Paul Verheijen

JOACHIM PATINIR

Hiëronymustriptiek


Pelgrimstocht

In gesloten toestand laat dit altaarstuk van Joachim Patinir een Sint-Anna te Drieën zien en Sebaldus van Neurenberg.
Vanwege de afbeelding van deze Sebaldus neemt men aan dat het drieluik is vervaardigd in Duitse opdracht.
Deze legendarisch heilige is vermoedelijk rond 770 in Neurenberg gestorven. Volgens een Vita uit de 14e of 15e eeuw was hij eerst kluizenaar en vaak op pelgrimstocht. In Neurenberg ontstond boven zijn graf een kerkje, waarboven later de Sankt-Sebal werd gebouwd. Op het luik zien we hem met een model van de aan hem gewijde kerk en in pelgrimskledij. Zijn kerkelijke feestdag is op 19 augustus.

Grootschalige heiligen domineren het drieluik als het geopend is.
Op het linkerpaneel zien we Johannes de Doper in de scène van de doop van Jezus.
Het rechterpaneel bevat een voorstelling van de kluizenaar Antonius Abt met de monsters die hem aanvielen.
Het hoofdonderwerp is het panoramische landschap met Hiëronymus, waar de kijker als in een pelgrimstocht visueel doorheen reist.

Verschillende versies


Patinir (en/of zijn ateliermedewerkers) schilderde op uiteenlopende formaten diverse landschappen met Hiëronymus daarin. Op sommige versies trekt Hiëronymus een doorn uit de poot van een leeuw (afbeelding 1), op andere staat hij op het punt zich met een steen te kastijden (het drieluik en afbeelding 2 en 3)
Deze schilderijen waren zeer geschikt om in een huis op te hangen ten behoeve van privédevotie, maar hadden ook een decoratieve waarde.
Hoewel Hiëronymus op de voorgrond is geplaatst, lijkt hij ondergeschikt aan het geheel, want onze blik wordt geleid naar de fantasierijke puntige rotspartij in het midden.
Hiëronymus is steeds gekleed in een sober blauw gewaad.
Zijn eenvoudige onderkomen is een kleine grot, waarvoor een overkapping van stokken en wat riet staat.
In zijn buurt mogen (enkele van) zijn bekende attributen niet ontbreken: een kruisbeeld, een rode kardinaalshoed en -mantel, een steen en/of de leeuw.
Vanuit de rots kronkelt altijd een of ander pelgrimspad naar bebouwing ergens op de achtergrond.

Voorstellingen op groot formaat werden meestal gemaakt in opdracht, maar de kleinere formaten waren bestemd voor de vrije markt.
Deze schilderijen waren vooral populair in rijke steden.
Voorspoed kon immers leiden tot een overdadig en zondig leven.
Doe als Hiëronymus die zijn luxe leven in Rome opgaf om in de wildernis als kluizenaar te gaan leven en leef ingetogen en godsdienstig.
Joachim Patinir (±1480-1524)
Hiëronymus
Olieverf op panelen

Triptiek: 118 x 181 cm (middenpaneel) en 121 x 36 cm (zijluiken elk) (1512-15)
New York - MET
Afbeelding 1: 36 x 34 cm (1515)
Londen - National Gallery
Afbeelding 2: 48 x 40 cm (±1515)
Particuliere collectie
Afbeelding 3: 77 x 137 cm (1521)
Parijs - Louvre
2016 Paul Verheijen / Nijmegen