Paul Verheijen

PIERRE HUBERT SUBLEYRAS

Mis van Basilius

Drie Grote Cappadociërs

De drie grote Cappadociërs, ook wel de Cappadocische Vaders genoemd, zijn Basilius de Grote, zijn jongere broer Gregorius van Nyssa en Gregorius van Nazianze. Ze waren belangrijke theologen in de 4e eeuw en hebben een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de christelijke leer, vooral met betrekking tot de leer van de Drie-eenheid.
Basilius was monnik, theoloog en bisschop en verder ook een van de vier grote, Griekse kerkvaders. Hij werd omstreeks 330 to Caesarea in Cappadocia geboren en studeerde te Byzantium en Athene, waar hij vriendschap sloot met Gregorius van Nazianze en medestudent was van de neef van Constantijn de Grote, Julianus, die in 361 keizer zou worden en de onprettige bijnaam Apostata, de afvallige, zou krijgen vanwege zijn terugkeer tot de oude Romeinse religie. Na reizen in landen van het Oosten leefde Basilius met vrienden bij Caesarea in een monnikengemeenschap. Hij schreef de kloosteregel voor oosterse monniken, de orde van basilianen.
Hij werd op 14 juni 370 tot bisschop van de stad gekozen en daarmee als metropoliet niet alleen bestuurder van de kerkprovincie, maar ook wereldlijk administrator van het diocees Pontus. Al tijdens zijn leven kreeg hij zijn epitheton: 'de Grote'. Men waardeerde hem om zijn zielzorg, de organisatie van de armenzorg, de inrichting van de liturgie, de bestrijding van het, in de handen van keizer Valens (328-378) tot instrument van staatspolitiek uitgegroeide arianisme en de organisatie van de kloosters, waarvoor hij twee regels schreef. De laatste dienen nog in alle oosterse kloosters en hebben als kenmerk, in tegenstelling tot oudere regels, de verplichting van de monniken tot sociale zorg. Zijn kloosters lagen dan ook dicht bij of in de steden. Basilius bezweek niet onder de druk die keizer Valens uitoefende op de orthodoxe bisschoppen. Hij stierf op 1 januari 379.

Een legendarische Vita, op naam gezet van Basilius' vrienden Gregorius van Nazianze en Amphilochius van Iconium (voor 394), werd in de 8e en 9e eeuw door volgelingen van Basilius in hun kloosters te Rome en in Italië verspreid. Via Latijnse vertalingen kwamen enkele delen daarvan, vooral wonderverhalen, in hoofdstuk 26 van de Legenda Aurea terecht. Jacobus de Voragine vertelt daarin dat Basilius' heiligheid zo groot was dat zelfs de eremiet Ephrem dat in een visoen te horen en te zien kreeg en hem daarop ging opzoeken, aldus Jacobus De Voragine.

Basilius ontwierp ook een nieuwe manier van bouwen: rond de kerk bevonden zich het hospitaal, de woonhuizen voor de geneesheren, het personeel en de tijdelijke gasten, de stallen voor de paarden, de werkplaatsen en de huizen voor de arbeiders.
Het Roomse Martelaarsboek herdenkt Basilius op 1 januari en 14 juni zijn bisschopswijding. Het Oosten herdenkt hem op 2 januari en 30 januari.

Keizer Valens

Flavius Julius Valens (328-378) was vanaf 364 benoemd als medekeizer door zijn oudere broer Valentinianus, nadat deze kort daarvoor keizer was geworden. Valens zou het oosten van het rijk gaan besturen en Valentinianus het westen. Beide broers hielden er verschillende theologische christelijke opvattingen op na. Valens was een ariaan en Valentinianus stond voor de geloofsbelijdenis van Nicea. Valens werd in de zomer van 378 verslagen en gedood in de Slag bij Adrianopel.
De Legenda Aurea schrijft dat Valens eens een kerk had afgenomen van de katholieken en aan de arianen gegeven. Basilius ging naar Valens en er ontstond een woordenwisseling waarmee zich ook de keizerlijke kok bemoeide. Basilius zei toen tegen hem: 'Jouw taak is het over 's keizers pasteien na te denken, niet om goddelijke dogma's gaar te stoven.' De betreffende kerk werd vervolgens verzegeld en beide groepen moesten door gebed de deuren geopend zien te krijgen. De afloop laat zich raden. De arianen was het na drie dagen en nachten bidden niet gelukt. Maar na een gebed van Basilius een lichte tik met zijn bisschopsstaf op de deuren lukte het de katholieken onmiddellijk. De kerk werd dus aan hen teruggegeven.

Kracht van de mis

Basilius wordt vooral in het Oosten - in het Westen minder vaak - afgebeeld, en dan met een lang, smal gezicht, zwart haar en spitse baard en altijd in het gewaad van een Griekse bisschop met het omophorion (een brede, met zwarte Griekse kruisen versierde stola).

Hoewel Valens en Basilius geen directe relatie hadden tijdens de hier afgebeelde mis van Basilius, wordt de mis soms gebruikt als symbool van Basilius' geloofsovertuiging en moed in zijn geschil met de ariaan Valens. Tijdens de mis zou Basilius keizer Valens van de kracht van de mis overtuigd zou hebben. Deze mis werd geschilderd boven het Basilius-altaar in de Sint-Pieter in Rome door Girolamo Muziano (±1532-1592), later voltooid door Cesare Nebbia (1536-1614). Door de hoge vochtigheid van de kerk is dit werk echter verloren geraakt. Benedictus XIV (paus van 1740-1758) gaf opdracht aan de Franse schilder Pierre Hubert Subleyras een nieuwe versie te schilderen, wat uitzonderlijk was voor een niet-Italiaanse schilder. In 1751 werd het monumentale doek ook weer vanwege de hoge vochtigheid vervangen door een mozaïek-kopie. Het origineel verhuisde toen naar De Santa Maria degli Angeli e dei Martiri. Het MET in New York bezit een modello van dit werk.

Subleyras beeldt Basilius af terwijl hij de mis opdraagt ​​in aanwezigheid van keizer Valens. Het uitzonderlijke vermogen van de kunstenaar om wit in al zijn toonbereik weer te geven, blijkt uit de gewaden van de priesters die Basilius omringen wanneer hij de kelk met miswijn ontvangt voor de communie. De jonge keizer, die opvalt door zijn felrode cape, lijkt dramatisch in katzwijm te vallen door het zien van deze kelk.

Meer Basilius

  • Basilius de Oudere
    (±349?; 30 mei)
  • Basilius van Ancyra
    (362; 22 maart)
  • Basilius van Chersonesus
    (4e eeuw; 4 maart en 7 maart)
  • Basilius van Constantinopel
    (765; 28 november)
  • Basilius de Jongere
    (952; 26 maart)
  • Basilius Ogier
    (1716; 9 maart als Dienaar Gods)
Pierre Hubert Subleyras (1699-1749)
Messa di S. Basilio (1746-48)
Modello, olieverf op doek, 137 x 79 cm (rechterafbeelding)
New York - MET
Olieverf op doek, 740 x 430 cm (linkerafbeelding)
Rome - Santa Maria degli Angeli e dei Martiri
2016 Paul Verheijen / Nijmegen