Paul Verheijen

ELISA

De cyclus - Wonderen - Flavius Josephus - Verdere doorwerking - Goddelijke dieren

De cyclus

Generaties lang zijn er verhalen over Elisa, ook wel Eliseüs ('JHWH helpt') genoemd, doorverteld.
De cyclus verhalen rond hem is min of meer een kopie van die van zijn leraar Elia.
De historisch-kritische bijbelwetenschap meent dat afzonderlijke Elia- en Elisa cycli in de beide boeken Koningen samengevoegd werden.
Elia wordt binnen de Elia-cyclus geïntroduceerd bij de opdrachten die Elia van JHWH krijgt:
Elisa, de zoon van Safat, uit Abel-Mechola, moet je tot je eigen opvolger zalven.
[...]
Elia ging weg van de Horeb. Toen hij Elisa, de zoon van Safat, aantrof was deze aan het ploegen. Ze waren aan het werk met twaalf span ossen; Elisa liep achter het twaalfde span. Elia liep op hem af en gooide zijn mantel over hem heen. Meteen liet Elisa zijn ossen in de steek en rende achter Elia aan. 'Laat mij afscheid nemen van mijn vader en moeder,' zei hij, 'dan zal ik met u meegaan.' Doe wat je wilt,' zei Elia. 'Ik dwing je nergens toe.' Elisa ging terug, slachtte zijn ossen, braadde het vlees op het hout van hun juk en bood het zijn knechten aan. Daarna ging hij met Elia mee als zijn dienaar.
(1 Koningen 19,16-21)
Dit 'roepingsverhaal' waarin Elisa op rigoreuze en onomkeerbare wijze breekt met zijn boerenleven, zet de toon voor de hele cyclus die pas in het tweede boek Koningen verder loopt in de hoofdstukken 2 tot en met 9 en eindigt met de sterfscène in 2 Koningen 13,14-21.

Elisa trad vooral op de voorgrond onder Joram en Jehu, koningen van het Noordrijk in de tweede helft van de 9e eeuw.
Hij deed niet onder Elia in de kracht van zijn extatische profetieën, die door muziek werden begeleid.
Bij de hemelvaart van Elia nam hij diens profetenmantel over.
Daarna werd hij door de profetenzonen in Jericho begroet en als hun leider erkend.
Elisa zette het werk van Elia voort door zich vooral te richten tegen de vreemde cultussen waaraan de Israëlieten zich overgaven, tot hij in de tijd van koning Joas (799-784 VGJ) stierf.

Wonderen

De cyclus van Elisa bevat een groot aantal wonderverhaaltjes, vaak niet meer dan enkele verzen.
  • Met de mantel van Elia sloeg hij op het water van de Jordaan dat naar links en rechts wegvloeide zodat Elisa kon oversteken (2 Koningen 2,7-18).
  • Hij reinigde met zout een vervuilde bron bij Jericho (2 Koningen 19-22).
  • Een troep kinderen die hem voor kaalkop uitscholden, vervloekte hij, waarna 42 van de kinderen door berinnen (zie onder) werden verscheurd (2 Koningen 2,23-24).
  • Een vrouw die bedreigd werd door haar schuldeisers kon hij helpen door uit één kruikje olie vele vaten te vullen (2 Koningen 4,1-7).
  • Van hem onbekende niet te eten vruchten kon hij voor zijn profeten een smakelijke moes bereiden door wat meel in de kookpot te strooien (2 Koningen 4,38-41).
  • Twintig gerstebroden en een zakje vers graan waren voldoende om honderd profeten te voeden, waarna ze nog over hielden (2 Koningen 4,42-44).
  • Een ijzeren bijl die in het water gevallen was liet hij boven drijven door een twijg in het water te gooien (2 Koningen 6,1-7).
  • Ook na zijn dood werkte zijn wonderkracht: bij de begrafenis van een dode wierp men bij een plotselinge inval van een bende het lijk in het graf van Elisa, waarna de gestorvene in aanraking kwam met Elisa's gebeente en weer tot leven kwam (2 Koningen 13,14-21).
Veel uitgebreider zijn de volgende twee wonderverhalen die op een compleet toneelstuk met bedrijven lijken:

Flavius Josephus

Elisa is ook niet ontsnapt aan de aandacht van Flavius Josefus wanneer hij schrijft over de vervuilde bron in Jericho en het wonder in het graf van Elisa.

