonge Maria (Margherita Caruso) - Jozef (Marcello Morante)
Oude Maria (Susanna Pasolini) - Jezus (Enrique Irazoqui)

De traditie

Schilderkunst

Pasolini studeerde o.a. kunstgeschiedenis en dat laat in de film zijn sporen na. Hij grijpt zeer vaak terug op de traditionele - en vaak ook Italiaanse - iconografie. De acteurs die de bourgeoisie verbeelden dragen kostuums die verwijzen naar verschillende – meestal Italiaanse – Renaissanceschilders.
  • De mijters van de joodse overheid zouden ontworpen kunnen zijn door Piero della Francesca.
  • In de scène van de dans van Salomé op het feest van Herodes lijkt Salomé met haar bekoorlijke kleren en primavera-tak zo te zijn weggelopen uit een schildering van Sandro Botticelli.

Stills: Kajafas (Rodolfo Wilcock) - Salomé (Paola Tedesco)
Filmtraditie
Het veelvuldig gebruik van close-ups, is ongetwijfeld geïnspireerd op de zwijgende film La Passion de Jeanne d’Arc uit 1928 van Carl Dreyer.

Volksgeloof

Ook hier grijpt Pasolini terug naar de traditie.
  • Pasolini heeft de wijzen uit het oosten bij Matteüs overeenkomstig de traditie van de drie koningen Kaspar, Balthasar en Melchior uitgebeeld. Volgens deze traditie uit de achtste eeuw was Kaspar een neger. De zwarte kledij van één van de koningen bij Pasolini herinnert hieraan.
  • Tijdens de Vlucht naar Egypte zit Maria op een ezel. Ook dit beantwoordt aan traditionele volksvoorstellingen.
  • En wat te denken van de manier waarop Johannes de Doper Jezus doopt? Geen onderdompeling maar een beetje water op het hoofd.
  • De kleine meisjes die naar Jezus luisteren dragen oorbelletjes. In Italië bestaat de gewoonte om meisjes bij de geboorte of bij de Eerste Heilige Communie die oorbelletjes te geven.
  • Het kruis heeft de traditionele iconografische afkorting INRI op het titelbord.
Dat alles overeenkomstig de traditie, maar Pasolini breekt soms, bewust of onbewust, ook met die traditie.
Stills: Driekoningen - - Vlucht naar Egypte - Doop
Oorbelletjes - Laatste Avondmaal - INRI

De muziek

Traditioneel is tenslotte ook de toegevoegde muziek. Zoals de beelden verwijzen naar de schilderkunst, de filmkunst en het traditionele volksgeloof, zo verwijst de muziek naar de muziekgeschiedenis. Hij gebruikte daarbij twee soorten muziek. Het lijkt alsof hij daarmee de tweenaturenleer over Christus (Jezus is God en Mens) muzikaal uitbeeldt. De klassieke muziek komt overeen met het goddelijke, mystieke of religieuze element, de meer modernere muziek met het menselijke element.
  • Klassieke muziek
    Pasolini gebruikt een gedeelte uit Die Mauerische Trauermusik van Mozart en maar liefst zes stukken van Bach, waarvan het slotkoor en het ritornel uit de aria Erbarme Dich uit de Matthäus-Passion uitstekend passen in de christelijke traditie. De klassieke muziek van Bach mystificeert de scènes. Het is Muziek met een hoofdletter M, de absolute muziek, die het religieuze, het mystieke, laat aanvoelen.
  • Hedendaagse muziek Daarnaast gebruikt Pasolini ook meer moderne muziek: het Gloria uit de Kongolese mis Missa Luba, negro spirituals als Sometimes I feel like a motherless child en Russische volksmuziek. Muziek die verwijst naar negerslavernij en Russische revolutie.

    En dan hebben we nog de gruwelijke scène van de kindermoord in Betlehem. In het scenario van de film verwijst Pasolini bij de beelden van de kinderlijkjes naar het fascisme van de tweede wereldoorlog. Bij deze scène en de scène van de onthoofding van Johannes de Doper kiest Pasolini voor muziek die Sergej Prokofiev in 1938 componeerde voor de film Alexander Newski van Eisenstein.
Je ziet en hoort hoe Pasolini bewust verschillende tradities laat doorklinken in de film.
Stills: Johannes de Doper (Mario Socrate) - Herodes (Amerigo Bevilacqua)
Petrus (Settimio di Porto) - Judas (Otello Sestili)

