Paul Verheijen

COLIJN DE COTER

Rombout van Mechelen

Vlaamse volksheilige

Rumoldus of Rombout van Mechelen wordt in het Roomse Martelaarsboek herdacht op 24 juni.
Te Mechelen in België de marteldood van de heilige martelaar Rumoldus. Hij was bisschop van Dublin en stamde af van een koning van Schotland.
Wat hier als feiten wordt gepresenteerd is allerminst zeker. De sterk legendarische Passio Sancti Rumoldi of Vita Rumoldi Mechliniensis van deze Vlaamse volksheilige is 11e/begin 12e eeuw geschreven door Theodorik (Diederik) van Sint-Truiden. Hierin is Rombout een Ierse pelgrim die in Mechelen een klooster stichtte. Volgens een nog latere Vita was hij zelfs bisschop van Dublin, maar reisde hij naar Rome om afstand te doen van zijn bisschopszetel om te gaan missioneren in de Kempen en Noord-Brabant. Hij kwam aan in Mechelen en werd daar ontvangen door graaf Ado en zijn vrouw Elisa. Het koppel was kinderloos en al op leeftijd. Als dank voor de ontvangen liefdadigheid bad Rombout voor de geboorte van een zoon. Libertinus werd geboren, door Rombout gedoopt en opgeleid tot benedictijn. Volgens de legende was Libertinus de eerste christen van Mechelen. Deze monnik staat nu bekend als Libertus van Sint-Truiden (feestdag 14 juli).
Rombout zou kluizenaar zijn geworden in de toen nog onbewoonde bossen en moerassenen van het huidige Mechelen en hier een abdij hebben gesticht. Toen hij Gommarus van Lier (feestdag 11 oktober) ontmoette, was hun gesprek zo geanimeerd dat hun wandelstokken wortel schoten en eiken werden. Rombout werd met houweelslagen gedood. Over wat er daarna met zijn lichaam is gebeurd zijn de legendes verschillend. Werd hij door zijn moordenaars verborgen onder een stapel bladeren of riet en door vissers ontdekt? Rombouts sterfjaar wordt traditioneel vermeld als 775.
Andere feestdagen voor Rombout zijn 1 juli in het bisdom Mechelen-Brussel en 3 juli in Ierland.

Een anonieme legende, waarvan de oudste, Latijnse versie wordt gesitueerd rond 1300, breidde het verhaal omtrent de reis van Rombout naar Rome en naar Mechelen verder uit. Zo zou hij onderweg in Frankrijk een blinde hebben genezen. Er kwamen ook meer details omtrent de geboorte van Libertinus. In de 16e-eeuwse Latijnse versie van Domyns van deze anonieme legende werd de dood van de heilige een marteldood. Rombout liet in de buurt van Mechelen een kleine kerk bouwen en tegen de gewoontes van die tijd in betaalde hij de arbeiders een billijk loon. Dat was opgevallen bij twee mannen die vermoedden dat Rombout wel bijzonder rijk moest zijn. Ze besloten hem om te brengen. Toen Rombout op zekere dag een van beiden van overspel berispte, was het hek van de dam. Ze volgden hem toen hij al biddend ergens aan het wandelen was, sloegen hem dood en beroofden hem van het weinige geld dat hij op zak had. Rombouts belagers wierpen zijn lijk in het water en namen de benen. Een wonderbaarlijk licht scheen echter op de plek waar het lijk in het water lag. Het werd ontdekt door schippers en met grote luister bijgezet in het kerkje dat Rombout zelf had laten bouwen. Later werden Rombouts beenderen in een zilveren reliekschrijn gelegd. Vlak bij het graf gebeurden aanstonds wonderen en men kwam van heinde en verre de martelaar vereren.
Dat leidde weer tot nieuwe verhalen over zulke wonderen. Zo zou Helinardus, gestorven na een jachtongeval, uit de dood zijn opgestaan nadat zijn vrienden zijn lichaam naar het graf van Rombout hadden gebracht. En een Antwerps ridder, gevallen van zijn paard na een aanval door als vrouwen verklede duivels, genas eveneens bij het graf.

Doopritueel

Colijn de Coter, Michiel Coxie en anderen schilderden voor de kathedraal in Mechelen 25 panelen met scènes uit het leven van Rombout. Hier is het negende paneel afgebeeld met de doop door Rombout van Libertinus.
Het onderschrift luidt in het Middelnederlands:
Of crastene larcine een kint begarene Sinte Rombout hiet voer dat lede doopen
Libertinus was dien kintses name Gheboren was hi tot Mechelen waer

In modern Nederlands betekent dat ongeveer: 'Op de volgende dag baarde een vrouw een kind. Sint-Rombout liet het voor dat volk dopen. Libertinus was de naam van dat kind. Geboren was hij te Mechelen waar.'

We zien de twee belangrijkste rituelen van het sacrament van het doopsel naast elkaar geschilderd:
  • Links van de zuilen
    Bij het doopvont stelt Rombout graaf Aldo en zijn vrouw Elisa en vermoedelijk ook de meter en peter in het gezelschap daarachter enkele vragen (de doopbeloften), o.a. over geloof en het afzweren van het kwaad. Daarna giet hij met zijn rechterhand driemaal water over het hoofd van het kind Libertinus met de woorden: 'Ik doop u in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.'
  • Rechts van de zuilen
    Na de doop wordt Libertinus door Rombout gezalfd met het heilig chrisma op het voorhoofd als teken van toewijding aan Christus.
Colijn de Coter (tussen 1440 en 1445 – tussen 1522 en 1532)
Scènes uit het leven van Rombout van Mechelen (±1500)
Paneel 09 - Rombout doopt Libertinus van Sint-Truiden
Olieverf op paneel, 140 x 70 cm
Mechelen - Sint-Romboutskathedraal
2016 Paul Verheijen / Nijmegen