Paul Verheijen

BATSEBA

Koninklijk verkracht

Batseba’s schoonheid is zo overweldigend dat David, de inmiddels namens JHWH gezalfde koning, daardoor tot verkrachting en moord wordt gedreven.
De eerste keer dat David haar ziet, is zij aan het baden.
Haar man Uria is dan ten strijde getrokken.
De koning ‘neemt’ de mooie vrouw.
Deze verkrachting leidt tot zwangerschap.
Om zijn vaderschap te maskeren, roept David Uria terug en doet verwoede pogingen hem met zijn vrouw te laten slapen.
Deze opzet mislukt, waarop David zijn neef en legerbevelhebber Joab een brief stuurt met het bevel Uria aan het front in de strijd te plaatsen zodat hij sneuvelt.
Deze opzet slaagt wel, Batseba wordt Davids vrouw en zij bevalt van een zoon die in het verhaal verder naamloos blijft.

Maar wat David gedaan had, was slecht in de ogen van JHWH.
Hoe bestraft JHWH deze schoftenstreek?
In de persoon van de profeet Natan wordt David om de oren geslagen.
Natan vertelt een voorval van een rijke man die zelf schapen en runderen in overvloed heeft, maar die, toen er een reiziger op bezoek kwam, niettemin het enige lammetje van een arme stadgenoot afpakte om dat zijn gast als maaltijd te bereiden.
Dat lammetje was bovendien het troeteldier van de arme man.
Wanneer David dit hoort, is hij woedend en spreekt hij het doodvonnis uit over de rijke man, maar daarmee ook tegelijk over zichzelf, want, zo hakt Natan erin met vier krachtige lettergrepen:
Jij bent die man.

Het vertelde voorval is een klinkend voorbeeld van een parabel dat foutief gedrag aan de kaak stelt.
De grootste en meest eerbiedwaardige koning van Israël wordt afgeschilderd als een gevoelloze verkrachter en moordenaar, maar ook als een man met een diep schuldbesef.
(2 Samuël 11 en 12)
2016 Paul Verheijen / Nijmegen