|
||
Grote heiligeFranciscus (1181/2-1226) wordt wel beschouwd als de meest invloedrijke heilige van de westerse christenheid. Geen heiligenleven is zo gevuld met legenden als dat van Giovanni Battista di Bernardone, die beter bekend werd onder zijn bijnaam Francissco, Fransmannetje, en zijn geboorteplaats: Franciscus van Assisi. Hij is ook de oudste heilige met deze naam. Na hem zijn een kleine 70 mannen met zijn naam zalig of heilig verklaard. De Argentijnse kardinaal Jorge Mario Bergoglio is de eerste die als pausnaam koos voor Franciscus bij het begin van zijn pontificaat in 2013.Op deze website is ook informatie te vinden over:
|
||
LegendesOver Franciscus bestaat een massale collectie legendes. Een greep uit de vele scènes:
|
||
Imitatio ChristiIn de loop van de veertiende en vijftiende eeuw werd de historische Franciscus steeds verder getheologiseerd. Het verhaal van Franciscus' leven moest een volkomen parallel vertonen met het leven van Christus. Dat ging zover dat elke scène uit het leven van de jongen uit Assisi naast een scène uit het leven van de man uit Nazareth werd gezet. In de eerste helft van de veertiende eeuw verscheen een geschrift met de titel De conformitate vitae Beati Francesci ad vitam Domini Jesu van de franciscaanse theoloog Bartholomeus van Pisa (1338-1401). Hij voerde deze Imitatio Christi consequent door. Een eeuw na verschijning werd het boek geweldig populair en van grote betekenis voor kunstenaars. |
||
StigmataIn de Legenda Aurea is hoofdstuk 145 gewijd aan Franciscus. De Voragine beschrijft de stigmatisatie van Franciscus daarin als volgt:In een visioen aanschouwde de dienaar Gods boven zich een gekruisigde serafijn, die de tekens van zijn kruisiging zo duidelijk in Franciscus drukte dat het leek of hij zelf ook was gekruisigd. Zijn handen en voeten en zijde werden gemerkt met het merkteken van de kruisiging. Maar hij hield deze stigmata met grote angstvalligheid voor iedereen verborgen. Enkelen hebben ze tijdens zijn leven toch gezien, maar de meesten zagen ze pas toen hij was gestorven. Dat deze stigmata in alle opzichten echt waren, is door vele wonderen bewezen.Door de eeuwen hebben zich meer dan 500 gevallen van stigmatisatie voorgedaan, mensen die zelf beweerden of over wie werd gezegd dat ze ook de vijf wondtekenen van Christus hadden: op handen, voeten en in de zijde. Opvallend daarbij is dat het vooral vrouwen betreft uit Italië. Het krijgen van de stigmata staat altijd in verband met personen die het lijden tot een levensvervulling hadden verheven. We spreken dan van lijdensmystiek. Een selectie van andere gestigmatiseerden die op deze website langskomen:
|
||
Broeder LeoIn weerwil van de beschrijving van Jacobus de Voragine is in de iconografie bij deze stigmatisatie gewoonlijk wél een metgezel van Franciscus aanwezig, meestal aangeduid als Broeder Leo.De Legenda Aurea vertelt in het voorafgaande een aardige anekdote over hem: Vermoeid van de reis reed de dienaar Gods op een ezel. Zijn metgezel, broeder Leonardus van Assisi, die even vermoeid was als hij, dacht bij zichzelf: Zijn ouders en de mijne speelden niet als gelijken met elkaar. Meteen steeg de man Gods van de ezel en zei tegen broeder Leonardus: ‘Het geeft geen pas dat ik rijd en jij te voet gaat. Jij was van hogere stand dan ik.' Verbijsterd wierp de broeder zich voor de voeten van de vader neer en vroeg om vergiffenis.Het is niet bekend wanneer Leo precies is geboren en ook niet wanneer hij franciscaan werd. Hij hoorde niet bij de eerste twaalf volgelingen, maar was wel een van de eersten die zich bij de franciscanen aansloot nadat de eerste regel van de minderbroeders was goedgekeurd en ontwikkelde zich tot de meest dierbare volgeling, secretaris en biechtvader van Franciscus. Broeder Leo komt voor in meerdere verhalen uit de Fioretti, de bundel die aan het leven en de leer van Franciscus is gewijd. In de laatste levensjaren van Franciscus hoorde broeder Leo tot de kleine kring van zijn naaste vertrouwelingen. |
||
