Paul Verheijen

ULRICH VAN AUGSBURG

Augsburg

Augsburg kent zo'n 17 zalig- of heiligverklaarde middeleeuwse mannen en vrouwen. De oudste legendarische bron Conversio sanctae Afrae uit de 8e eeuw schrijft bijvoorbeeld over de bekering van Afra. Zij was een prostituee die door Narcissus en Felix van Gerona (feestdag 18 maart) werd bekeerd en onder de vervolging van keizer Diocletianus op 7 augustus 304 de marteldood stierf. Toen haar moeder Hilaria en haar dienstbodes Digna, Eunomia en Eutropia vijf dagen later haar graf bezochten, werden zij opgepakt en levend verbrand. Op diezelfde dag stierven door onthoofding Quiriacus met ongeveer 25 metgezellen. Afra wordt dus herdacht op 7 augustus en de anderen op 12 augustus.
Een zekere Dionysius zou volgens de Conversio ook door Narcissus zijn bekeerd. Hij werd door hem tot eerste bisschop van Augsburg gewijd en stierf ook onder de vervolging van keizer Diocletianus de marteldood (feestdag 26 februari).

Hongarenbestrijder

Udalricus of Ulrich werd rond 890 in Augsburg geboren als zoon van de graaf van Dillingen en grootgebracht in de benedictijnenabdij Sankt Gallen. Zijn oom was bisschop in die stad. Toen deze overleed, zorgde de familie ervoor dat Ulrich in 923 zijn opvolger werd, een ambt dat hij een halve eeuw zou bekleden.
Toen in 926 bereden Hongaarse boogschutters op hun strooptochten ook Augsburg bedreigden, liet hij huilende zuigelingen voor het altaar neerleggen om Gods barmhartigheid af te smeken. Dit gebed werd verhoord. Ulrich liet stadmuren bouwen, maar in 955 poogden de Hongaren wederom de stad in te nemen. Aangevoerd door Ulrich - te paard, zonder harnas of wapen en met een stola om, trotseerden de inwoners het gevaar. De beslissing viel buiten de stadmuren. In een droom vernam Ulrich van Afra dat dit zou geschieden op het Lechveld. Slag die hier vervolgens plaatsvond maakte een eind aan meer dan een halve eeuw Hongaarse dreiging in Europa. Otto I bracht de Hongaren een zo grote nederlaag toe dat er volgens de legende niet meer dan zeven Hongaren van het slagveld terugkeerden. De nomadische Hongaren gingen zich vanaf dat moment aan hun Europese omgeving aanpassen.
Ulrich bemiddelde tussen koning Otto I en diens opstandige zoon Liudolf, herstelde kloosters die door de Hongaren verwoest waren en voerde hervormingen door. Zijn moeder Dietburg is zaligverklaard (feestdag 1 november).
De legende vertelt dat Ulrich elke nacht om drie uur opstond en naar de kerk ging om die pas 's middags te verlaten. Daarna verzorgde hij zieken in het hospitaal. In de vastentijd at hij - naar het voorbeeld van Jezus - elke dag met twaalf arme mensen en waste hij hun voeten. Jaarlijks bezocht hij alle parochies van zijn bisdom en regelmatig pelgrimeerde hij naar Rome. Elke vrijdag bezocht hij het graf van Afra.
Op een donderdagavond gaf hij de bode van bisschop Conrad van Konstanz een stuk vlees mee, maar om Ulrich in een kwaad daglicht te stellen, wilde deze bode het vlees de dag daarop serveren, dus op de vrijdag die juist als onthoudingsdag (van vlees) door de gelovigen moest worden onderhouden. Het vlees bleek echter veranderd in vis.
Toen Ulrich zijn einde voelde naderen, liet hij zich op met wijwater besprenkelde as neerleggen, zijn armen gevouwen in de vorm van een kruis. Zo stierf hij op 4 juli 973 te midden van biddende geestelijken.
Zijn relieken werden bijgezet in de kerk van Afra (feestdag 7 augustus) die vanaf toen de Ulrich-en-Afrakerk ging heten. Bij zijn graf vonden vele wonderen plaats.
Vermeldenswaard is misschien het feit dat hij de eerste is die is heiligverklaard na een officiële canonisatieprocedure. Die vond al plaats 20 jaar na zijn dood.

Noodnaam

De noodnaam 'Meester van de Ulrichlegende' of 'Ulrichmeester' wordt gebruikt voor een ​​gotische schilder die waarschijnlijk na 1450 in Augsburg actief was. De kunstenaar ontleent zijn noodnaam aan twee schilderijen die hij maakte met de legende van Ulrich, patroonheilige van Augsburg. Aangezien een van de schilderijen waarschijnlijk het interieur van de romaanse voorgangerkerk van St. Ulrich en Afra afbeeldt, die in 1474 werd verwoest, zijn ze vóór deze datum gemaakt. De achterkant van de schilderijen is onbeschilderd, dus ze waren waarschijnlijk bedoeld als wandbekleding.

De compositie van de scènes en bijvoorbeeld de kleding van de figuren in de afbeeldingen van de Ulrichlegende duiden op de invloed van Bourgondische boekillustratoren. De Meester van de Ulrichlegende was echter waarschijnlijk ook bekend met eigentijdse schilderijen uit Vlaanderen. Na 1455 waren er werken van Nederlandse schilders in Augsburg te vinden, en rond deze tijd vestigden zich Nederlandse schilders in de stad. Hoewel niet direct verifieerbaar, kan worden aangenomen dat Nederlandse voorbeelden zoals Rogier van der Weyden ook belangrijk waren voor de Meester van de Ulrichlegende. Of de onbekende meester een Nederlander was die tijdelijk in Augsburg verbleef, wordt betwist.

Zes scènes

De schilder beeldde op twee panelen zes scènes uit afkomstig uit de legende van Ulrich:

Bovenste paneel
  • Links: Afra openbaart in een droom aan Ulrich het Lechveld
  • Rechts: Ulrich en Conrad van Konstanz krijgen stuk vlees voorgeschoteld
  • Midden: stuk vlees is veranderd in vis
Onderste paneel
  • Links: Ulrich ontvangt miskelk en pateen van engelen
  • Rechts: Ulrich preekt
  • Midden: Ulrich ontvangt hemelse zegen tijdend opdragen van de Mis om de Hongaren te bestrijden
Meester van de Ulrichlegende
Legende des heiligen Ulrich (±1450)
Olieverf op twee panelen, 115 x 190 cm elk
Augsburg - Ulrich und Afrakirche
2016 Paul Verheijen / Nijmegen