Koningin van SchotlandMargaretha was de dochter van de Angelsaksische koning Edward Atheling (1016-1057) en prinses Agatha van Hongarije. Ze is geboren circa 1046 in Reska (Hongarije) omdat de familie daarheen in ballingschap was gegaan toen Deense koningen haar vaderland overheersten. Toen ze elf jaar was kwam ze naar Engeland aan het hof van Edward de Belijder. Na de Slag bij Hastings in 1066 vluchtte zij met haar broer Edgar, maar het schip werd in een storm op de Schotse kust geworpen, waar koning Malcolm III van Canmore beiden allerhoffelijkst opnam. Malcolm werd zeer getroffen door de deugdzaamheid van Margaretha. Hij was een nogal ruwe en ongeletterde man die haar zo snel mogelijk tot zijn gezellin wilde maken. We horen van dat moment niets meer over de vrouw met wie hij tot dat moment getrouwd was. Margaretha stemde desondanks in met een huwelijk met Malcolm en nam volledig bezit van zijn leven, althans volgens haar biechtvader Prior Turgot van Durham in het aan hem toegeschreven Vita Sanctae Margaritae Scotorum Reginae.Hij kwam steeds prompt tegemoet aan al haar wensen en verstandige adviezen; wat haar niet aanstond, stond hem niet aan; waar zij van hield, daar hield hij ook van, puur uit liefde voor haar.Het paar kreeg zes zonen en twee dochters. Van dochter Mathilda stamt het huidige Britse vorstenhuis af. Een ander kind, David, is later ook heiligverklaard (feestdag 24 mei). Margaretha verzachtte het onbeschaafde temperament van Malcolm, ontwikkelde zijn geest en inspireerde hem met christelijke normen en waarden. Margaretha muntte uit door naastenliefde. Ze ging eenvoudig gekleed, at zo weinig dat dit nauwelijks volstond om in leven te blijven, tuchtigde haar lichaam en bracht het grootste gedeelte van de nacht met vroom gebed door. Dagelijks verzorgde ze zieken. Driehonderd armen die zich voor het paleis hadden verzameld waste ze eigenhandig de voeten, kuste hun wanden en gaf hun te eten. Met hulp van aartsbisschop Lanfranc van Canterbury (zaligverklaard met feestdag 28 mei) zette 'de parel van Schotland' zich in voor een Schotse kerk en regering die meer voldeden aan de toenmalige normen op het vasteland. Met Malcolm stichtte ze in Dunfermline een abdij. Voor zichzelf richtte zij in haar koninklijk verblijf een soort kloostercel in. Daar moet zij vol overgave geschreven hebben aan haar persoonlijke evangelieboek (zie onder). Margaretha stierf in 1093 in Edinburgh, een paar dagen nadat ze op haar sterfbed had vernomen dat Malcolm en haar oudste zoon gesneuveld waren in een veldslag die zij hen ontraden had. Ze werd begraven in de door haar gebouwde kerk van de heilige Drie-eenheid in Dunfermline. Na de reformatie zijn haar gebeente en dat van Malcolm in het Escorila in Spanje terechtgekomen. De schedel hadden de jezuïeten in het Franse Douai bemachtigd. Het Roomse Martelaarsboek herdenkt haar op 10 juni en 16 november. |
Twee versiesDe beide hier afgebeelde schilderijen van de prerafaëliet Joseph Noel Paton laten de legendarische verovering zien van Malcolm door Margaretha. Het geeft een mooi beeld van Victoriaanse vroomheid en waarden: de jonge en mooie koningin Margareth, sierlijk gedrapeerd in geborduurde zijde met een juwelen diadeem op haar golvende roodgouden haar, zit op een steen aan een beboste beek naast haar echtgenoot. Haar evangelieboek ligt op haar schoot en ze vertelt hem hieruit of hierover. Haar gezicht is in vervoering, haar ogen gericht op een onzichtbaar punt in de verte. In de grotere versie rechts laat Paton haar slanke witte hand liefdevol rusten op de grote bruine vuist van Malcolm die naast haar zit, gekleed in maliënkolder en leer, kroon en zwaard van zijn krijgskoninglijke roeping, met zijn ruwe hoofd in zijn hand en eerbiedig kijkend naar het evangelieboek. Elke lijn van zijn lichaam toont zijn ruwe kracht, zijn ontroerende toewijding aan zijn bruid en zijn verbijsterde, ongeletterde poging om te begrijpen wat ze zegt. |
Evangelieboek![]() Na Margaretha’s dood werd het evangelieboek lange tijd bewaard als een heilige herinnering aan haar leven. In de late middeleeuwen verdween het uit Schotland en kwam het uiteindelijk terecht in de Bodleian Library te Oxford. Rondom Margareths evangelieboek zijn enkele legendes ontstaan. Een verhaal vertelt bijvoorbeeld hoe het boek ooit in een beek viel en onbeschadigd en droog uit het water werd gered. Malcolm was zo verliefd op zijn jonge koningin en zo onder de indruk van haar geleerdheid en vroomheid dat hij haar evangelieboek prachtig liet inbinden en met juwelen liet bekleden. Hoewel hij zelf niet kon lezen of schrijven, pakte hij het altijd op en kuste het eerbiedig voor haar. Hierboven vier bladzijdes hieruit met miniaturen van de vier evangelisten v.l.n.r.: Matteüs (Folio 003 verso), Marcus (Folio 013 verso), Lucas (Folio 021 verso) en Johannes (Folio 030 verso). |
Joseph Noel Paton (1821-1901)
Saint Margaret reading the Scripture to Malcolm Canmore in Dunfermline Olieverf op doek, 15 x 23 cm (zonder lijst) (1861) (linkerafbeelding) Dunfermline - Carnegie Dunfermline Trust Olieverf op doek, 105 x 105 cm (1887) (rechterafbeelding) Dunfermline - City Chambers |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |