TegenstrijdigDe in 1748 in Amettes, een dorpje nabij het Nauw van Calais, in een gezin van 15 kinderen, geboren Benoît Labre wilde niets liever dan monnik worden. Tevergeeft probeerde hij het achtereenvolgens verschillende keren bij de trappisten en kartuizers. Hij besloot daarom dan maar een zwervende monnik te worden. Hij zwierf rond in lompen, met vuil en ongedierte overdekt en totaal berooid van Spanje tot Polen, van Duitsland tot Italië. In dat land trok hij van Loreto naar Assisi, waar hij zich laat inschrijven in de 'Broederschap van het koordje van Sint-Franciscus', een soort populaire Derde Orde van de franciscanen. Dan verder naar Rome, waar hij onderdak vond in een hol in de bouwval van het Colosseum. Hij raakte regelmatig in extase en kreeg dan visioenen en verschijningen. Tijdgenoten noemden hem ofwel onbeschaafd, ofwel vereerden hem.Volledig uitgeteerd overleed Labre op 16 april 1783, hetgeen ook zijn liturgische feestdag werd als belijder. Het Roomse Martelaarsboek herdenkt hem op die dag aldus: Te Rome de geboortedag van de heilige belijder Benedictus Josephus Labre, die om zijn zelfverachting en om zijn vrijwillige diepe armoede hoge lof verdient.In de kerk van Madonna dei Monti vlakbij het Colosseum - Labre bad in die kerk dagelijks urenlang - woonden zo'n duizend mensen zijn begrafenis bij. Daarna werd hij vooral vereerd door de franciscanen. Het armoedig leven van Fabre overtrof zelfs het ideaal van die orde. Op zijn graf vonden veel spontane genezingen plaats wat hem nog meer geliefd maakte. Antonio Cavallucci schilderde een portret toen Benedictus Labre vermoedelijk nog leefde. Benedictus is afgebeeld met gekruiste armen en een rozenkrans om de nek. Het werk werd in het atelier van de kunstenaar aangetroffen na diens overlijden. Volgens sommige bronnen zou Cavallucci hem hebben geportretteerd terwijl deze in extase verkeerde. Het is echter waarschijnlijker dat hij Labre in die toestand observeerde en hem vervolgens in zijn atelier liet poseren in een vergelijkbare houding. Dit schilderij is een van de weinige bekende portretten van Benoît Labre en werd voltooid kort voor Cavallucci's overlijden in 1795. |
LabrehuisHet Labrehuis in Eindhoven werd opgericht in het najaar van 1945 op initiatief van de augustijn Marcellus Francissen. De opvangvoorziening voor dak- en thuislozen werd in 1946 in gebruik genomen aan het Stratumseind. In 1953 verhuisde het Labrehuis naar de Hoogstraat vanwege de geplande bouw van het nieuwe stadhuis op de oorspronkelijke locatie. Later, in 1961, opende het Labrehuis een nieuwe vestiging aan de Boutenslaan, waar het bijna zestig jaar functioneerde als opvangvoorziening. In maart 2018 vertrokken de laatste bewoners uit het oude pand aan de Boutenslaan. Op 11 september 2020 werd het nieuwe Labrehuis geopend, met moderne voorzieningen en woonruimtes voor maximaal 96 bewoners. Over wie er haveloos uitzag, schijnt de Eindhovense volksmond te zeggen: 'Hij woont zeker in het Labrehuis'. |
Antonio Cavallucci
Benedict Joseph Labre (1795) Olieverf op doek, 59 x 45 cm Boston - Museum of Fine Arts |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |