|
Vestaalse maagden
In de klassieke mythologie bestond een bijzondere waardering voor de maagdelijkheid. Een bekend voorbeeld hiervan zijn de Vestaalse maagden in Rome. Vesta (Grieks: Hestia) was de godin van de haard en het familieleven. In haar tempel in Rome brandde op een altaar een eeuwig vuur. Dat werd onderhouden door zes Vestaalse maagden. Zij hadden veel voorrechten, maar bij overtreding van de gelofte van kuisheid werden ze levend begraven. Het christendom heeft veel heidense praktijken naar de prullenbak verwezen, maar heeft deze religieuze traditie van de maagdelijkheid altijd in ere gehouden.
|
Vast patroon
Uit de eerste eeuwen van het christendom is een groot aantal maagdelijke martelaressen bekend, meestal vrouwen uit de hoogste standen, die zich in het geheim hadden bekeerd. Rond hen ontstond al in de 4e en 5e eeuw een bepaalde romantiek. Veel legendes van vroegchristelijke martelaressen zijn bewaard gebleven in een zogenaamde Passio of Vita, die vrijwel alle hetzelfde patroon volgen:
- De maagd krijgt te maken met een begerige koning, koningszoon, landvoogd of rijkaard.
- Hij maakt haar het hof, waarna het meisje verklaart reeds verloofd te zijn met Jezus Christus.
- Daarop volgen dan gevangenschap, een poging haar in een bordeel te plaatsen en/of een reeks van heldhaftig doorstane martelingen.
Ambrosius schrijft bijvoorbeeld in De Virginitate over een anonieme maagd uit Antiochië, dat letterlijk en volledig is overgenomen in hoofdstuk 60 van de Legenda Aurea. Het betreft hier vermoedelijk de heilige Theodora (feestdag 28 april). Veroordeeld tot prostitutie werd zij bevrijd door een afschrikwekkende soldaat* die met haar van kleren wisselde. Georg Friedrich Handel schreef in 1749 over haar een oratorium (HWV 68).
- De maagd doet daarbij een beroep op bijstand van haar Hemelse Bruidegom Christus de folteringen te doorstaan.
- Haar dood leidt tenslotte tot de Eeuwige Bruiloft.
- Soms wordt dit gevolgd door een bekering van de minnaar al dan niet met enkele van zijn vrienden, die dan zelf met de maagd eveneens het martelaarschap ondergaan.
- Degene die verantwoordelijk was voor haar dood vindt ook zelf vrij snel een niet-natuurlijke dood.
* In andere bronnen heet deze soldaat Didymus die bij de verhoren van Theodora stond te luisteren, maar het is daar niet duidelijk of hij heiden was of reeds christen(priester).
|
Schemata
Drie belangrijke schemata ontstonden met betrekking tot de maagden:
- Mysticum Matrimonium
`Mystieke Huwelijk': het Jezuskind op Maria's schoot schuift een bruidsring aan de vinger van een al dan niet geknielde maagd.
- Virgo inter Virgines
'Maagd onder Maagden': zittende of staande maagden in een welig landschap of in een rijk gestoffeerd vertrek omgeven met hun attributen een centraal tronende Maria mt Kind op schoot, de eerste onder de maagden.
Ook worden heilige maagden vereerd als drie-, vier- of vijftal.
|
Drie-, vier- of vijftallen
- Drie dochters van Sophia
Deze drie zussen zijn te beschouwen als de christelijke invulling van de deugden geloof, hoop en liefde.
- Genoveva van Parijs, Bettilla van Maroilles en Eutropia van Reims
In 1875 werd, mede naar aanleiding van een genezing toegeschreven aan de tussenkomst van deze 'Drie Gezusters', door inwoners van Swartbroek (gemeente Weert) een kapelletje gebouwd, dat spoedig het hele jaar door werd bezocht door bedevaartgangers uit de wijde omgeving.
- Drie Bethen
Drie maagden uit het gezelschap van Ursula en de elfduizend maagden. Ze worden gerekend tot de zogenaamde pestheiligen.
- Irene, Agape en Chione van Thessaloniki
De drie zusters Irene ('Vrede'), Agape ('Liefde') en Chiona ('Sneeuwwit') waren maagden die samen met Casia, Eutychia en Philippa als martelaressen stierven. Ook Agatho viel dit lot ten deel. Hun marteldood is te lezen in het in het Grieks geschreven vroegchristelijke martelaarsverslag Marturion tōn Hagiōn Agapês, Chionias kai Eirênês. Tijdens een huiszoeking werden bij de zes vrouwen in kasten en dozen christelijke geschriften gevonden. Bovendien weigerden zij aan goden gewijd offervlees te eten. Agape en Chiona werden terstond levend verbrand, de andere vijf werden vanwege hun jeugdige leeftijd in de gevangenis gezet. In de hoofdstukken 5-7 is Irene de hoofdpersoon van het Marturion. Ze wordt ondervraagt over de heimelijk verborgen christelijke geschriften en ze krijgt de opdracht het offervlees te eten en aan de goden te offeren. Na haar weigering moet ze naakt in een bordeel plaats nemen en krijgt ze één brood per dag. Maar de 'genade van de heilige Geest behoedde haar rein voor God, de Heer van alle dingen: niemand waagde haar te benaderen of probeerde zelfs maar haar in woorden te beledigen', aldus het document, dat als volgt eindigt:
Toen de gouverneur dit vonnis had geveld, grepen de soldaten haar en voerden haar weg naar een hooggelegen oord, waar tevoren ook haar zusters de martelaarsdood hadden ondergaan. Ze staken een grote brandstapel aan en bevalen haar uit zichzelf daarop te klimmen. De heilige Irene wierp zich psalmen zingend en God verheerlijkende op de brandstapel en bereikte zo haar volmaaktheid, op de eerste april van het jaar dat keizer Diocletianus en keizer Maximianus respectievelijk voor de negende en de achtste maal consul waren, tijdens het eeuwig durende koningschap van onze Heer Jezus Christus, in wiens gezelschap glorie zij aan de Vader samen met de heilige Geest tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
(Martelaarschap van Agape, Chiona en Irene, hoofdstuk 7)
Op grond van deze tijdsaanduiding kan de marteldood vastgesteld worden op het jaar 304. Het Roomse Martelaarsboek schrijft hun gedachtenis voor op 3 april.
