Paul Verheijen

SIXTIJNSE KAPEL - WANDEN LAAG 1

Tapijten naar ontwerp Rafaël

Petrus en Paulus

De onderste laag van de wanden van de Sixtijnse kapel is beschilderd met weelderige gordijnen en pilasters in trompe l'oeil.
Paus Leo X vond dat geen gezicht en bestelde in 1515 tien echte wandtapijten (gobelin; Italiaans: arazzo).
Rafaël ontwierp voorstellingen uit het leven van Petrus (01-04) en Paulus (05-10).
Beide apostelen stierven volgens de traditie als martelaar in Rome, wat de Eeuwige Stad tot de enige, juiste stad maakt waar de pausen horen te zetelen – volgens de paus.

Vasari schrijft hierover in zijn Vite het volgende:
Ondertussen besloot de paus een aantal zeer kostbare wandtapijten te laten maken van gouddraad en floretzijde; nadat Rafaël hiervoor eigenhandig alle kartons in de juiste vorm en grootte had ontworpen en ingekleurd, zond men ze naar Vlaanderen om daar geweven te worden, en eenmaal voltooid kwamen ze naar Rome terug. Ze waren zo wonderlijk goed uitgevoerd dat ze verbazingwekkend zijn om te zien en men zich afvraagt hoe het mogelijk is haren en baarden in weefsel weer te geven en door middel van draden zachtheid aan het vlees te verlenen: deze tapijten vormen beslist veeleer een mirakel dan iets door mensenhand gemaakt, want men ziet er watervlakten, dieren, gebouwen, alle zo goed gedaan dat ze niet geweven lijken te zijn maar, voorwaar, aangebracht met het penseel. Dit alles kostte zeventigduizend scudi, en nog steeds worden ze bewaard in de Sixtijnse kapel.

Pieter van Aelst

Het 'Vlaanderen' waar Vasari over schrijft betrof het toentertijd zeer exclusieve atelier van Pieter van Aelst.
De kartons kwamen opgerold in Brussel aan.
Na hun aankomst werden ze in stroken van 91 centimeter breed geknipt.
Dat zou nu als een doodzonde worden beschouwd: tien schetsen van Rafaël verknippen!
Het was echter de enige mogelijkheid om iedere wever met zijn eigen vaardigheid individueel aan zijn gedeelte te laten werken.
De individueel gemaakte stroken werden op het einde aan elkaar geweven en smolten zo samen tot een uniek wandtapijt.
De voorstellingen op de wandtapijten zijn niet helemaal gelijk aan die van de ontwerpkartons van Rafaël.
Allereerst maakte de toenmalige weeftechniek het noodzakelijk dat de ontwerpen in spiegelbeeld moesten worden gerealiseerd.
Verder waren de kleurverschillen die Rafaëls kartons kenmerken, te subtiel en te gevarieerd om exact zo te worden weergegeven door de wevers.
Ook de afmetingen werden aangepast, vereist door de plaats in de kapel waar het tapijt zou komen te hangen.
De wandtapijten zijn zeker geen slaafse kopieën, maar zijn te beschouwen als op zichzelf staande kunstwerken, hetgeen zeker ook geldt voor de kartonnen van Rafaël.

Verblijfplaats

Op 26 december 1519 waren zeven van de tien tapijten te zien in de Sixtijnse kapel.
Noch Rafaël noch paus Leo X zagen alle wandtapijten in hun voltooide staat, want de kunstenaar stierf in 1520 en de paus een jaar later.
De verticale randen kwamen precies te hangen voor de geschilderde pilasters, waarbij de scènes uit het leven van Petrus werden geplaatst onder de fresco-cyclus van Christus en de scènes met Paulus onder die van Mozes.
De tapijten hingen echter slechts een paar jaar op hun plek.
In 1527 werden zij tijdens de Sacco di Roma gestolen en pas tientallen jaren later keerden ze weer terug.
Omdat de altaarwand in de kapel inmiddels door Michelangelo was beschilderd met het Laatste Oordeel, werden ze daar niet meer teruggehangen.
Goethe schrijft tijdens zijn bezoek aan Rome in 1787 dat de tapijten in al hun pracht stonden opgesteld op het plein voor de Sint-Pieter, waar ze tijdens een fikse regenbui door- en doornat werden.
Zeven van de tien tapijten worden nu tentoongesteld in de Pinacoteca Vaticana.
Slechts in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld in het 500ste geboortejaar van Rafaël in 1983 en het 500ste sterfjaar in 2020 (zie afbeelding), worden ze kortstondig terug opgehangen in de Sixtijnse kapel.

De ontwerpkartons zwierven lange tijd rond in de Vlaamse weefateliers, totdat zeven stuks, de stroken weer aan elkaar geplakt (de lasnaden zijn nog te zien), in 1865 een vast thuishonk kregen in het Victoria & Albert Museum in Londen.
De drie overige kartons (05, 06 en 09) worden als verloren beschouwd.

Vergelijking karton en tapijt

01
Wonderbare visvangst
(Lucas 5,6-11 en Johannes 21,1-14)

02
Aanstelling Petrus
(Johannes 21,1-17 en Matteüs 16,16-19)

03
Petrus geneest een lamme
(Handelingen 3,1-10)

04
Petrus straft Ananias met de dood
(Handelingen 5,1-10)

05
Saulus aanwezig bij steniging Stefanus
(Handelingen 6,5-11 en 7,54-60)

06
Bekering van Paulus
(Handelingen 9,1-9 en 22,6-11)

07
Paulus maakt de magiër Elymas/Barjesus blind
(Handelingen 13,6-12)

08
Paulus en Barnabas weigeren offer te Lystra
(Handelingen 14,8-18)

09
Gevangenschap van Paulus
(Handelingen 16,25-34)

10
Paulus preekt in Athene
(Handelingen 17,16-34)


Raffaello Sanzio (1483-1520)
Scènes uit het leven van Petrus en Paulus (1515-1517)
Londen - Victoria & Albert Museum (de gouache ontwerptekeningen)
Vaticaanstad - Pinacoteca Vaticana (de tapijten)
2016 Paul Verheijen / Nijmegen