De locaties

Pasolini’s marxistische visie op Jezus liet zich op voorhand al raden in zijn keuze van de opnamelocaties. Ook hier is er sprake van een bewuste keuze.
Economisch gezien is Italië in de jaren 60 te verdelen in het rijke noorden en het arme zuiden. Deze scheiding in noord en zuid is het gevolg van de industrialisering in het begin van de twintigste eeuw die vrijwel beperkt bleef tot het noorden van Italië. Hoewel Pasolini zelf uit dat noorden kwam (Bologna) toonde hij al gauw zijn verbondenheid met de esurientes, de hongerlijders uit het zuiden. In zijn gedichtenbundels neemt hij het op voor de in armoede levende boeren. In Rome werkt Pasolini als onderwijzer in de sloppenwijken. Zijn romans Ragazzi di Vita en Una vita violenta en zijn vroege films Accatone en Mamma Roma spelen zich in dit milieu af. De personages in deze boeken en films zijn meestal umili, nederigen, aan de zelfkant van de maatschappij levende mensen, gekwelden op zoek naar redding. Ze leven in een wereld waarin alles vies is en alles verknoeid is. Alleen door een radicaal marxisme kunnen ze volgens Pasolini gered worden. Het is daarom niet verbazingwekkend dat vrijwel alle opnames voor de film zijn gemaakt in Zuid-Italië.
  • De woestijn waar Jezus een ontmoeting heeft met Satan opgenomen op Sicilië aan de voet van de Etna
  • De velden en vlaktes waar Jezus doorheen trekt zijn locaties in Calabrië, de teenpunt van de laars van Italië, met Sicilië dus het meest zuidelijke deel van Italië
  • Jeruzalem is het oude gedeelte van Matera dat bekend staat als de Sassi.
  • De paleizen zijn Normandische kastelen in Puglie en Lucania
  • Betlehem is het kleine dorpje Barile in Puglie waar de mensen ten tijde van de filmopnames nog daadwerkelijk in grotten leefden
  • De Jordaan is een rivier vlakbij Viterbo in de streek Lazio
  • Kafarnaüm is in twee steden gelocaliseerd: het gedeelte met zicht op het meer is een dorpje vlakbij Crotone en het gedeelte met het gezicht vanaf het meer is Massafra

Thema

Deze locatiekeuze voert naar het belangrijkste thema van Il Vangelo secondo Matteo. Met een marxistische terminologie benoem ik dit thema gemakshalve als de tegenstelling tussen de bourgeoisie en het proletariaat, of simpeler gezegd: de tegenstelling tussen rijk en arm. Deze tegenstelling is fundamenteel fout. Jezus is de figuur die aan de kant van de proletariërs staat en de bourgeoisie aanklaagt als die de tegenstelling niet wil opheffen. Al in het eerste halfuur van de film is deze tegenstelling duidelijk en zie je dat Jezus aan de kant van de proletariërs staat. Jozef en Maria zijn armoedig gekleed; hier geen Renaissancekleding. Het proletariaat is lompenproletariaat. Ze gedragen zich nederig en wonen in een soort bouwvallig hol gelegen in een verlaten heuvellandschap bij Betlehem. Ze hebben nauwelijks bezittingen.

Ik vind de openingsbeelden van Jozef en Maria met die prachtige close-ups een van de hoogtepunten uit de cinematografie. In de neergeslagen ogen en de glimlachen van Maria en Jozef zien we niet alleen droefheid en geluk, maar ook mysterie. Maria en Jozef overkomt iets dat ze niet kunnen vatten. Pasolini brengt hier het onzegbare in beeld. In een dialoog zónder woorden wordt een mysterie blootgelegd.

Vlak hierna wordt het focus ook op de bourgeoisie gericht. Allereerst zijn er de wijzen uit het oosten die in Jeruzalem aankomen (drie koningen dus). Ze zijn rijk gekleed en hebben wèl veel bezittingen. We zien bijvoorbeeld dat ze hulpjes hebben en paarden beladen met kostbaarheden.
In verband met de wijzen uit het oosten wil ik iets zeggen over een van de camerastandpunten die door Pasolini gehanteerd worden. In de scène waarin de wijzen in het heuvellandschap van Betlehem afdalen naar Jozef en Maria komt het ooievaar- en kikkerperspectief het meest fraai naar voren. Eerst zien we ze vanuit het standpunt van Jozef en Maria. En dat is met kikvorsperspectief: van laag naar hoog.
Onmiddellijk daarna filmt Pasolini Jozef en Maria in ooievaarperspectief: van hoog naar laag en dat is het standpunt van de wijzen. In deze scène zien we de wijzen dus nadrukkelijk afdalen naar het niveau van Jozef en Maria. Er is sprake van een nivellering van rijk en arm.



Hoe anders komt Herodes in beeld. Pasolini stelt hem voor als fascist. Hij is gemakzuchtig, want schriftgeleerden moeten hem zeggen waar de nieuwe koning geboren moet worden en hij laat de wijzen zoeken naar Jezus. Zijn bedoeling met Jezus laat zich makkelijk raden. Zijn glimlach naar de wijzen is van totaal andere orde dan al die andere glimlachen die we in de film zien. Herodes’ glimlach is achterbaks en hij stelt met grof fysiek geweld (het uitmoorden van de kinderen in Betlehem) zijn verworven voorrechten veilig. Hij is rijk, duur gekleed en woont in een paleis. Maar het loopt slecht met hem af. Hij sterft een letterlijk krampachtige dood.

In de ontmoeting bourgeoisie – proletariaat kunnen de rijken blijkbaar twee standpunten innemen: als vriend of als vijand van de armen. De rijken kiezen zelf of ze “goed” of “slecht” tegenover de armen zijn.
Die twee polen - rijk en arm - worden in de film verder consequent tot het eind doorgezet, uitgekristalliseerd en ingevuld.
Bij de rijken blijkt dat het type Herodes-bourgeoisie, het fascisme dus, de overhand heeft. Tot dit type behoort ook de joodse overheid.

Daartegen gaat allereerst Johannes de Doper fel tekeer. Met overslaande stem dreigt hij hen met onblusbaar vuur. Het beeld van zijn hoofd vloeit daarbij over in het beeld van het hoofd van Jezus. Er is dus een opmerkelijke band tussen die twee. Ze glimlachen naar elkaar; het is de glimlach van verstandhouding.
Hun band blijkt ook in hun aanhang. Bij de doopscéne zie je de latere apostelen Jakobus en Johannes als opvallende assistenten, misschien wel leerlingen van Johannes de Doper. Later worden ze apostel van Jezus. En die Jezus wordt de leider van het gewone volk, een opstandige rebel met mythische trekken. Hij heeft veel te zeggen.

Religieuze tragedie

Je zou de film een religieuze tragedie kunnen noemen met een opbeurende boodschap. De stijl doet af en toe denken aan de dramaturgie van Berthold Brecht. In die zin maakt dat de film ook moeilijk, romantiek ontbreekt en scènes zijn fragmentarisch. Zie bijvoorbeeld de bergrede. Centrale scènes kent de film niet.

Ontroert de film je? Een film kan alleen ontroeren als de kijker zich identificeert met een karakter uit de film. Dat hoeft niet één karakter te zijn, het kunnen er ook meer zijn en het hoeft ook niet de hele film door te zijn. Je identificeert je met zo’n karakter omdat je iets van jezelf herkent.
Een regisseur heeft daar diverse methodes voor. In de film kan het camerastandpunt het standpunt van een karakter zijn. Het gebruik van close-ups doet wonderen bij een kijker. Pasolini gebruikt zelfs af en toe super close ups. Bijvoorbeeld van de ogen van de apostel Johannes bij het proces tegen Jezus. Dat hele proces is trouwens gefilmd op een manier die men in de franse nouvelle vague cinema verité noemde: een schokkende handcamera temidden van toeschouwers. Alsof je er zelf tussen staat.

Identificatie

In boek en film uit 1968 getiteld Teorema laat Pasolini de mysterieuze gast het volgende zeggen: Ons bestaan is niet meer dan een krankzinnige poging ons te identificeren met de levenden, waarmee we door iets oneindig eigens verbonden zijn (Teorema, p.66).
Pasolini brengt hier een oeroud religieus symbool onder woorden: de heelwording van wat gebroken is. Identificatie is die heelwording. Identificeren is ver-een-zelvigen. Het karakter en ik worden dus één, komen bij-een.
Pasolini spant een draad die begint bij degene die ook Een of Enige genoemd wordt, met ‘n hoofdletter E. Deze lijn trekt Pasolini door naar Jezus. Jezus komt bij Een. Hij identificeert zich meteen. Ik zeg het anders: hij identificeert zich met Een.

Dan trekt Pasolini de draad door naar zichzelf. Pasolini identificeert zich met Jezus. De moeder van Jezus is dus de moeder van Pasolini. Suzanna Pasolini’s droefenis is de smart om haar zoon Pier Paolo. Met de kennis van nu kun je deze smart laten verwijzen naar de beestachtige moord op haar zoon in 1975.

Vervolgens komt de draad bij de Spaanse student die Jezus speelt. Speelt? Ook hij is Jezus. Als Jezus de Farizeeën bestraffend toespreekt, spreekt de Spaanse student tegen de beulen, tegen de politieke politie, tegen de bourgeoisie achter het fascisme van het toenmalige regime van generaal Franco. De Spaanse student hoeft geen moeite te doen woede te vertolken. Hij is wérkelijk woedend.

En tot slot komt Pasolini’s draad bij de kijker. Ontkomt die eraan zich te identificeren met de Jezusrol? Lijdt hij met hem mee, heeft hij dus mede-lijden? In alle bescheidenheid meen ik dat dit Pasolini’s opzet is. Pasolini wilde een figuur neerzetten die bereikbaar is voor iedereen. De mensen zijn al lang genoeg van Jezus vervreemd geraakt of geweest. Jezus was eeuwenlang onderdeel geworden van een almachtige en heilige roomse kerk die hem op een christologische manier gebruikte. Pasolini wilde die figuur teruggeven aan de gewone en lijdende man.
Dat kon in zijn visie alleen als de christologische Jezus een marxistische Jezus werd die uit het lijden verlost. De hang naar verlossing ontstaat altijd in ellendige omstandigheden.

Ook met andere rollen kunnen wij ons identificeren. Waarom zou je sympathie kunnen opbrengen voor Petrus, Judas en Johannes? Zijn dat hun smartelijke blikken? Is het dit wat Bach met zijn Erbarme Dich uitdrukt? En roept dat bij ons ook medelijden op?

Zien wij in het lijden van de oude Maria ook het lijden van onze eigen moeder?
Pasolini verfilmt inderdaad een lijdensverhaal, maar niet alleen het lijdensverhaal in de beperkte zin, dat wil zeggen het gedeelte uit Jezus’ leven vanaf palmzondag tot zijn kruisiging. Il Vangelo secondo Matteo is een verhaal over lijden, over óns lijden. Daarom voegt Pasolini waarschijnlijk een samengesteld citaat uit Jesaja (zie boven) toe dat niet in Matteüs is terug te vinden en die het lijden als thema heeft.

In verband met die identificatie wil ik wijzen op nog een ander bijzonder camerastandpunt dat in drie scènes voorkomt in de film. Ik bedoel het laatste beeld van de jonge Maria als ze op haar vlucht naar Egypte - zittend op een ezel - omkijkt.

En ik bedoel verder een close-up van Jezus bijna op het eind van de bergrede en een close-up van hem tijdens het Laatste Avondmaal. Hier gebeurt er iets heel bijzonders. De jonge Maria en Jezus kijken in deze scènes in de camera. Gewoonlijk is dit een doodzonde in filmland. Wat voor effect heeft het als dit taboe dus bewust wordt doorbroken? Kijken de jonge Maria en Jezus in de camera om ons te confronteren met onze wezenlijke emoties? Verlaat Maria ons of laten wij nou net Maria in de steek? Geldt Jezus’ opdracht om onrecht te bestrijden ook voor ons? Zei hij daarom al eerder jullie zijn de werkers van de oogst? Dit kleine zinnetje is door Pasolini toegevoegd en staat niet in de tekst van Matteüs.
Zijn wíj jullie? Doet het er dan toe of je christen of marxist bent? Worden wij door zulke beelden met elkaar verbonden? Komen wij in zulke beelden bij-Een?

Pasolini heeft uiteraard geen historische reconstructie van Jezus neergezet, zo dit feitelijk al mogelijk zou zijn. Vele traditionele elementen heeft hij in de film verwerkt. Bewust stuurt Pasolini aan op identificatie. Op die manier wordt Jezus een persoon van elke tijd. Jaar 0, jaar 1964, anno nu en alles wat daarvóór en daartussen ligt, spelen geen rol als het om identificaties en emoties gaat. Deze zijn tijdloos.
Il vangelo secondo Matteo is Pasolini's mysterieuze verbeelding van zijn streven naar een rechtvaardige wereld.
Het Evangelie volgens Pasolini
Op zoek naar Pier Paolo Pasolini's interpretatie van Mattheus in de film "Il Vangelo secondo Matteo"

Paul C.H. Verheijen
doctoraalscriptie Radboud University, Nijmegen 1978
pdf-bestand
217 genummerde pagina's

Bestel gratis deze doctoraalscriptie (pdf-bestand) met het bestelformulier.
2016 Paul Verheijen / Nijmegen