- Adventsheiligen
Vijf heilige wijze maagden hebben hun feestdag in de Advent.
- Virgines Capitales
Deze 'hoofdmaagden' zijn van links naar rechts op de afbeelding:
Margaretha van Antiochië met de draak
Catharina van Alexandrië met het rad
Barbara van Nicomedië met de toren
Een Duits oud rijmpje zegt:
Margareta mit dem Wurm
Barbara mit dem Turm
Katharina mit dem Radl
das sind die drei heilige Madl
Daarbij werden ze gekoppeld aan in het Duits ook rijmende standen:
Margaretha aan de boerenstand (Nähr)
Barbara aan de militaire stand (Wehr)
Catharina aan de onderwijzende stand (Lehr)
Vanaf de 14e-eeuw werd dit drietal aangevuld met Dorothea van Caesarea
Afbeelding: Lukas Tausmann (Villacher Werkstätte), Nothelferaltar (±1515), Sankt Jakob im Rosental (Kärnten - Oostenrijk) - Wallfahrtskirche Maria Elend
|
Maria Goretti
Dit elfjarige meisje is te beschouwen als de 'Heilige Agnes van de 20e eeuw'. Maria Teresa werd op 16 oktober 1890 geboren in het Italiaanse Corinaldo (bij Ancona) als derde van zeven kinderen van het boerenechtpaar Luigi en Assunta Goretti. Uit armoede trok het gezin naar Nettuno in de Pontijnse moerassen ten zuiden van Rome. Daar deelden ze de boerderij 'Cascina antica' met Giovanni Serenelli en zijn zoon Alessandro. Kort daarop overleed vader Luigi aan malaria. Zonder zijn bescherming werd Maria steeds vaker lastiggevallen door jongens. Toen ze elf jaar was, probeerde huisgenoot Alessandro (1882-1970) haar tot drie keer toe te verkrachten. Maria verweerde zich steeds heftig waarop hij haar bij de laatste poging met een priem veertien steken toebracht. Alessandro werd door het dorp bijna gelyncht en bij het proces toonde hij geen spoor van berouw. Hij werd veroordeeld tot 30 jaar dwangarbeid.
In het ziekenhuis vertelde een priester de stervende Maria dat ze haar aanvaller moest vergeven. Na een stil moment zei ze: 'Ik vergeef hem en ik wens dat hij bij mij in de hemel is.' Maria stierf 20 uur na de aanval op 6 juli 1902.
Op een nacht, zes jaar na haar dood, verscheen ze aan Serenelli in zijn cel met veertien lelies: het symbool van zuiverheid. Veertien – één voor elk van de wonden die hij haar had toegebracht. Vanaf dat moment werd Serenelli een ander mens. In een tijd waarin niemand vervroegd werd vrijgelaten wegens goed gedrag, werd zijn straf van dertig jaar ingekort. Hij werd een vroom man en smeekte Maria's moeder Assunta om vergeving. Vervolgens werd hij lekebroeder in een kapucijnenklooster en werkte tot zijn dood als portier en tuinman. Maria Goretti noemde hij zijn beschermengel die God had gezonden om hem te redden. Zijn wens was om God in de hemel te zien en daar naast Maria en haar moeder te zijn.
In 1947 werd Maria Goretti zaligverklaard en op 24 juni 1950 volgde de heiligverklaring. Alessandro Serenelli, haar hoogbejaarde moeder en vier nog levende broers en zussen waren erbij aanwezig. De relieken worden vereerd in Nettuno. Op voorspraak van de 'martelares der reinheid' zijn daar ruim 40 wonderen gebeurd.
Maria Goretti is patrones van maagden, van slachtoffers van verkrachting en van de jeugd en leende haar naam aan diverse gidsengroepen, (meisjes)scholen en kerken. Haar sterfdag 6 juli werd haar feestdag.
In 2003 regisseerde Giulio Base de Italiaanse tv-film Maria Goretti met Martina Pinto in de hoofdrol.
Inzet: foto die zonder historisch bewijs en bronvermelding soms wordt gepresenteerd als een authentieke foto van Maria Goretti, hoewel de meeste bronnen juist vermelden dat zo'n foto van Maria niet bestaat, omdat fotografie begin 20e eeuw zeker niet wijdverbreid was onder arme gezinnen. Maria overleed op jonge leeftijd, waardoor ook een formele portretfoto zeer onwaarschijnlijk is. Deze foto werd vermoedelijk geassocieerd met Maria Goretti om haar landelijke en eenvoudige achtergrond te illustreren.
|
Selectie
Naast de op deze pagina genoemde heilige maagden passeren op deze website verder onderstaande martelaressen de revue:
|