Paul Verheijen

HANS HOLBEIN JR.

Darmstadt Madonna

Rafaël van het Noorden

De Darmstadt Madonna behoort tot de weinige religieuze schilderijen die bewaard zijn gebleven uit de tijd dat Hans Holbein jr. in Bazel vertoefde.
Het schilderij dankt zijn naam aan de plaats waar het tegenwoordig wordt bewaard, het slotmuseum in Darmstadt.
Het werk is niet alleen een van de belangrijkste van Holbein, maar wordt bovendien beschouwd als een van de onbetwiste topstukken van de Europese schilderkunst van de zestiende eeuw.
Onder andere vanwege dit schilderij noemt men Holbein ook wel de Rafaël van het Noorden.

Mantelmadonna

De Darmstadt Madonna is een zogenaamde Mantelmadonna, onder wier hoede de afgebeelde familie zichzelf heeft geschaard.
Het werk past daarnaast binnen de traditie van de vooral in Italië zeer geliefde voorstellingen van de Madonna met het Christuskind en Johannes de Doper als kleine jongen.
Gebruikelijk in die tijd was het ook mannenfiguren links en vrouwenfiguren rechts af te beelden.

De afbeelding laat Maria zien met het kind Jezus op de arm voor een nis.
De verhoging waarop zij staat is bedekt met een tapijt.
Als een mantelmadonna spreidt zij haar beschuttende mantel uit over de figuren die aan weerszijden van haar knielen.
Van de voor een muur geplaatste troon zien we slechts de schelpvormige bekroning en de met acanthusbladeren versierde consoles.

Jakob Meyer zum Hasen

De schatrijke bankier en oud-burgemeester van Bazel, Jakob Meyer zum Hasen, is in vrome verering weergegeven.
Meyer had in korte tijd een fortuin vergaard als geldwisselaar en makelaar in onroerend goed.
Daarnaast was hij succesvol geweest als aanvoerder van Zwitserse huurlingenlegers bij veroveringen van enkele Italiaanse steden.
In 1521 werd Meyer beschuldigd van corruptie, veroordeeld en zelfs kortstondig gevangengezet.

Apostel Jakobus

De apostel Jakobus is modieus gekleed en kijkt weg van Maria.
Door zijn gelaatstrekken en de stand van zijn hoofd lijkt hij een jongere broer van Maria te zijn.
Hij draagt een groen gordeltasje, het attribuut van deze apostel wanneer hij als pelgrim wordt afgebeeld.
Hij is vooral de beschermheilige van de pelgrims.
Dat hij hier wordt afgebeeld is niet zo verwonderlijk gezien de voornaam van Heer Meyer.
De nis waarin Maria staat is schelpvormig en verwijst ongetwijfeld naar hem.
De (Jacobs)schelp is de schelp die pelgrims van oudsher als souvenir meenamen van het strand van Kaap Finisterre, als bewijs dat zij Santiago da Compostella hadden bezocht.

Johannes de Doper

Johannes de Doper staat als een naakt klein kind op de voorgrond.
Zijn blik en gebaren zijn eveneens gericht op een punt buiten het schilderij.
Dat hij zo duidelijk naar een punt buiten de voorstelling gebaart, zou een toespeling kunnen zijn op de woorden die hij volgens de evangelist Johannes uitsprak, kort voordat Christus in de Jordaan door hem werd gedoopt:
Ziehier het Lam Gods.
Johannes de Doper wordt dus neergezet als de latere wegbereider voor de komst van Christus.
Maar als het schilderij zich oorspronkelijk boven een altaar heeft bevonden, is het ook mogelijk dat hij wijst naar attributen op het altaar.

Familie Meyer

Drie vrouwelijke leden van de familie knielen ieder met een rozenkrans in de handen.
We zien waarschijnlijk Magdalena Baer, Meyers eerste echtgenote, die reeds in 1511 was gestorven.
Haar gezicht wordt bijna volledig aan het oog onttrokken door haar kap, kinband en schoudermantel.
Daarnaast knielt Meyers tweede, toen nog levende echtgenote Dorothea Kannengiesser en daarvoor bevindt zich hun dochter, Anna.
Terwijl de echtgenotes door hun kap, kin- en schouderdoek herkenbaar zijn als getrouwde burgervrouwen, wordt de jonge Anna als jong en ongehuwd meisje afgebeeld.
Ze heeft het haar opgestoken onder een jonkvrouwenhoofdtooi, een met verse anjers en rozemarijntakjes versierde kap.
De anjer staat ook bekend als een Maria-bloem.

Ruimte

De smalle ruimte die aan deze figuren is toegewezen, wordt aan de achterkant begrensd door een halfhoge muur.
Daarachter zijn tegen het blauw van de hemel enkele wijnranken te zien.
De gehele voorstelling is dus in de open lucht gesitueerd.

Over de plaats waar het schilderij oorspronkelijk was opgesteld en over de oorspronkelijke functie van het paneel is niet veel bekend.
Het feit dat het de Bazelse beeldenstorm in 1529 heeft overleefd, kan een aanwijzing zijn dat het schilderij zich toen op een plaats bevond die niet voor publiek toegankelijk was, bijvoorbeeld het atelier van Holbein.

Memorietafel

Jakob Meyer gaf de opdracht voor het schilderij slechts drie jaar voor de uiteindelijke invoering van het protestantisme in Bazel.
Slechts één jaar voor de beeldenstorm had Holbein het nogmaals bewerkt.
Desondanks is de Darmstadt Madonna nog een onvervalste uiting van het oude katholieke geloof: Maria is Koningin van de Hemel. De vorm van haar kroon is een bewuste verwijzing naar de kroon van het Heilige Roomse Rijk.
De Jacobsschelp als afsluiting van de nis achter moeder en kind doet denken aan een aureool, de stralenkrans achter het hoofd van een heilige.
Omdat ook Meyers overleden echtgenote is afgebeeld, heeft het schilderij tevens het karakter van een memorietafel.
In de context van de katholieke beeldtraditie past ook het motief van Johannes de Doper als kleine jongen aan Maria’s voeten.

Invloed Da Vinci

Maria’s gezicht, het Christuskind en het kind Johannes zijn sfumato geschilderd, dat wil zeggen dat Holbein de contouren van de vormen verzacht.
Dit principe is vooral bekend van Leonardo da Vinci.
Waarschijnlijk hebben enkele schilderijen van Da Vinci model gestaan voor Holbeins twee naakte knaapjes.
Hans Holbein de Jonge (1497/98 - 1543)
Darmstadt Madonna (tussen 1525 en 1529)
Olieverf op paneel, 146,5 x 102 cm
Darmstadt - Schlossmuseum (in bruikleen van Hessische Hausstiftung)
2016 Paul Verheijen / Nijmegen