Vlak bij Jericho echter bevindt zich een overvloedige bron, die uitermate geschikt is voor irrigatiedoeleinden. [...] Het verhaal gaat dat deze bron oorspronkelijk niet alleen de aarde onvruchtbaar maakte en de bomen hun vruchten deed verliezen, maar dat zij ook vrouwen miskramen bezorgde. Kortom, het was in alle opzichten een bron van ziekten en van schade. Maar ze zou gezuiverd zijn en juist heel gezond en vruchtbaar zijn geworden door toedoen van een zekere profeet Elisa. Hij was de leerling en opvolger van Elia. Hij zou tijdens een verblijf in Jericho dermate gastvrij door de inwoners van de stad zijn ontvangen, dat hij iets terug wilde doen en hun een dienst wilde bewijzen die van blijvende waarde zou zijn. Dus ging hij naar de bron en wierp hij een aardewerken kruik vol zout in het water. Vervolgens strekte hij zijn rechtvaardige rechterhand naar de hemel en goot hij verzoenende plengoffers uit over de aarde. De aarde vroeg hij de waterstroom te reinigen en aders met zoet water aan te boren, de hemel vroeg hij het water te vermengen met meer gezonde lucht en voor de bewoners de vruchten te laten gedijen en hun nakomelingen te schenken en hen steeds te voorzien van het daarvoor benodigde water zolang ze rechtvaardig zouden blijven. Door deze gebeden en door daarenboven allerlei andere handelingen volgens de regels van zijn kunst te verrichten veranderde hij de bron van karakter: het water, dat eerst de oorzaak was geweest van hun kinderloosheid en honger, werd nu een bron van kinderrijkdom en overvloed..
(Joodse Oorlog, Boek IV, 460-464)
De profeet overleed niet lang daarna. Hij stond wijd en zijd bekend om zijn rechtvaardigheid en het was voor iedereen duidelijk dat hij bij God in de gunst stond, want door zijn gave als profeet gaf hij blijk van bewonderenswaardige en verbijsterende prestaties, die de Hebreeërs de moeite waard vonden voor altijd met ere te gedenken. Hij kreeg ook een schitterende begrafenis die aan iemand die dermate bij God in de gunst staat als vanzelfspreeknd ten deel valt. En toen deed zich ook het geval voor dat nadat een aantal bandieten een man die ze om het leven hadden gebracht in het graf van Elisa hadden geworpen, het lijk door het contact met zijn lichaam weer tot leven werd gewekt. Daarmee hebben we alles over Elisa verteld, zowel alles wat hij tijdens zijn leven heeft voorspeld alsook hoe hij na zijn dood nog steeds over meer dan menselijke macht kon beschikken.
(Joodse Geschiedenis, Boek IX, 182-183)

Verdere doorwerking

Hoewel zijn wonderen minstens zo spectaculair zijn als die van Elia wordt Elisa in het Tweede Testament slechts één keer genoemd en wel door Jezus zelf die de huidziekte-genezing van de Syriër Naäman memoreert om aan te geven dat een profeet niet welkom is in zijn eigen stad (Lucas 4,24-30).
Beschouwd als voorloper van Christus kreeg hij in het Roomse Martelaarsboek zijn herdenkdag op 14 juni.
Te Samaria in Palestina de heilige profeet Eliseüs. De heilige Hiëronymus schrijft, dat de duivelen vrees hebben voor zijn graf, waarin ook de profeet Obadja rust.
De koran vermeldt hem als Al-Jasa onder de profeten voor Mohammed.
Sint-Maarten imiteerde Elisa's genezing door lichaamscontact.
Een christelijke legende vertelt dat zijn gebeente in Ravenna terecht is gekomen en tot in het begin van de 17e eeuw in de San Lorenzo in Rome werd vereerd.
Zijn hoofd wordt nu bewaard in de Sant'Apollinare Nuovo in Ravenna.
De karmelieten beschouwen hem als hun tweede stichter.

Goddelijke dieren

De berinnen die de scheldende kinderen straffen passen in een bijbelse traditie: dieren die door God op een of andere wijze worden gebruikt.
Hier volgt een selectie.
  • De slang of slangen: in de Hof van Eden, de staf van Mozes die een slang wordt en als straf voor het morrende volk in de woestijn
  • De duif bij de ark van Noach
  • De ram als plaatsvervangend offer voor Isaak
  • Kikvorsen, muggen, steekvliegen en sprinkhanen bij de plagen in Egypte
  • Voor voedsel zorgende kwartels in de woestijn tijdens de uittocht
  • De sprekende ezel van Biliam
  • De leeuw die Simson met zijn blote handen doodde en leeuwen laten Daniël ongemoeid
  • Dankzij zoekgeraakte ezels kon Samuël Saul tot koning zalven
  • Raven brengen Elia voedsel
  • Honden likken Achabs bloed en verslinden Izebel
  • De grote vis waarin Jona drie dagen verblijft
  • Een worm die aan Jona's schaduwboom knaagt
2016 Paul Verheijen / Nijmegen