Indulgentia PorziuncolaeDe Indulgentia Porziuncolae, kwijtschelding van Portiuncula, is verbonden met een wonderlijke gebeurtenis in de kleine kapel Portiuncula in Assisi, die Franciscus van Assisi in de 13e eeuw heeft hersteld. In de nacht van 1 op 2 augustus 1216 was Franciscus van Assisi in gebed in de kleine kapel van de Portiuncula. Terwijl hij bad, verscheen hem Christus in groot licht, vergezeld door de Heilige Maagd Maria en omringd door engelen. Christus vroeg Franciscus: 'Welke beloning wil je voor al het werk dat je voor de zielen doet?' Franciscus antwoordde nederig: 'Heer, dat allen die dit kerkje in geloof en berouw bezoeken, vergeving mogen verkrijgen van hun zonden.' Christus stemde toe en zei dat Franciscus dit nog wel even door de paus moest laten bevestigen. Franciscus ging meteen naar Honorius III (paus van 1216-1227) die in Perugia verbleef. Hij vroeg om een volle aflaat voor alle zondaars die de Portiuncula op 2 augustus zouden bezoeken. De paus aarzelde omdat zulke aflaten normaal alleen verbonden werden aan kruistochten, pelgrimages of grote kerken. Maar Franciscus hield aan, en uiteindelijk stemde Honorius toe.Het bijzondere was dus dat dit een van de eerste keren was dat een volle aflaat niet voor een grote prestatie, maar gewoon voor berouw en kerkbezoek werd toegekend. Sindsdien werd 2 augustus het Feest van Onze-Lieve-Vrouw der Engelen van de Portiuncula, waarop de aflaat verkregen kan worden. Franciscus zelf predikte die dag in de Portiuncula tot een grote menigte en zei: 'Ik wil jullie allemaal naar het paradijs sturen', daarmee doelend op de genade van de volle aflaat. De spirituele betekenis van de Portiuncula-aflaat wordt als typisch franciscaans gezien: het gaat om de barmhartigheid van God, de toegankelijkheid van vergeving voor iedereen, niet enkel voor pelgrims of kruisvaarders, de nederigheid van de kleine kapel, geen grote basiliek, maar een eenvoudig hersteld kerkje. |
||
Na zijn doodFranciscus stierf op de avond van 3 oktober 1226. Een dag later werd het lichaam van Franciscus in een processie door de stad gevoerd, naar de kerk van San Giorgio in Assisi, alwaar hij begraven werd. In dezelfde kerk sprak Gregorius IX twee jaar later zijn heiligverklaring uit. Op verzoek van de paus begon Elias van Cortona (±1180-1253), vertrouweling van Franciscus, met de bouw van de Sint-Franciscusbasiliek boven zijn graf. De dag waarop de processie plaatsvond werd gekozen tot zijn feestdag.Binnen de orde ontstond een strijd over hoe de Franciscanen behoren te leven. Aan de ene kant stonden de minorieten, ook wel conventuali, de conventuelen genoemd, die het armoede-ideaal vrijwel schrapten uit de regel. Aan de andere kant waren er de spiritualen, spirituelen of observanten, die voor vrijwillige armoede kozen. Vier van hen gingen de geschiedenis in als de 'Vier Grote Observanten' alle verbonden rond Bernardinus.
Broeder Leo werd aanvoerder van de spiritualen. Hij verzette zich ook tegen Elias van Cortona die een marmeren vaas had laten plaatsen om giften in te zamelen voor het afbouwen van de Sint-Franciscusbasiliek in Assisi. Leo sloeg die in stukken en als straf hiervoor liet Elias hem geselen. Deze ongehoorde maatregel tegen iemand die Franciscus zo dierbaar was geweest, maakte de weerstand tegen Elias groter en leidde tot zijn afzetting. Leo trok zich terug in een kluizenarij en wijdde zich aan het schrijven van religieuze verhandelingen. De leidende stroming onder de franciscanen wees zijn opvattingen af en bleef hem zijn verdere leven op de huid zitten. Leo stond Chiara (Clara) bij op haar sterfbed in 1253. Zelf overleed hij in 1271, waarschijnlijk op zeer hoge leeftijd, in de Portiuncula. |
||
Iconografie
Er zijn geen betrouwbare afbeeldingen die Franciscus tonen zoals hij was. Er is één fresco bekend dat hoogstwaarschijnlijk tijdens zijn leven is gemaakt en zich bevindt in de Gregoriuskapel van het klooster van San Benedetto in Subiaco (zie afbeelding). Opvallend is dat Franciscus op het fresco is afgebeeld zonder zijn gebruikelijke aureool en stigmata. Hagiografen beschrijven Franciscus als klein en schriel met een slordige baard en slechte ogen, een min mannetje om te zien, klein van gestalte met flaporen. In 1978 hebben metingen aan de resten van zijn skelet echter uitgewezen dat de lengte van Franciscus ongeveer 158 cm is geweest, hetgeen niet bijzonder klein was voor zijn tijd.
Franciscus wordt meestal afgebeeld in het verschoten grauw-bruine habijt dat hij altijd droeg. Hij draagt als gordel een touw met drie knopen die verwijzen naar de drie geloften, die de Minderbroeders, de mannelijke volgelingen van Franciscus, afleggen: armoede, kuisheid (ook wel zuiverheid genoemd) en gehoorzaamheid. Verder heeft hij (vanaf de 16e eeuw) soms een schedel bij zich, die de vergankelijkheid van al het stoffelijke symboliseert. Dikwijls wordt hij afgebeeld met andere heiligen uit zijn eigen orde, zoals Antonius van Padua en Clara of met Dominicus, stichter van een andere grote bedelorde, de dominicanen. |
||
| 2016 Paul Verheijen / Nijmegen |