Paul Verheijen

REMBRANDT

Ode aan het onderricht

Fijnschilder

Rembrandt schilderde deze twee oude mannen in zijn geboortestad Leiden toen hij nog maar begin twintig was.
Zijn gebruik van dramatische verlichting om sfeer te creëren is opmerkelijk in dit werk en het anticipeert op zijn virtuoze gebruik van chiaroscuro dat zijn latere schilderijen kenmerkt.
Een strook zonlicht valt diagonaal van linksboven, verlicht een figuur, maar laat een groot deel van het beeld in het donker achter.
Rembrandt gebruikt het contrasterende licht om de aandacht van de kijker te vestigen op de bejaarde man in het wit, wiens baard en gerimpelde huid minutieus zijn geschilderd.
Zelfs in de schaduw worden de stillevens, zoals de kaars, de ganzenveer en de inktstandaard, zorgvuldig weergegeven op een manier die de Leidse fijnschilders weerspiegelt.

Wie is wie?

Er is gespeculeerd over het onderwerp van dit schilderij.
Gesuggereerd is dat twee mannen filosofen zijn – mogelijk Hippocrates en Democritus – of dat zij de apostelen Petrus en Paulus zijn.
Bij het weergeven van specifieke bijbelse figuren nam Rembrandt echter meestal symbolen op die er vaak mee geassocieerd werden, zoals de sleutels van Petrus of het zwaard van Paulus.
Dat dergelijke attributen niet aanwezig zijn, verkleint de kans dat het schilderij een afbeelding is van deze twee heiligen.
Er zijn ook geen directe verwijzingen naar bepaalde filosofen.
In het testament van Jacques de Gheyn III (1596-1641), een naaste medewerker van Rembrandt die het schilderij mogelijk rechtstreeks van hem heeft verworven, wordt het werk simpelweg 'twee kleine oude mannen, zittend en discussiërend' genoemd.
Het weergeven van objecten die doen vermoeden aan onderricht, zoals boeken, een ganzenveer en een wereldbol, suggereert verder dat het schilderij een emblematische compositie is met als thema de wijsheid van ouderen.
Het schilderij weerspiegelt in dat geval een specifiek cultureel fenomeen in het 17e-eeuwse Nederland, toen ouderen, met name mannen, zeer vereerd werden om hun autoriteit en ervaring.
Het is interessant dat de man met het wittere haar en de langere baard (witte baarden op leeftijd werden destijds beschouwd als symbolisch voor grote kennis) zijn wijsvinger energiek op het boek drukt en zijn (misschien iets jongere) metgezel de les lijkt te lezen.
Schildert Rembrandt een positief beeld van anonieme bejaarde mannen of kunnen we misschien ook nog denken aan Paulus die onderricht krijgt van rabbi Gamaliël?

Gamaliël

De farizeeër Gamaliël wordt in de Handelingen van de apostelen twee keer genoemd.
Tegen de waarschuwing van de religieuze autoriteiten in, bleven de apostelen in de eerste dagen na Pinksteren preken in de tempel van Jeruzalem, waarop ze werden gearresteerd en voor verhoor voorgeleid aan het Sanhedrin waar Gamaliël - die groot aanzien bij het volk genoot - tegen de vervolging van beide arrestanten pleit.
Toen de leden van het Sanhedrin dit hoorden, ontstaken ze in hevige woede en besloten ze de apostelen ter dood te brengen. Maar toen stond een van hen op, een farizeeër die Gamaliël heette en die als wetsleraar bij het hele volk in aanzien stond. Hij gaf opdracht de apostelen een ogenblik naar buiten te brengen en zei vervolgens: ‘Israëlieten, overweeg nog eens goed wat u van plan bent met deze mensen te doen. Immers, enige tijd geleden wierp Teudas zich op als een man die het volk zou leiden, en ongeveer vierhonderd mensen sloten zich bij hem aan; hij werd gedood, zijn aanhang viel uiteen en verdween in het niets. Na hem was er Judas de Galileeër, die ten tijde van de volkstelling met zijn volgelingen in opstand kwam; ook hij ging ten onder, en al zijn volgelingen werden uiteengedreven. Daarom zeg ik u: houd u afzijdig van deze mensen en laat hen begaan, want als het mensenwerk is wat ze nastreven, zal het op niets uitlopen, maar als het Gods werk is, zult u niets tegen hen kunnen uitrichten, of het zou weleens kunnen blijken dat u tegen God strijdt.' De leden van het Sanhedrin stemden met hem in en riepen de apostelen weer binnen. Ze lieten hen geselen, bevalen hun de naam van Jezus niet meer te gebruiken en lieten hen vrij.
(Handelingen 5,34-40)

En als Paulus een verdedigingsrede houdt, meldt hij dit:
Ik ben een Jood, geboren in Tarsus in Cilicië, maar opgegroeid in deze stad. Ik heb als leerling aan de voeten van Gamaliël gezeten en ben strikt volgens de voorschriften van de wet van onze voorouders opgevoed. Ik ben een vurig dienaar van God, en u allen geeft vandaag blijk van hetzelfde.
(Handelingen 22,3)
Mogelijk was Gamaliël een kleinzoon van de grote rabbi Hillel en een neef van Nikodemus.
Volgens een legende waren Gamaliël en zijn zoon Abibas heimelijk christen.
Gamaliël wordt herdacht op 3 augustus, de dag dat zijn lichaam en van zijn zoon, samen met die van Stefanus en Nikodemus werden gevonden.
Rembrandt van Rijn (1606-1669)
Twee discussiërende oude mannen (1628)
Olieverf op paneel, 72 x 60 cm
Melbourne - National Gallery of Victoria
2016 Paul Verheijen / Nijmegen